Generatieve AI op de werkvloer wordt vaker gebruikt door oudere generaties, in vergelijking met hun jongere collega’s.
Uit een onderzoek van Fujitsu blijkt dat oudere generaties op de werkvloer vaker gebruikmaken van Generative AI (GenAI) dan hun jongere collega’s. Dit onderzoek, uitgevoerd in negen Europese landen, toont aan dat GenAI door werknemers breed wordt omarmd en een aanzienlijke productiviteitswinst oplevert.
Verrassende generatieverschillen
Het onderzoek van Fujitsu onthult dat 20 procent van de 43- tot 58-jarigen GenAI meerdere keren per dag gebruikt, terwijl dit percentage onder 18- tot 26-jarigen (Gen Z) slechts 9 procent bedraagt. Zelfs werknemers van 59 jaar en ouder maken vaker gebruik van de technologie. Dit betekent echter niet dat jongere generaties GenAI negeren: de helft van de Gen Z-respondenten gebruikt de technologie enkele keren per week.
Op nationaal niveau zijn er ook verschillen zichtbaar. In België geeft 32 procent van de werknemers aan dagelijks GenAI te gebruiken. Dit percentage komt overeen met Nederland (29%), maar blijft achter bij Spanje (50%) en Ierland (49%).
Vertrouwen en tijdsbesparing
Het onderzoek toont eveneens aan dat 83 procent van de Europese werknemers GenAI als een nuttige technologie ziet die hun werk ondersteunt. De tools besparen hen gemiddeld 4,75 uur per week. Daarbij vindt een meerderheid van de werknemers (81%) de technologie intuïtief genoeg en zegt 85 procent erop te vertrouwen dat hun werkgever verantwoord omgaat met gevoelige informatie.
Kortom, hoewel er opvallende generatieverschillen zijn, blijft GenAI terrein winnen op de werkvloer en levert het werknemers meer productiviteit en vertrouwen op.