HPE heeft samen met onder andere Microsoft al 24 verschillende data-experimenten uitgevoerd op zijn Spaceborne Computer-2. Dat krachtige systeem, geoptimaliseerd voor gebruik in de ruimte, verbetert de analyse-capaciteiten van het ISS.
De Spaceborne Computer-2 van HPE heeft al 24 verschillende data-experimenten in de ruimte ondersteunt. Het systeem zorgt voor nieuwe inzichten maar optimaliseert ook de communicatie met de aarde, waar de efficiëntiewinst in sommige gevallen factor 20.000 bedraagt.
Vrij klassieke hardware
HPE lanceerde de Spaceborne Computer-2 (SBC-2) vorig jaar naar het Internationale Ruimtestation (ISS) aan boord van een Cygnus-ruimtetuig. De computer bestaat uit een HPE Edgeline Converged EL4000 edge-systeem. Dat is een compacte maar rugged serverbehuizing geoptimaliseerd voor meer uitdagende omgevingen waartoe de ruimte zeker behoort. De rekenkracht is afkomstig van een klassieke HPE ProLiant DL360-server die krachtig genoeg is om AI- en HPC-workloads te ondersteunen.
In een persbericht laat HPC nu met enige trots weten dat de SBC-2 in een jaar tijd 24 experimenten tot een goed einde heeft gebracht. Die experimenten betroffen telkens data-gerelateerde workloads, maar in verschillende domeinen waaronder gezondheidszorg, beeldverwerking, 3D-printing en 5G.
Efficiënter
Doel van de computer is om de interne capaciteiten van het ISS te versterken. Data van de ruimte naar de aarde sturen is immers een trage affaire, en het ruimtestation bevindt zich dan nog in een lage baan om onze planeet. Voor toekomstige maan- en Marsmissies is het nog belangrijker dat ruimtetuigen zelf data kunnen verwerken zonder helemaal afhankelijk te zijn van de aarde.
Voor de SBC-2 duurde het 12,2 uur om 1,8 GB aan ruwe DNA-data naar de aarde te sturen, illustreert HPE. Met de Spaceborne Computer-2 kunnen onderzoekers op het ISS in zes minuten tijd de eerste analyse uitvoeren. Die relevante inzichten woirden vervolgens tot 92 KB gecomprimeerd en in 2 seconden naar de begane grond gestuurd: een tijdswinst van factor 20.000.
Analyse in het ISS
Verder diende de SBC-2 als een platform om samen met NASA en Microsoft de kwaliteit van gebruikte handschoenen van astronauten na ruimtewandelingen te onderzoeken. Die handschoenen kunnen slijten na bijvoorbeeld upgradewerk aan het ISS, wat veiligheidsrisico’s met zich meebrengt. Een speciaal ontwikkeld analysemodel gebouwd door NASA en Microsoft draait op de SBC-2 om zo meteen foto’s en video’s gemaakt in de ruimte te analyseren op schade. Vindt het model een effect, dan genereert het meteen een beeld met AI-annotaties die naar de aarde wordt gestuurd voor verdere analyse, zonder dat alle beelden naar de begane grond moeten.
De computer deed verder dienst als extensie van een 5G-netwerk als onderdeel van een onderzoek voor de uitrol van 5G op satellieten. De SBC-2 speelde ook een rol in de analyse van data van natuurrampen, naast vele andere experimenten.
De computer moet in totaal zeker twee tot drie jaar dienst bewijzen aan boord van het ISS. De SBC-2 volgt een eerdere versie op, die enkel bedoeld was om te onderzoeken of klassieke hardware ook veilig in de ruimte kan werken.
De voordelen van Edge-computing
De computer en het bijhorende onderzoek tonen in een extreme vorm het belang van edge computing aan. Vaak is het interessanter om data bij de bron te analyseren en niet alle gegevens naar een centraal datacenter te sturen. Dat kost immers tijd, geld en verhoogt de latency. In de ruimte wegen die factoren heel sterk door, maar ook op de aarde is het relevant om de eerste analyse van data bijvoorbeeld in een fabriek zelf uit te voeren.