Open of gesloten? Het is een doorslaggevende vraag bij het kiezen van een databasebeheersysteem. Tijdens Open for GOV klinkt een oproep voor opensource, maar de overstap is niet zo eenvoudig gemaakt.
Open for GOV brengt twee keer per jaar IT-experten uit de Belgische opensourcegemeenschap en de publieke sector samen rond de tafel. Het evenement heeft als doel om ideeën en ervaringen uit te wisselen rond het omarmen van opensourcetechnologie in de publieke sector. ITdaily sloot aan tijdens de laatste editie van 2024, die volledig in het teken stond van databases.
Dat één thema centraal staat tijdens de bijeenkomst, is eerder uitzonderlijk. “Dat is omdat zelden tot nooit één specifieke technologie het probleem vormt. De complexiteit die organisaties ervaren, zit net in het aan elkaar ‘nieten’ van verschillende technologieën”, zegt Hans Dillen, Business Developing Manager bij Kangaroot, in zijn welkomwoord.
Organisator Kangaroot heeft al 25 jaar ervaring in opensource en Linux. De publieke sector overtuigen van opensource was aanvankelijk geen evidente zaak. Het verdrag van Tallinn, goedgekeurd op 6 oktober 2017 in het Europese parlement, zorgde daarin voor een kantelpunt. Vandaag mag Kangaroot verscheidene publieke instellingen in België tot zijn klanten rekenen.
De jaren negentig
Dirk Deridder, die aanwezig is namens Smals, neemt het woord. Deridder neemt de zaal mee voor een lesje geschiedenis. “Al sinds de jaren ’30 wordt er gesproken over een ‘informatie-explosie’. Datageneratie is van centralisatie naar decentralisatie naar opnieuw recentralisatie geëvolueerd. Het lijkt soms alsof databases in de jaren negentig zijn blijven hangen”.
Deridder verduidelijkt zijn punt. “De data-explosie is niet langer meer houdbaar. Enkel al binnen onze organisatie is de hoeveelheid data in tien jaar tijd gegroeid van één petabyte tot 29 petabyte. Hoe waardevol zijn al die gegevens dan nog? Data worden vaak bijgehouden ook als die niet (meer) nodig zijn. Om kosten onder controle te houden, moeten we verspilling van storagecapaciteit vermijden. Data die niet bestaan, kosten je nul euro”.
Machiavellistische licenties
Deridder is een graag geziene gast op opensource-conferenties in ons land. Dat is niet toevallig, want Smals wil als ICT-leverancier van de Belgische instellingen voor sociale zekerheid een voortrekker zijn van het gebruik van opensource software in de publieke sector. Het ReUse-platform van het bedrijf steunt grotendeels op opensource componenten.
lees ook
Hoe hergebruik de overheid tientallen miljoenen bespaart
Smals zit zelf ook volop in een proces om zijn databases over te zetten op opensource databasebeheersystemen. “We beschikken over bijna 4500 databases. Ongeveer veertig procent daarvan zit op platformen van Oracle, tegenover achttien procent op PostgreSQL. We zitten op de goede weg, maar we hebben nog veel werk”, zegt Deridder.
De naam van Oracle is gevallen en dat zal niet de laatste keer zijn. Oracle heeft met zijn Database-platform één van de meest gebruikte databasebeheersystemen in de rangen, terwijl PostgreSQL zich opwerkt als het open alternatief. Deridder: “Redenen om de overstap naar opensource waar mogelijk te maken, zijn eenvoudigere configuratie en duidelijkere licenties. Om de licenties van Oracle te begrijpen, heb je een PhD nodig. Je moet als gebruiker zelf uitzoeken hoe je je licenties kan optimaliseren”.
“Dat neemt niet weg dat ook over opensource veel clichés bestaan, bijvoorbeeld dat het ‘goedkoop’ is”, voegt Deridder toe aan zijn betoog. “De meerwaarde zit voor mij in het ontwikkelen van duurzame ICT-oplossingen en het bevorderen van samenwerking en synergie, vanuit een focus op kwaliteit. Dat opensource je bevrijdt van ‘machiavellistische’ licentiepraktijken, is een bonus”.
Het lijkt soms alsof databasebeheer in de jaren negentig is blijven hangen.
Dirk Deridder, directeur IT-infrastructuur, operaties, diensten en ondersteuning bij Smals
ICT uit de doos
“Waarom opensource? Die vraag is voor mij even vreemd als relevant”, gaat Deridder verder. “69 procent van alle code wereldwijd bestaat uit opensource. De propriëtaire vendoren zouden evengoed nooit kunnen bestaan zonder opensource. Maar de overstap van propriëtaire software naar opensource is daardoor niet eenvoudig. Het is zelfs een stuk moeilijker dan de omgekeerde weg”.
“Een database migreren vereist nog veel manueel werk, wat mijn eerder punt illustreert dat databasebeheer in de dark ages is blijven hangen. Niet alle opensourcesoftware is gelijk, soms heb je wel enterprise support nodig. Het is een kwestie van de sweet spot te zoeken”.
“Om af te sluiten: zou ik je willen aanraden om nu over te schakelen naar opensource? Ja, maar let op voor vendor lock-in en wees bewust dat de migratie moeilijk kan zijn. Dit zal niet met twee vingers in de neus gaan: je moet er voldoende tijd, planning en budget in steken en weten wat je doet. ICT komt zelden kant-en-klaar uit de doos”, besluit De Ridder.
Om de licenties van Oracle te begrijpen, heb je een PhD nodig.
irk Deridder, directeur IT-infrastructuur, operaties, diensten en ondersteuning bij Smals