Intel introduceert de Arc A570M en de A530M, zonder daar publiek ruchtbaarheid aan te geven. De line-up van Arc A-GPU’s wordt zo groter dan die van AMD of Nvidia.
Kan je het overzicht behouden? Dan zijn er niet genoeg verschillende producten op de markt. Dat is vermoedelijk een vuistregel bij Intel, dat voor zijn processors traditioneel tientallen SKU’s lanceert met erg kleine variaties waarvan het onderscheid pas na gedetailleerde studie duidelijk is. Intel lijkt die strategie nu over te hevelen naar zijn grafische kaarten met de stille introductie van de Arc A570M en de A530M voor de laptop.
De Arc A570M en de A530M zijn instapmodellen in een line-up die eigenlijk exclusief de onderste helft van het segment omvat. De Arc A570M heeft een TDP van 75 watt tot 95 watt, de Arc A530M doet het met 65 watt tot 95 watt. De kaarten krijgen respectievelijke zestien en twaalf Xe-kernen en 256 en 192 execution units mee, en zijn allebei geklokt op 1.300 MHz.
Grote line-up, maar waarom?
De Intel Arc A-reeks voor mobiel bestaat zo uit maar liefst zeven verschillende GPU’s, Pro-varianten niet meegeteld, met allemaal redelijk instapvriendelijke specificaties. Ter vergelijking: AMD heeft maar vier GPU’s in zijn RX 7000-reeks op dit moment en voor Nvidia volstaan vijf verschillende RTX 40-chips. De grafische kaarten van AMD en Nvidia hebben bovendien diversere specificaties en richten zich op lichte, gemiddelde en zware workloads.
Waarom Intel GPU’s blijft lanceren met minimale verschillen met bestaande chips, is onduidelijk. Het valt op dat de fabrikant zelf geen ruchtbaarheid wilde geven aan het bestaan van de nieuwe Arc A-kaarten. Hun bestaan werd opgemerkt door Videocardz aan de hand van de lancering van een nieuwe driver. De GPU’s werden ook in alle stilte toegevoegd aan de overzichtspagina van Intel, al ontbreken daar nog enkele belangrijke specificaties. Zo weten we nog niet welke GPU-chip er onder de motorkap zit of hoeveel geheugen Intel op de kaarten stopt.
Xe-architectuur
Intel wil de GPU-markt binnenbreken met eigen grafische kaarten en ontwikkelde daartoe de Xe-architectuur. De fabrikant integreert Xe-kernen ook als grafische component op zijn processors, waar ze een stevige meerwaarde bieden. Voor discrete GPU’s is de strategie van Intel minder duidelijk.
De fabrikant heeft intussen een grote line-up ter beschikking zonder dat daar echt een adembenemend vlaggenschip-component tussen zit. Met de stille toevoeging van deze kaarten voor in laptops, zonder bijkomende uitleg over de achterliggende strategie, wordt het niet duidelijk wat Intel precies wil bereiken met z’n GPU’s.