Het Overlegcomité heeft geen akkoord gevonden voor de geldverdeling na de veiling van het benodigde radiospectrum voor de 5G-uitrol. Daarmee lijkt de veiling minstens een jaar vertraging op te lopen.
De deelstaten willen een groter deel van de opbrengst van de veiling van het 5G-spectrum, maar de federale overheid is daar niet mee akkoord. Resultaat: de veiling raakt maar niet georganiseerd. De politieke geldruzie zorgde eerder al voor uitstel, maar nu de overheden er ook binnen het Overlegcomité niet uitraken, is er geen hoop meer voor een snelle doorbraak. Dat schrijft De Tijd.
Voor het aanbieden van hun mobiele diensten kopen operatoren de rechten op gereserveerde delen van het radiospectrum. Voor 5G gaat dat om de 700, 1.400 en 3.600 MHz-banden. Operatoren kunnen pas een 5G-aanbod uitrollen zodra ze weten dat ze toegang hebben tot het benodigde radiospectrum. ‘Eigendom’ van dat spectrum komt toe aan ons land, dat de rechten moet veilen. De opbrengst daarvan gaat voor een stuk naar de federale overheid, en voor een stuk naar de deelstaten.
5G als aspect van media
Die deelstaten redeneren dat 5G vooral gebruikt zal worden voor mediaconsumptie, wat geen federale bevoegdheid is. Daarom willen ze een groter deel van de koek vergeleken met de veiling voor 4G in 2013. Een akkoord over de verdeling blijft uit en de veiling houden, het geld blokkeren op een rekening en het achteraf uitvechten wordt niet als optie gezien. Federaal minister voor telecom Philippe De Backer (OpenVLD) had dat wel voorgesteld, maar vond geen gehoor.
Het Overlegcomité, dat als doel heeft dergelijke euvels op te lossen, bood geen soelaas. Nu de verkiezingen en een vermoedelijk lange regeringsvorming voor de deur staan, is er geen hoop meer op een snelle oplossing. Dat betekent dat België nog voor er een antenne geplaatst wordt een achterstand oploopt vergeleken met de buurlanden en de rest van Europa.
Moeilijk argument
De discussie is des te frappanter omdat traditionele mediaconsumptie de komende jaren niet noodzakelijk vlotter zal gaan op 5G dan op een goed dekkend 4G-netwerk. De grootste voordelen hebben te maken met latency en een hogere capaciteit voor IoT-toepassingen. 5G moet zo in eerste instantie economische initiatieven ondersteunen. Het politieke spel lijkt er zo nog maar eens voor te zorgen dat we ons binnenkort kunnen afvragen waarom buurland X of Y toch weer zoveel verder staat dan België.
Tot slot speelt ook de introductie van een eventuele vierde operator. De veelbesproken veiling zou immers niet alleen 5G-spectrum verdelen, maar ook de rest van het radiospectrum opnieuw onder de hamer brengen. Rechten daarop gelden immers maar tot 2021. OpenVLD wilde van de gelegenheid gebruik maken om een vierde telecomoperator te lanceren. Dat moet volgens de partij de concurrentie verhogen en zo de prijzen drukken. Het plan kan op kritiek rekenen: fysieke telecominfrastructuur vereist een enorme investering, en met een vierde operator moet iedere partij die doorrekenen aan een in verhouding kleinere groep klanten, klinkt het tegenargument. Zo zouden de prijzen net omhooggaan.
Geen consumentenprobleem
Zoals we eerder al argumenteerden is de vertraging op de uitrol van 5G niet echt een probleem voor de consument. Op enkele nichetoepassingen na (cloudgamen onderweg, VR op de bus) biedt een goed uitgerold 4G-netwerk voldoende bandbreedte om naar believen hogeresolutievideo te streamen. Dat zoiets bijvoorbeeld op de trein moeilijk gaat, heeft te maken met de plaatsing van de antennes. Aangezien 5G een hogere golflengte omarmt en dus meer antennes nodig heeft, biedt het netwerk geen oplossing voor dat probleem. De vertraging is vooral nefast voor organisaties die op de IoT-trein willen springen, of de uitrol van nieuwe slimme technologieën zoals wagens die met elkaar praten.
Gerelateerd: Staar je niet blind op 5G: waarom het onbeminde Wifi 6 belangrijker is