De argwaan tegenover Huawei vanuit verschillende landen, de Verenigde Staten op kop, zou goed nieuws moeten zijn voor Nokia en Ericsson in de 5G-race. De Europese netwerkspelers lijken het evenwel moeilijk te hebben om te kapitaliseren op dat voordeel.
Dat schrijft de Wall Street Journal. Volgens bronnen van de krant bij een Britse telecomoperator loopt de technologie van Huawei bijna een jaar voor op Nokia en Ericsson. Een eventuele ban van Huawei-apparatuur zou de lancering van 5G in het Verenigd Koninkrijk met negen maanden kunnen vertragen. Ook bij andere Europese operatoren klinkt een gelijkaardig sentiment.
Huawei is Nokia en Ericsson in recente jaren voorbijgestoken als ’s werelds grootste netwerkleverancier. In het derde kwartaal van 2018 had de Chinese fabrikant een aandeel van 28 procent op de wereldwijde markt voor telecomapparatuur, volgens cijfers van Dell’Oro. Bijna evenveel als Nokia (17%) en Ericsson (13,4%) samen.
Duur en complex
Huawei’s dominantie is des te opvallender omdat het bedrijf grotendeels is verbannen uit de Verenigde Staten, wereldwijd één van de grootste markten. De VS is overgegaan tot een ban uit vrees voor spionage van de Chinese overheid via de apparatuur van Huawei, en riep bevriende landen recent op om hetzelfde te doen. Onder meer Australië, Nieuw-Zeeland en Japan zijn het voorbeeld van de VS al gevolgd. In België voert het Centrum voor Cybersecurity een onderzoek naar de aannemelijkheid van de verdenkingen. Zowel Huawei als China ontkennen de beschuldigingen en benadrukken dat er nog steeds geen bewijs werd voorgelegd.
Verschillende grote Europese operatoren die reeds klant zijn bij Huawei, geven aan dat een overstap naar een andere leverancier duur en complex is. Het vereist onder meer dat personeel moet worden opgeleid om met andere technologieën te werken.
Goedkeuring
In tegenstelling tot Huawei, genieten Nokia en Ericsson wel de goedkeuring van de meeste veiligheidsdiensten in het Westen. Beide Scandinavische bedrijven hebben de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Canada reeds geadviseerd over cybersecurity-uitdagingen.
Beide bedrijven zijn volgens de Wall Street Journal voorzichtig om niet openlijk te profiteren van de situatie van Huawei, uit vrees voor Chinese vergelding. China beloofde in 2014 om 30 procent van zijn telecommarkt voor Europese bedrijven te reserveren, na een akkoord met de EU. Nokia en Ericsson vechten allebei voor het grootste deel van die koek.
In 2017 haalde Nokia 12 procent van zijn jaaromzet van 20,5 miljard euro in China. Voor Ericsson was dat 7 procent op een totale omzet van 19,6 miljard euro. Beide bedrijven hebben ook een deel van hun R&D en productie in China gevestigd. Een argument dat advocaten van Huawei nog gebruikten in een rechtszaak tegen de Amerikaanse ban.
Gerelateerd: Huawei opent cybersecuritycentrum in Brussel