Tape-opslag lijkt iets van het verleden, maar er zit nog toekomst in de technologie. Tape blijft een interessant alternatief wanneer betrouwbaarheid, levensduur en kostenefficiëntie primeren.
Dat blijkt uit recent onderzoek van analysebureau ESG bij Amerikaanse bedrijven. 63 procent van de organisaties verwacht zijn huidige voetafdruk van tape-opslag te vergroten of op z’n minst te behouden in de nabije toekomst. Terwijl het einde van tape-opslag al enkele jaren wordt verkondigd, wordt tape nog op de ene of de andere manier gebruikt in 90 procent van de ondernemingen. Notoire uitzondering zijn ‘digital native’ bedrijven die vanaf het begin in de cloud werken.
ESG besluit dat het gebruik van tape-opslag binnen bedrijven stabiel blijft, terwijl schijfopslag sinds enkele jaren in een dalende trend zit en cloud aan belang blijft toenemen. “Hoewel tape in de meeste gevallen niet meer het primaire back-upmedium is – en waarschijnlijk ook beter niet kan zijn omwille van SLA-redenen – is het kosteneffectief en sterk geautomatiseerd”, legt Christophe Bertrand, senior analist bij ESG, uit aan ITProToday. Gemiddeld bewaart een bedrijf zo’n 21 procent van zijn back-updata op tape, aldus de analist. Tape blijft volgens hem ook in de toekomst nog nuttig voor offline archiefopslag over een lange termijn.
Sterke ontwikkeling
Eén van de redenen voor het voortdurende succes van tape, is de sterke ontwikkeling die het opslagmedium in het voorbije decennium heeft afgelegd. De capaciteit nam met 1.400 procent toe, prestaties met 200 procent en betrouwbaarheid met 9.900 procent, zo stelt de Tape Storage Council. Bovendien heeft tape de laagste kostprijs per gigabyte, met een total cost of ownership (TCO) die 15 keer lager ligt dan bij een harde schijf.
De maximale opslagcapaciteit van tape ligt vandaag op 15 TB, of 45 TB wanneer de data wordt gecomprimeerd. Aan de kant van HDD’s wordt vandaag met 16 TB-schijven geëxperimenteerd. Ondertussen voorspelt een roadmap van Seagate de eerste 100 TB HDD’s tegen 2025, terwijl een recente roadmap van het LTO Program (Linear Tape-Open) spreekt van 192 TB (480 TB gecomprimeerd) voor de twaalfde generatie LTO-tapecartridges, naar verwachting ergens tussen 2025 en 2030.
Archiefopslag
Ook de energiekosten van tape liggen lager, zo’n vijf procent in vergelijking met harde schijven als je corrigeert voor capaciteit. Tape gaat bovendien dertig jaar of langer mee, terwijl de levensduur van een harde schijf zo’n vier tot vijf jaar bedraagt.
Tot slot stelt IDC, in een whitepaper gesponsord door het LTO Program, dat tape een belangrijke ‘air gap’ biedt tussen afgeschermde data en live productiesystemen, waardoor het een betere beveiliging biedt tegen geavanceerde ransomware en andere malware die live, archief- en back-updata terzelfdertijd proberen te besmetten.
Tape is niet langer de aangewezen technologie voor kortetermijnopslag, maar bovenstaande eigenschappen maken de technologie uitermate geschikt voor cold storage op lange termijn (archivering) en disaster recovery. Met het vooruitzicht op verdere ontwikkelingen zal tape dus nog niet meteen van het toneel verdwijnen.