China laat zich zo min mogelijk remmen door Westerse sancties en bouwde zelf een enorme exascale-supercomputer. Die is alleszins veel groter dan de Frontier-computer in de VS, maar efficiëntie en rekenkracht zijn nog grote vraagtekens.
China heeft naar eigen zeggen een eigen exascale-supercomputer. Die werd gebouwd door het National Supercomputing Center in Wuxi, dat op de sanctielijst van de VS staat en dus geen geavanceerde Westerse technologie mag importeren. In het nieuwe systeem is bijgevolg geen plaats voor Intel of AMD, wel voor Sunway. Sunway-chips worden door China’s eigen Jiagnan Computing Lab gebouwd, al heeft ook dat bedrijf geen toegang meer tot nieuwe Westerse toestellen voor de fabricage van geavanceerde processors.
China zet in op volume voor zijn nieuwe systeem. Binnenin zitten 19,2 miljoen rekenkernen verspreid over 49.230 nodes. De chip van dienst is hoogstwaarschijnlijk een Sunway SW26010. Dat is geen nieuwe chip, maar een CPU die al sinds 2021 op de markt is. China zet zo in op meer schaal, zonder veel te sleutelen aan de efficiëntie van de achterliggende componenten.
Veel vraagtekens
Het is daarom niet verwonderlijk dat de Chinezen zwijgen over het verwachte stroomverbruik. Dat zal vermoedelijke exuberant zijn. De krachtigste supercomputer van dit moment is Frontier in de VS. Die heeft AMD’s modernste Epyc-processors aan boord, verspreid over ‘amper’ 9.472 nodes, en slokt 21 MW. Logischerwijze zal het aanzienlijk grotere en minder efficiënte Chinese systeem een stuk meer verbruiken.
Ook de effectieve prestatiewinst is een grote open vraag. HPC-systemen zijn niet oneindig schaalbaar. Dubbel zoveel nodes impliceert met andere woorden niet dubbel zoveel pk’s. Een officiële benchmark ontbreekt op dit moment. De computer is wel onbetwistbaar groter dan de Sunway Oceanlite uit 2021, die al met de grens van één exaFlops flirtte. Vermoedelijk zal dit systeem de barrière wel redelijk comfortabel breken.