Lunar Lake getest: Intel Core Series 2 is wél Ultra

Lunar Lake getest: Intel Core Series 2 is wél Ultra

Intel boekt eindelijk significante vooruitgang met de Lunar Lake-processors. Nu de eerste laptops in de rekken liggen, zien we hoe Intel uit een veel te lange winterslaap ontwaakt. Zowel de efficiëntie als de prestaties van de nieuwe reeks zetten in de verf hoe weinig Ultra de eerste generatie van Core Ultra eigenlijk was.

Intel lost de beloftes in met zijn processors uit de Lunar Lake-line-up (Core Ultra Series 2 – 200V). Gelukkig maar: de concurrentie van ARM en Qualcomm met zijn Snapdragon-chips was vorig jaar moordend. Fabrikanten die voor Intel kozen voor hun premium-laptops, leverden niet bepaalde interessante toestellen af. In 2025 belooft Intel opnieuw competitief te zijn.

Teleurstelling

De CPU-specialist introduceerde Core Ultra eind 2023. Toen al gingen de alarmbellen af. Bij gebrek aan vernieuwing onder de motorkap, leek het marketingdepartement van Intel eigenhandig in te staan voor de vooruitgang. Zo Ultra was de eerste generatie van Core Ultra niet. Sterker nog: voor het eerst in twintig jaar daalde de gemeten CPU-prestatie bij nieuwe toestellen. Laptopreeksen die historisch gezien garant stonden voor kwaliteit en prestaties, lieten het afweten. De matige ThinkPad Carbon X1 aangedreven door Intel Core Ultra 7 165U was daar het mooiste voorbeeld van.

Met Lunar Lake, aangekondigd eind 2024, heeft Intel wat goed te maken. Core Ultra (Series 2) moet een radicale vernieuwing zijn. Intel hertekent de architectuur van zijn chips en smijt multithreading buiten. Dat klinkt gevaarlijk, maar het werkt.

De test van de waarheid

We gaan aan de slag met een Intel Core Ultra 7 256V en een krachtigere Core Ultra 7 268V, verwerkt in respectievelijk een Samsung Galaxy Book 5 Pro en een Dell Pro 14 Plus. We vergelijken de prestaties en de efficiëntie van de chip met drie processors van de vorige generatie: twee uit het zuinige U-gamma en één krachtige H-chip. Voor de volledigheid betrekken we ook een Snapdragon Elite-processor in de vergelijking. AMD’s recentste chips laten we voor dit stuk even buiten beschouwing.

Laten we eerst eens onder de motorkap kijken. De Intel Core Ultra 7 256V en 268V hebben allebei acht rekenkernen aan boord, goed voor evenveel threads. Vier van de kernen zijn P-cores gericht op prestatie, de vier andere kernen zijn lager geklokt met het oog op efficiëntie. Dat geen van de kernen multithreading bezit, is ongezien in een mainstream-laptopchip van Intel.

In de eerste Core Ultra-generatie pakte Intel het helemaal anders aan. Die chips bestonden uit een heel beperkte hoeveelheid klassieke P-kernen met multithreading, bijgestaan door efficiënte E-kernen zonder.

Productieproces

Het productieproces is een ander heel belangrijk verschil. De Lunar Lake-chips rollen van de band bij TSMC en worden gebakken op de 3 nm N3B-node. Series 1 kwam wel uit een Intel-fabrieken en meer specifiek de Intel 4-node. Intel 4 en TSMC N3B moeten in theorie gelijkwaardig zijn, maar in de praktijk lijkt TSMC toch een streepje voor te hebben. Verder zette Intel ook Core-chips in de markt, zonder Ultra. Die processors rolden van een Intel 7-band (10 nm). Kwestie van het extra verwarrend te maken.

We zetten de belangrijkste specificaties van de chips die we gaan testen even op een rijtje:

FabrikantTypeP-kernenE-kernenThreadsNodeTDP
IntelCore Ultra 256V4 (4,8 GHz)4 (3,7 GHz)4+4TSMC N3B17 W
IntelCore Ultra 268V4 (5 GHz)4 (3,7 GHz)4+4TSMC N3B17 W
QualcommX1E-78-10012 (3,4 GHz)Nvt.12TSMC N435 W
IntelCore Ultra 7 155H6 (4,8 GHz)10 (3,8 GHz)12+10Intel 428 W
IntelCore 7 150U2 (5,4 GHz)8 (4 GHz)4 + 8Intel 715 W
IntelCore Ultra 7 165U2 (4,9 GHz)8 (2,1 GHz)4 + 8Intel 415 W

Per kern en allemaal samen

We kijken eerst naar de resultaten in de Geekbench 5 Pro-test. Die iets oudere benchmarktest meet de prestaties van zowel individuele kernen als de volledige chip.

We zien meteen enkele belangrijke resultaten. Eerst en vooral blijft de Qualcomm Snapdragon-processor krachtiger dan de Intel-alternatieven in multicore-workloads waarbij alle kernen volledig benut worden.

Kijken we naar de prestaties van individuele kernen, dan zien we iets anders. De P-kernen in de Lunar Lakje-processors zijn de krachtigste uit de test. Ze overtreffen zowel de Oryon-kernen van Qualcomm als de cores in de Core Ultra 7 van de vorige generatie, en de gewone Core 7.

Nog straffer is de vergelijking met de Intel Core Ultra 7 155H. Die H-chip is gebouwd met het oog op prestaties, in contrast met de U-processors van dezelfde generatie. Een hoger stroomverbruik helpt daarbij. Toch doen zowel de Core Ultra 7 256V als de 268V het in single threaded-workloads beter.

We herhalen de test met de modernere Geekbench 6-benchmark, en zien consistente resultaten.

Ook hier scoren de kernen van de nieuwe chips het best. Het gebrek aan multithreading en de bescheiden hoeveelheid P-kernen speelt de chips parten in workloads die alle cores en threads maximaal benutten. Lichtere workloads die niet door alle kernen tegelijk verwerkt worden, kunnen de Core Ultra 200-chips beter slikken dan wie dan ook.

Dat het verschil tussen de Core Ultra 7 256V en 268V klein is, hoeft niet te verbazen. De P-kernen kernen van de Core Ultra 7 268V zijn net iets hoger geklokt, maar in de praktijk is dat verschil minimaal.

Uit deze tests blijkt dat Intel met Lunar Lake en Core Ultra Series 2 goed gegokt heeft. De inzet op twee keer vier geoptimaliseerde kernen loont. Zeker voor iets lichtere workloads doen de chips het erg goed en komen ze zelfs in de buurt van de H-reeks van de vorige generatie.

De vorige generatie blijft achter

Wat prestaties betreft, maakt Intel hier een enorme sprong vooruit. We kijken nog eens specifiek naar de Core Ultra 7 256V en rechtstreekse voorganger Core Ultra 7 165U. P-kern tegen P-kern zien we een verbetering van 22 procent en in multithreaded-scenario’s is de nieuwe chip zelfs zo’n 26 procent krachtiger.

Dat is frappant wanneer je weet dat de Core Ultra 7 165U meer kernen en threads heeft, en gebakken is op een proces dat Intel evenwaardig achtte aan TSMC 3 nm. Het toont dat de architectuur van de eerste generatie Core Ultra simpelweg de beloften niet kan inlossen. Lunar Lake doet het met zijn eenvoudigere architectuur een stuk beter.

Wat met de batterij?

Prestaties zijn één zaak, efficiëntie een andere. Qualcomm zet met de Snapdragon X Elite-reeks immers in op een aantrekkelijke verhouding tussen beide. Hoe efficiënt zijn de nieuwe chips?

Om hier inzicht in te krijgen, moeten we ons een beetje behelpen. Idealiter vergelijken we toestellen met exact dezelfde specificaties op de CPU na, maar die hebben we nog niet ter beschikking. We zoeken daarom vooral naar een trend. We voeren onze uitgebreide batterijtests uit op de verschillende laptops, en verrekenen dat resultaat met de batterijcapaciteit. In onderstaande grafiek zie je het aantal minuten autonomie dat je krijgt per wattuur batterij.

Omdat de specificaties van de laptops verschillen, vermelden we er alvast het schermformaat bij. Een groter scherm vergt logischerwijze meer van de batterij. Hou daar rekening mee in de interpretatie van de resultaten.

We zien wel dat de Qualcomm Snapdragon Elite nog steeds de efficiëntiekoning is. Intel maakt echter een inhaalsprong. De boeiendste vergelijking is die tussen de Intel Core Ultra 7 165U en Core Ultra 268V, allebei getest in een 14 inch-laptop met 32 GB RAM (de Dell Pro 14 Plus en de Lenovo X1 Carbon Gen 2). De resolutie van de Lenovo is wel wat hoger, wat de batterijprestaties negatief beïnvloedt.

Voelbare vooruitgang

We zien toch dat de nieuwe chips een stuk efficiënter zijn. Zelfs de Core Ultra 7 256V in een 16 inch-laptop met identieke resolutie aan de Lenovo X1 Carbon biedt significant meer minuten autonomie per wattuur dan zijn voorganger.

Hieruit concluderen we dat Lunar Lake aanzienlijk efficiënter gebruik maakt van de laptopbatterij. Je krijgt betere rekenkernen met hogere prestaties, aan minder stroomverbruik.

Geen blok aan het been meer

Hoe zich dat naar de praktijk vertaalt, is moeilijker te analyseren met de diverse laptops die we inzetten voor deze tests. Voor de werkelijke prestaties van software speelt er immers meer dan de CPU alleen. Ook RAM-geheugen en de snelheid van de SSD hebben een grote impact, net als de thermische capaciteiten van de toestellen. Toch is één opvallend resultaat het bekijken waard.

Bovenstaande grafiek toont een score op basis van een benchmark van Microsoft Office-applicaties en browsen. De Dell Pro 14 Plus met Intel Core Ultra 7 268V komt hier als beste uit de vergelijking. Dat maakt duidelijk dat fabrikanten gewapend met de nieuwe Intel-chips dit jaar opnieuw in staat zijn om echt goede laptops te bouwen, die op het vlak van prestaties een voelbare sprong vooruit maken. De Intel-CPU is geen flessenhals meer.

We zien tevens een groot verschil tussen de laptop van Samsung en die van Dell, ondanks de gelijkaardige chips binnenin. Daaruit kan je vooral afleiden dat er meer speelt dan alleen de keuze van CPU voor de totale prestaties.

Intel speelt opnieuw mee

De eerste tests van de Intel Core Ultra 200V-chips zijn wel duidelijk. De eerste generatie van Core Ultra was een blok aan het been van laptopfabrikanten; de tweede generatie kan opnieuw een troef zijn. De chips maken gebruik van een veel eenvoudigere architectuur en die werkt.

Voor workstations zijn single threaded-chips met vier P- en vier E-kernen waarschijnlijk niet de beste optie, maar voor kantoorlaptops lijken ze een uitstekende balans te bieden met hoge gerichte prestaties en een efficiënt gebruik van de batterij. Intel overtreft de concurrentie niet, maar lijkt wel bij te benen.