Tijdens WWDC toont Apple bescheiden AI-ambities. Apple is met Intelligence niet van plan de kop te trekken, maar zich comfortabel in het wiel van OpenAI te zetten.
Voor grote uitspraken en straffe AI-aankondigingen moest je maandagavond niet bij Apple WWDC zijn, integendeel. AI leek zelfs een ondergeschikte rol te spelen. Het strafste nieuws dat op de openingsavond viel te rapen, was een nieuw uiterlijk en nummeringssysteem voor iOS, iPadOS en macOS.
lees ook
iOS 26 & iPadOS 26: welke toestellen vallen uit de boot?
Een jaar geleden draaide het nochtans wel allemaal rond AI op WWDC. Apple toonde toen voor het eerst Intelligence, Apple suite aan AI-oplossingen voor zijn ecosysteem, aan de wereld. Maar waar het voor Apples concurrenten niet snel genoeg kan gaan met het aankondigen van betere modellen en nieuwe features, doet Apple het rustiger aan.
Trage inhaalrace
Apple Intelligence was vanaf dag één een inhaalmanoeuvre. De kracht van Intelligence zat niet in baanbrekende nieuwe functies, maar in hoe Apple het integreert in zijn ecosysteem. Van die strategie wijkt Apple een jaar later niet af. Intelligence zit nog dieper ingebakken in de nieuwe versies van iOS, iPadOS en macOS, maar baanbrekende nieuwigheden kregen we niet te zien tijdens WWDC.
Een paar nieuwe iPhone-functies die uit het oog springen zijn live vertalingen en ondertitels voor telefoongesprekken en Visual Intelligence, waarmee je met je camera dingen kan opzoeken. De doorwinterde Android-gebruiker zal terecht opmerken dat Visual Intelligence niet meer dan de iOS-versie van Google Lens is, dat al sinds 2017 bestaat. Apple kan ook bezwaarlijk zeggen dat het met live AI-vertalingen het wiel uitvindt.
Over de renovatie van Siri wordt nu zelfs niet meer gesproken. Siri was ooit een baanbrekende feature, maar is sinds de lancering vijftien jaar geleden nauwelijks nog geëvolueerd en voelt in vergelijking met Google Gemini en ChatGPTs Advanced Voice Mode hopeloos verouderd. De stemassistent lijkt zo bijna illustratief voor Apples moeizame inhaalrace.

Open AI met OpenAI
Apple leidt de aandacht weg door ontwikkelaars te paaien. Het belooft zijn on-device AI-model open te stelen voor externe partijen. “We openen de toegang voor elke app om direct in te loggen in het on-device, grote taalmodel dat de kern vormt van Apple”, zei Craig Federici, Apples softwarepatron. Wie Apple kent, weet dat het bedrijf niet zomaar de deuren van zijn ecosysteem uit vrije wil openzet.
Met deze zet haakt Apple zijn wagonnetje aan OpenAI. OpenAI zal onder andere codegeneratietools integreren in het ontwikkelaarsplatform XCode en beeldgeneratie naar de Image Playground-app brengen. Die zet is zowel handig voor OpenAI, dat in Android moet opboksen tegen Google Gemini, als voor Apple, dat in het slipstream van OpenAI bij de kopgroep hoopt aan te sluiten.
Wie laatst lacht, best lacht
Zowel vriend als vijand bleef na Apple WWDC met gemengde gevoelens achter. Apple heeft laten zien dat het niet in de kopgroep van de AI-race zit. Als er één bedrijf is dat zich comfortabel voelt in de staart van het peloton, dan is het wel Apple. Tim Cook zei enkele maanden geleden nog zelf dat ‘Apple niet de eerste hoeft te zijn met AI, maar de beste’.
Apple heeft in het verleden al meermaals bewezen dat je niet als eerste moet beginnen, maar als eerste moet eindigen. Het bekendste voorbeeld is en blijft de iPhone, die ook lang niet de eerste smartphone was, maar wel de wereld wist te overtuigen van het concept. Vandaag streeft ieder AI-bedrijf dat nieuwe ‘iPhone-moment’ na.
Het door insiders bejubelde en door buitenstaanders vervloekte OS-ecosysteem is Apples AI-troef waarin Intelligence moet floreren. Terwijl Google, OpenAI en co vooruit sprinten, blijft Apple rustig in het wiel hangen. Het beschouwt de AI-race niet als een sprint, maar een marathon. Of die afwachtende houding Apple over de eindmeet trekt, valt nog af te wachten.