Google Cloud kondigt een nieuwe automatisering aan voor zijn Google Kubernetes Engine (GKE). Autopilot, zoals de nieuwe functie voor GKE heet, beheert alle dagelijkse werkzaamheden omtrent de administratie van Kubernetes clusters en nodes. Dat alles gebeurt volledig automatisch. Hierdoor zijn gebruikers stukken minder tijd kwijt aan infrastructuurmanagement en kunnen ze zich meer richten op hun workloads.
De nieuwe functie is een aanvulling op de bestaande GKE ervaring die al een groot deel van de infrastructuur omtrent clusters beheerde. Dankzij de toevoeging van Autopilot krijgt GKE nu twee manieren van werken. Naast de geautomatiseerde versie kunnen gebruikers nog kiezen voor de ‘standaard’ ervaring. Voor gebruikers die hun infrastructuur handmatig willen aanpassen blijft de oude ‘standaard’ instelling de beste optie.
Het idee achter Autopilot is om alle tools die Google al had voor Google Kubernetes Engine samen te brengen met de SRE teams die de juiste kennis in huis hebben om clusters te ontwikkelen. Zo legt Drew Bradstock, productmanager voor GKE, uit in een blog. Autopilot voegt automatisch schalen, automatische upgrades, onderhoud en dagelijkse werkzaamheden samen.
Wel de lusten, niet de lasten
Dankzij Autopilot hoeven ontwikkelaars zich minder bezig te houden met het beheren van Kubernetesclusters, waardoor ze meer aandacht kunnen besteden aan de daadwerkelijke workloads. Bedrijven profiteren zo wel van de voordelen van Kubernetes, maar zonder dat al het onderhoudswerk erbij komt.
In plaats van dat ontwikkelaars zelfs hun clusters moeten configureren, kunnen ze dankzij Autopilot kiezen uit verschillende opties die zijn geoptimaliseerd voor productie. Daarbij wordt de clusterinfrastructuur bepaald op basis van de workload specificaties.
Niet alleen maakt Autopilot het werken met Kubernetes op Google Cloud sneller, het wordt ook een stuk eenvoudiger. Ontwikkelaars hoeven niet per se alle kleine details van Kubernetes te leren om ermee aan de slag te gaan.
Autopilot is gebaseerd op ‘battle tested’ en geharde richtlijnen en best practices. Daardoor biedt de tool een sterke beveiliging. Individuele nodes worden afgesloten, waardoor het aanvalsoppervlak van elke cluster verkleint en er zo min mogelijk configuratiefouten mogelijk zijn.