Al voor internet over de coaxkabel liep, waren de limieten van de technologie duidelijk. Met DSL en varianten is het nog erger gesteld. De uitrol van glasvezel is meer dan een belangrijke volgende technologische stap: de echte snelheidslimieten van de technologie zijn nog bijlange niet in zicht.
“Glasvezel heeft wel theoretische limieten, maar die kunnen we praktisch nog lang niet halen.” Dat zegt Hans Witdouck, vandaag CEO bij Eurofiber Belgium maar dertig jaar geleden een jonge snaak die de voorstudie voor Telenet gemaakt heeft. Witdouck drukte zijn stempel al op de Belgische netwerken nog voor er echt sprake was van het internet. De toekomst is volgens hem aan fiber. 5G en satelliet zullen hun rol spelen, maar het belang van glasvezel zal enkel toenemen.
Gekende limieten
Witdouck blikt terug op 1994, voor de lancering van Telenet. “Toen al was er een grote kennis van kabelnetwerken, en kenden we de limieten. Van het begin af aan was duidelijk dat kabel geen oneindige capaciteit heeft.”
Rond 2010 werkte Witdouck daarom aan een fiber to the home-plan voor België. “We stapten onder andere naar Proximus en Fluvius met dat plan, maar het was toen moeilijk om investeerders te vinden. Er lagen al twee breedbandnetwerken voor ieder huis. Met de kabel van Telenet was veel mogelijk, en met DSL toch ook redelijk wat. Niemand zag toen in dat er nood zou komen aan een veel hogere bandbreedte.”
Remmende voorsprong
Volgens Witdouck heeft toen de wet van de remmende voorsprong gespeeld. In die periode was het bereik van breedband in ons land erg groot, zeker vergeleken met andere landen. Omdat België zo goed geconnecteerd was, ontbrak de urgentie om grote investeringen in glasvezel te maken. “Toen hebben we een achterstand opgelopen”, denkt hij.
lees ook
Proximus en Telenet bespreken samenwerkingsdeal glasvezel
Vandaag is de situatie anders. Proximus startte als eerste met de investeringen in glasvezel, voornamelijk omdat de eigen VDSL-technologie niet meer concurrentieel is met de kabel. De kabel van Telenet kan nog wel wat upgrades slikken, maar de limiet komt stilaan dichterbij. De vraag naar meer bandbreedte en een lagere latency stimuleert de investeringen in glasvezel. Bovendien is de uitrol erg toekomstbestendig, meer nog dan bij de kabel.
Ecologische component
“De praktische bandbreedtelimieten van glasvezel kennen we eigenlijk nog niet”, weet Witdouck. “Vandaag gebruiken we slechts een heel klein deel van het spectrum op fiber. Dat is het meest economische stukje, maar er is marge om nog heel veel bandbreedte bij te voegen.”
Dan is er nog de ecologische component. “Een glasvezelnetwerk is efficiënter dan een kabelnetwerk”, legt Witdouck uit. “Een kabelnetwerk is eigenlijk niet zo duurzaam. Het bestaat uit vele actieve componenten die allemaal energie verbruiken. Fiber verbruikt veel minder.” Hij denkt dat duurzaamheid daarom ook een rol speelt in de huidige uitrol van glasvezel.
Een glasvezelnetwerk is efficiënter dan een kabelnetwerk.
Hans Witdouck, CEO Eurofiber Belgium
Satellieten
Toch lijkt het alsof er kapers op de kust zijn. Satelliet-internet staat bijvoorbeeld in de belangstelling. SpaceX en Elon Musk hebben met Starlink aangetoond dat een grote vloot aan kunstmanen in een lage baan om de aarde relevant zijn voor breedbandinternet overal ter wereld. Musk is niet meteen de meest betrouwbare partner, maar het concept werkt wel. De EU wil daarom zelf investeren in een alternatief netwerk: IRIS². Klassiek satelliet-internet, dat al langer bestaat, komt daarom ook meer in de belangstelling.
En dan is er mobiel internet. 5G-connectiviteit is in steeds meer gevallen een interessant alternatief voor een bekabelde connectie. Welke rol speelt glasvezel in dat verhaal?
Witdouck maakt zich niet meteen zorgen. “5G is niets zonder glasvezel en ook satelliet is geen evenwaardig alternatief. Beide technologieën kunnen relevant zijn voor bedrijven die een back-up-connectie willen en het niet erg vinden als de snelheid en latency daarvan wat lager ligt. Er zijn scenario’s waar de technologieën een oplossing bieden. Maar ze doen niet af aan de nood aan een glasvezelnetwerk.”
Vraag naar veiligheid
Wanneer veiligheid op de proppen komt, heeft fiber nog enkele andere troeven. Denk maar aan encryptie en het mogelijke gevaar van een toekomstige kwantumcomputer. Met Quantum Key Distribution is het vandaag al mogelijk om principes uit de kwantumfysica in te zetten om verkeer over glasvezelnetwerken te beveiligen.
Datacenters en kritieke sites rekenen exclusief op redundante fiber-connecties om zich met het internet en elkaar te verbinden. Ook daar is glasvezel de technologie van dienst, zonder echt concurrentie.
Voor bedrijven maakt fiber to the home de stap naar glasvezel kleiner. Vanuit zijn positie bij Eurofiber wijst Witdouck natuurlijk op wat hij ‘residentiële netwerken’ noemt (waarbij glasvezelverbindingen gedeeld worden, zoals aangeboden door klassieke providers), en echt professionele connecties met dedicated fiber.
“De vraag naar robuuste connecties met redundantie groeit”, stelt Witdouck vast. “In de Oostzee worden kabels overgetrokken en mensen beginnen na te denken. Zoiets kan ook op het land. Bedrijven en overheidsdiensten willen niet zonder internet vallen, want dat kan een grote impact hebben.” Uitgebreide, professionele en redundante glasvezelnetwerken zijn volgens Witdouck de toekomstbestendige oplossing voor die uitdaging.