Voor het eerst laat Cloudflare Intel links liggen. De webinfrastructuurspecialist bouwt zijn tiende generatie servers volledig rond Epyc-chips van AMD en die keuze levert hogere prestaties, een lager stroomverbruik en extra veiligheid op.
Intel mag dan wel nog steeds het gros van het wereldwijde servermarktaandeel in handen hebben, bedrijven beginnen AMD steeds serieuzer te nemen. De Intel-concurrent haalt een knappe overwinning binnen met de keuze van Cloudflare voor Epyc-chips voor zijn tiende generatie van servers. Het is de eerste keer dat Cloudflare niet voor Intel-hardware kiest, en de reden achter die ommezwaai illustreert de kracht van AMD’s hardware tegenover die van Intel.
Cloudflare levert internetdiensten zoals content delivery-netwerken en DDoS-beveiliging aan 26 miljoen online instanties, en heeft daar performante servers voor nodig. Voor de tiende generatie van zijn servers zocht het bedrijf zoals steeds naar zoveel mogelijk pk’s voor zo weinig mogelijk geld. Prestatie per watt was een factor en ook veiligheid speelde mee. De Spectre- en Meltdown-lekken speelden daarbij niet in het voordeel van Intel.
Sneller en zuiniger
Tests toonden aan dat servers met de tweede generatie van AMD Epyc 7642-chips aan boord veel beter presteerden dan Gen 9-servers met twee Intel Xeon Platinum 6162-chips onder de motorkap. Cloudflare geeft aan dat de Epyc-hardware in de nieuwe Gen X-servers 36 procent meer requests kan verwerken dan de Gen 9’s, en terwijl substantieel minder kost. Bovendien ligt het TDP 25 procent lager, wat impact heeft op koeling in verbruik.
Cloudflare looft verder het grote L3 cachegeheugen van de Epyc-chips. De 256 MB L3-cache zorgen voor een cache miss rate die de helft lager ligt. Dat betekent dat de data en instructies die de cpu nodig heeft om een volgende instructie uit te voeren 50 procent vaker zit te wachten in het cachegeheugen. Wanneer dat niet het geval is (bij een ‘miss’), moet die data uit het RAM-geheugen komen terwijl de cpu zit de wachten om de volgende instructie uit te voeren. RAM-geheugen is snel, maar vergeleken met de snelheid van de cpu en het cachegeheugen duurt die actie een eeuwigheid en dat heeft een voelbare impact op de prestaties.
Geheugenversleuteling
Tot slot speelt veiligheid een rol. Intel probeerde de wereld pas nog wijs te maken dat het het warm water had uitgevonden met de aankondiging van Total Memory Encryption of TME: een functie waarbij het hele geheugen versleuteld wordt en enkel leesbaar is door de processor. TME is momenteel niets meer dan een toekomstplan, wat niet gezegd kan worden van Secure Memory Encryprion of SME, dat hetzelfde doet en al sinds 2018 zit ingebakken in AMD’s Epyc-servers.
De impact van SME op de prestaties is verwaarloosbaar en dat stelde ook Cloudflare vast. Door de functie in te schakelen, kan de internetspecialist zich wapenen tegen erg specifieke aanvallen. Met Intel-hardware ben je vandaag beperkt tot SGX, waarbij een erg kleine subset van data versleuteld kan worden en niet het hele geheugen. Bovendien heeft SGX een voelbare impact op de prestaties.
Populairder
AMD’s Epyc-aanbod toont zich dus sneller, goedkoper, zuiniger en veiliger dan de alternatieven van Intel. Dat Cloudflare Intel opzijschuift in de plaats van AMD is in dat opzicht een logische keuze. Ondanks de recente vernieuwing van een groot deel van de Xeon Scalable line-up blijft AMD de betere hardware in huis hebben. Dat vertaalt zich in steeds meer zichtbare overwinningen, nu bij Cloudflare en eerder al bij verschillende HPC-projecten.
Lees ook: AMD EPYC Rome verhoogt de druk op Intel met 7nm 64-core serverchips