Apple vereist sinds kort dat organisaties toestemming krijgen van gebruikers via een opt-in om hun data te vergaren. De overgrote meerderheid weigert toestemming te geven.
Met iOS 14.5 introduceerde Apple een opt-in voor gebruikers die applicaties benutten die data willen vergaren. Een toepassing zoals bijvoorbeeld Facebook moet voortaan toestemming krijgen van de gebruiker voordat de app data mag vergaren en gebruiken voor bijvoorbeeld gerichte advertenties. Ook data delen met brokers mag niet zonder toestemming via die opt-in. Onder andere het unieke ID van een toestel blijft onzichtbaar voor toepassingen die geen toestemming hebben gekregen.
Weinig toestemming
Slechts 13 procent van alle iOS-gebruikers wereldwijd zou die toestemming ook daadwerkelijk geven. Dat blijkt uit cijfers van Flurry Analytics, een dochter van het Amerikaanse Verizon Media. De cijfers schetsen een beeld van de situatie twee weken na de introductie van de nieuwe functie, die logischerwijze op kritiek van onder andere Facebook en Google kon rekenen.
De afgelopen twee weken is het cijfer wel lichtjes gestegen, van 11 procent bij de lancering tot 13 procent nu. Toch lijkt de conclusie overduidelijk: wanneer gebruikers actief toestemming moeten geven voor het delen van hun data voor advertentiedoeleinden, dan zien de meesten dat niet zitten.
Afwachten voor impact
Dat illustreert op zijn beurt dat Apple een juiste beslissing heeft genomen door de opt-in toe te voegen. De controle komt zo voor een stuk weer bij de gebruiker te liggen. Langs de andere kant brengt het een probleem aan het licht: mensen willen niet dat hun data gebruikt worden voor tracking en advertenties, maar staan vaak ook weigerachtig tegenover betalen voor functionaliteit. Zo komt het businessmodel achter gratis toepassingen zoals die van Google of Facebook in het gedrang volgens de bedrijven zelf. Of er echt een voelbare impact zal zijn om de enorme advertentie-inkomsten van de reclamereuzen, blijft afwachten.