[Opinie] Proximus holt het principe van de netneutraliteit verder uit, terwijl het BIPT zich achter regeltjes verstopt. Zo speelt de provider handig in de kaarten van Facebook, en wordt innovatie gefnuikt.
Het Epic-aanbod van mobiele provider Proximus is een epische slag in het gezicht van de netneutraliteit, hoewel minister Alexander De Croo en het BIPT dat blijkbaar niet zien.
Epic is de nieuwste abonnementsformule van de netwerkoperator. Het aanbod bestaat in twee smaakjes, beiden gericht op zogenaamde millennials. De twee formules omvatten 3 GB aan mobiele data, onbeperkte sms’en, en 60 belminuten. Wie voor Epic Stories kiest, kan daarbij onbeperkt gebruik maken van Facebook (inclusief Messenger), Whatsapp, Snapchat, Instagram en Twitter. Voor al dat lekkers betaalt de consument 19,99 euro. Wie 24,99 euro op tafel legt en intekent op Epic Beats, kan bovendien zonder databeperking luisteren naar muziek via Deezer, Google Play Music, Spotify, Apple Music en Soundcloud.
Wat op het eerste zicht een leuk aanbod voor de consument lijkt, gaat in de praktijk innovatie tegen, verziekt de start-upcultuur, en speelt in de hand van giganten als Facebook. Als de multinational van Mark Zuckerberg nog geen monopolie is, zal het dankzij opportunistische formules als Epic in ieder geval niet lang meer duren.
Een te verdedigen principe
De netneutraliteit is een principe dat aan de basis ligt van het internet zoals we dat voorlopig nog kennen. Het principe houdt in dat een internetprovider zoals Proximus geen onderscheid mag maken tussen internettrafiek. Ieder datapakketje is gelijk, waar het ook vandaan komt, hoe het er ook uit ziet, en naar wie het ook gaat. Als jij naar Techzine.be surft, enkele artikelen aanklikt en een handvol afbeeldingen laadt, dan moet je provider die 5 MB hetzelfde behandelen als 5 MB aan data afkomstig van streamingdienst Netflix. Het is de taak van de provider om zijn netwerk uit te bouwen, en tegemoet te komen aan de steeds zwaardere data-eisen van consumenten en bedrijven.
Het is de taak van de provider om tegemoet te komen aan de steeds zwaardere data-eisen van consumenten en bedrijven
Proximus veegt zijn voeten aan dat principe, en maakt dat onderscheid wel. Gewone internettrafiek telt in de Epic-formule tegen de limiet van 3 GB, trafiek gegenereerd door bijvoorbeeld Facebook niet. Proximus ziet dus een verschil tussen pakketjes gegenereerd door verkeer naar Techzine.be enerzijds, en pakketjes gegenereerd door WhatsApp-berichten anderzijds.
De bevoorrechte diensten zijn stuk voor stuk eigendom van enorme internetbedrijven, maar Facebook krijgt wel buitenproportioneel veel liefde. De app van Facebook zelf, Facebook Messenger, WhatsApp en Instagram genereren ‘gratis’ trafiek.
Flauwe excuses van het BIPT
“Dat kan geen kwaad”, zo redeneert het BIPT in een reactie aan De Standaard. “Want als een gebruiker zijn 3 GB aan data opgebruikt, dan valt zijn gratis mobiele data weg, ook voor de bevoorrechte applicaties.” Irrelevant natuurlijk. Sterker nog: wie voor een Epic-abonnement kiest krijgt met 3 GB eigenlijk erg weinig vrij te gebruiken data voor zijn geld. Het is duidelijk de bedoeling dat abonnees voornamelijk gebruik maken van de geprivilegieerde apps. Ze zullen naar believen WhatsAppen, Instagrammen en Spotify’en, terwijl ze logischerwijze zuinig omgaan met de overige 3 GB.
Dit werd door @proximus vooraf afgetoetst met telecomregulator @BIPT_IBPT die geen problemen zag. Zie ook reactie regulator bij @destandaard. https://t.co/kZ1EQXObZQ
— Alexander De Croo 🇧🇪🇪🇺 (@alexanderdecroo) June 25, 2018
Dat is heel jammer voor streamingdienst Tidal. Die wilde een alternatief bieden aan de grote muziekdiensten door opbrengsten beter te delen met artiesten. Je moet wel gek zijn om Tidal te gebruiken als je veel muziek beluistert. Wie twee uur per dag muziek streamt via mobiele data op zijn pendeltocht naar het werk, verbruikt op een normale maand ongeveer 4,5 GB aan data. Met Tidal zit je 1,5 GB over je limiet, met Spotify en Epic blijft die limiet onaangeroerd.
Ook jammer voor Telegram. Dat alternatief voor WhatsApp is vooral in Rusland erg populair. Veel kans maakt het hier niet: wie bijna aan zijn datalimiet zit met Epic, kan voor de rest van de maand ongestoord verder WhatsAppen, terwijl filmpjes sturen met Telegram de datatoevoer onverbiddelijk zou afsluiten.
Het internet, maar dan kleiner
Volg je Proximus met Epic, dan kies je er in essentie voor om het internet te reduceren tot een handvol apps, voornamelijk eigendom van Facebook, met daarnaast een klein zakcentje aan data om de rest van het wereldwijde web te beleven.
Dat ontmoedigt gebruikers om alternatieven voor de gratis diensten uit te proberen, en weerhoudt hen er omwille van de erg beperkte 3 GB-limiet ook van om totaal andere applicaties te gebruiken. Een nieuwe clouddienst om je bestanden te synchroniseren? De 3 GB is meteen op, en alles valt weg. Een start-up die je live beelden van populaire events wil aanbieden? Hetzelfde verhaal. Diezelfde start-up die zich afhankelijk maakt van Facebook, en zijn beelden daar gaat streamen? Dat mag van Proximus wel.
Volg je Proximus met Epic, dan kiest je er in essentie voor om het internet te reduceren tot een handvol apps
Het is niet de eerste keer dat Proximus zijn voeten veegt aan het principe van de netneutraliteit. Eind maart 2017 lanceerde de provider een proefproject waarbij het ontwikkelaars de kans gaf om Proximus te betalen, in ruil voor ‘gratis’ data voor hun applicatie naar de gebruikers toe. Blijkbaar was het project een succes.
In de zomer van 2016 probeerde wat toen nog Base was hetzelfde: Pokémon Go spelen was plots gratis. Het is duidelijk dat netneutraliteit en mobiele providers elkaar niet genegen zijn. Telkens vindt de regulator van dienst wel één of andere regel waardoor deze ene uitzondering nu wel door de beugel kan.
Natuurlijk is het internet niet plots dood nu Proximus Epic lanceert. Het is wel een zoveelste stap in de richting van een armer internet, waar start-ups en underdogs niet alleen tegen de marketingbudgetten van Facebook en Google moeten vechten, maar zelfs op hun blote knieën moeten smeken bij providers om hun data niet benadeeld te zien. Wie geen zak geld op tafel gooit, zal vermoedelijk enkel met pijnlijke knieën huiswaarts keren.
De Croo verstopt zich
De reactie van minister De Croo is misschien nog het teleurstellendst van al. Hij schreeuwde enkele weken geleden nog in het parlement dat de telecomproviders in België hun klanten te veel aanrekenen en te traag innoveren. Vandaag schuilt hij zich samen met het BIPT achter flauwe regeltjes.
In de VS is netneutraliteit zopas gestorven, bij ons is het principe niets meer dan een vage richtlijn, die we steeds verder kunnen uithollen
Een aanbod als Epic is nefast voor innovatie. Veel consumenten zullen tevreden zijn met het abonnement, omdat ze niet weten of niet wakker liggen van netneutraliteit. Handig voor Proximus, dat schaamteloos 24,99 euro blijft vragen voor een schamele 3 GB aan vrij te gebruiken data. In Nederland krijgen consumenten voor dat geld 10 GB, en mag je onbeperkt bellen.
Toegegeven, in de zakelijke wereld zijn schendingen van netneutraliteit een zeldzaamheid (de concurrentiële discriminatie door formules als Epic buiten beschouwing gelaten). Maar is het zo ondenkbaar dat je binnenkort business-formules krijgt waarbij je 500 GB aan data per maand kan opgebruiken, plus onbeperkt mag werken in de cloud zolang je kiest voor Amazon Web Services of Microsoft Azure? Hoe groot schat je de kans dan nog in dat een Belgische start-up zich een weg naar wereldwijd succes baant met een aanbod dat jouw bedrijf toevallig op het lijf geschreven is?
Als de Belgische regels vandaag toestaan dat Proximus Epic zonder meer kan lanceren, dan is de enige juiste conclusie dat de huidige regels het netneutraliteitsprincipe onvoldoende kunnen beschermen. Dat het aanbod zo voordelig is voor een handvol grote spelers, is verder zout in de wonde. In de VS is netneutraliteit zopas gestorven, bij ons is het principe blijkbaar niets meer dan een vage richtlijn, die we steeds verder kunnen uithollen tot we plots ontdekken dat het internet een verzamelnaam is voor de diensten van Facebook en Google. Dan kunnen we ons gezamenlijk afvragen waar alle start-ups plots heen zijn.