In een nieuwe Europese ruling mogen regulatoren voortaan kijken naar hoe bedrijven data gebruiken in hun huidige machtspositie.
Facebook en Europa, een mooi huwelijk wordt het wellicht nooit. Na eerdere strikte privacyregels en de poging om die te blokkeren, staat ze opnieuw midden in het vizier van de EU. In een Luxemburgse rechtszaak viel vandaag de beslissing dat regulatoren voortaan het doel van de data mogen bekijken die grote technologiebedrijven vergaren.
De ruling zegt dat Facebook het gebruik van persoonlijke data niet kan ‘verantwoorden’ om gebruikers te targetten met specifieke advertenties, tenzij ze daarvoor duidelijk de goedkeuring geven. Omdat deze bedrijven vaak een monopoliepositie hebben, werkt dat bovendien anticompetitief volgens de Luxemburgse rechtbank.
De Duitse Federale Kartelbureau (Bundeskartellamt) zegt aan de Financial Times dat de gevolgen van deze ruling fors kunnen zijn. “Het zendt een sterk signaal voor competitieve controle in de digitale economie, een speelveld waar data belangrijk is om de markt te domineren.” Hij benadrukt ook dat het gebruik van persoonlijke data van consumenten door grote internetbedrijven als ‘misbruikend’ wordt aanzien onder de nieuwe wet.
De Duitse instantie laat zo opnieuw van zich horen nadat het in 2019 al een regeling dwong dat Facebook geen data mag combineren met WhatsApp om advertenties te targetten, zonder goedkeuring van de gebruiker.
Meta reageert voorlopig met een kort statement dat het “de beslissing van het gerecht evalueert en wanneer nodig meer zal zeggen.”