Intel kondigt de nieuwe generatie Xeon-chips aan, met een verdubbeling van het aantal prestatiekernen. Zo overstijgt Intel (tijdelijk) grote rivaal AMD.
Intel wil na enkele moeilijke jaren een kentering inzetten. Nieuwe chips moeten aantonen dat Intel het nog niet verleerd is. Op dinsdag kondigde Intel de nieuwe generatie Xeon-chips voor servers aan. De zesde generatie, ook bekend onder de naam Granite Rapids, kondigt zich als de grootste spong vooruit in jaren aan voor de Xeon-processoren.
lees ook
Revolutie bij Intel: spin-off van chipfabriek, vertraging EU-fabriek in Duitsland en chips voor AWS
De Granite Rapids-generatie zijn de eerste Xeon-chips die de sprong maken van Intel 7 (10 nm) naar het Intel 3-procedé (5 nm). Dit rolt de rode loper uit voor een verdubbeling in het aantal P-kernen, van 64 tot maximaal 128. De Xeon 6-processors zijn beschikbaar in verschillende configuraties van 72 tot 128 kernen. De kernen worden in een ‘tegelarchitectuur’ gestapeld.
Intel claimt superieure prestaties ten opzichte van de vorige generatie. Xeon 6 biedt 1,6 keer hogere prestaties-per-watt dan Xeon 5. De hele familie biedt tot 96 PCIe-lanes en tot twaalf geheugenkanalen. Uiteraard mag een vergelijking met AMD niet ontbreken: Xeon 6 overstijgt ruimschoots het aantal kernen van AMD Epyc Genoa (96 kernen). AMD zal het scorebord snel weer gelijktrekken met Zen 5.
lees ook
AMD Zen 5: meer snelheid en efficiëntie voor laptop, desktop en server
Gaudi 3
Goede CPU’s alleen zijn al lang niet meer voldoende om te scoren in datacenters. Na eerdere teasers kondigt Intel officieel Gaudi 3 aan. Gaudi 3 is een ‘accelerator’ om AI-workloads in datacenters te versnellen. De accelerator is hiervoor gewapend met 64 Tensor-kernen, 128 GB HBM2e-geheugen en meer dan 24.000 gigabit ethernet.
Het meest van al is Gaudi 3 competitief met zijn prijs. Intel had eerder laten weten dat het zijn Gaudi 3-accelerators voor 15.000 dollar per stuk van de toonbank zullen gaan. De prijs is een stuk lager dan de H100 van Nvidia, die vaak meer dan het dubbele kost. Intel wil met lagere prijzen en evenwaardige prestaties eindelijk competitief zijn in de AI-markt. Wie AI zegt, moet voortaan ook Intel zeggen en niet enkel Nvidia.
