IBM introduceert een vernieuwing van zijn LinuxOne-line-up. Die servers draaien zoals de naam suggereert op Linux en zijn met het oog op duurzaamheid ontwikkeld.
IBM verfrist zijn LinuxOne-servers met de introductie van de IBM LinuxOne Emperor 4-reeks. De hardware die de Linux-servers ondersteunt moet 75 procent minder energie verbruiken van vergelijkbare x86-servers en neemt de helft minder rackplaats in. IBM berekent dat de CO2-voetafdruk van de toestellen een stuk kleiner is met een besparing van 850 ton aan CO2 op jaarbasis.
SAP-processor
IBM bouwt de servers op de fundering van zijn mainframe-platform IBM Z. De achterliggende instructieset is s390x: een minder gekend alternatief voor ARM en x86. Het belangrijkste verschil met meer mainstream-architecturen is de aanwezigheid van een zogenaamde System Assist Processor (SAP). De SAP ontfermt zich over I/O-instructies die vaak veel tijd in beslag nemen en de hoofdprocessor zo lang bezighouden. Door die instructies naar de SAP te sturen, werkt de CPU een stuk efficiënter. IBM heeft de hardware verder geoptimaliseerd voor Linux, wat verdere efficiëntiewinst met zich meebrengt.
Compatibiliteit
De unieke architectuur brengt beperkingen met zich mee, al heeft de LinuxOne Emperor 4-reeks een mooi Linux-gebaseerd ecosysteem ondersteunt door onder andere Illmuio, Metaco, MongoDB, NGINX, Nth Exception, Fujitsu Limited, Pennant, SQ Solution, Sysdig, Inc. en Temenos.
De toestellen kunnen overweg met Oracle Database, MySQL, MariaDB, Red Hat OpenShift en Kubernetes. De LinuxOne-servers zijn dus geschikt voor veel populaire workloads. IBM claimt dat een enkele server overweg kan met de workloads van tot vier vergelijkbare x86-servers.
De nieuwe systemen hebben verder uitgebreide encryptie-capaciteiten en versleutelen zowel data in rust als transit. Daarmee mikt IBM op klanten uit sterk gereguleerde sectoren zoals de financiële wereld.
De nieuwe LinuxOne Emperor 4 is vanaf morgen algemeen beschikbaar. Dat is het meest high-end model. Begin volgend jaar zal IBM nog instap- en midrange-modellen introduceren.