Nvidia mag geen krachtige datacenter-GPU’s meer exporteren naar Rusland en China zonder licentie. Dat kan het bedrijf zo’n 400 miljoen dollar aan gemiste inkomsten opleveren.
Nvidia mag zijn krachtige A100 en H100-GPU’s niet zomaar naar overal exporteren. Zowel de oudere Ampere-chips als de nieuwe Hopper-GPU’s zijn krachtpatsers gericht op HPC-systemen gebouwd voor AI-workloads. De componenten zijn uitermate geschikt voor supercomputers met eventueel militaire doeleinden, redeneren de VS nu. Daarom wordt de export van de chips voortaan aan banden gelegd.
Concreet mag Nvidia geen A100’s en H100’s meer exporteren naar China en Rusland zonder licentie. Dat moet het risico voor misbruik inperken. Ook DGX-systemen gebaseerd op de chips vallen onder de maatregel, net als toekomstige chips die even krachtig of krachtiger zijn dan de Nvidia A100.
Gemiste inkomsten
De maatregel kan Nvidia opzadelen met zo’n 400 miljoen aan gemiste inkomsten, vooral dan omwille van de beperkte toegang tot de Chinese markt. Nvidia verkoopt op dit moment geen hardware aan Rusland. Het bedrijf zal als gevolg van de maatregel misschien enkele activiteiten uit China moeten weghalen, wat een negatief gevolg kan hebben op de productplanning.
Langs de andere kant is het niet gezegd dat het allemaal zo’n vaart loopt. Nvidia kan immers licenties verkrijgen indien de VS de klant veilig achten. De maatregel toont aan hoe de Verenigde Staten hun macht in chipland nog graag snel uitspelen. China werkt immers naarstig en met redelijk succes aan alsmaar krachtigere eigen chips om zich zo los te weken van de VS.