De uitvinder van de Python-programmeertaal komt terug uit vervroegd pensioen om aan de slag te gaan bij Microsoft. De evolutie toont hoe sterk de mentaliteit en reputatie van het bedrijf aangaande opensource de laatste jaren is veranderd.
Nederlander Guido van Rossum geeft zijn vervroegd pensioen op. De uitvinder van programmeertaal Python gaat aan de slag in de Developer Division van Microsoft. Wat hij daar precies gaat doen, is onduidelijk, al geeft hij zelf enkele hints. Van Rossum zal Python verder verbeteren, maar ook met andere opensource-projecten werken.
De programmeur begon in 1989 met werk aan wat uiteindelijk Python zou worden. Vandaag is de taal de standaard voor machine learning en AI-toepassingen en stak ze Java voorbij als op één na populairste programmeertaal ter wereld. Later ging van Rossum nog aan de slag bij Dropbox, waar hij vorig jaar op pensioen ging. Het leven als gepensioneerde is hem nu naar eigen zeggen te saai.
Microsoft en opensource
Met van Rossum haalt Microsoft een groot talent in huis, maar belangrijker is het symbolisch belang van de aanwerving. Niet zo lang geleden had Microsoft nog de naam om een vijand van opensource te zijn. Dat Microsoft toen iemand als van Rossum zou aantrekken, leek ondenkbaar. Vandaag is de zet niet zo opvallend. Microsoft cultiveerde een modernere visie rond opensource en probeert zich op te werpen als constructieve partner. De overname van GitHub werd door velen als een risico gezien, maar voorlopig bewijst Microsoft dat het respect heeft voor de opensource-community. Ook de integratie van Linux en verdere openheid in andere projecten speelt een grote rol.