Intels aanval op de GPU-markt begint met een slappe kaart

Een BB gun in een artilleriegevecht

Intel wil rechtstreeks concurreren met AMD en Nvidia in de GPU-markt. Daartoe lanceert het vandaag zijn eerste desktop-GPU en die situeert zich in een heel verrassend segment: de absolute onderkant. Wat zijn de plannen?

AMD maakt processors en grafische kaarten, Nvidia maakt ’s werelds beste GPU’s en waagt zich na de overname van ARM ook aan CPU’s, dus Intel kan niet achterblijven. De concurrentie van ARM en AMD voor de eigen CPU’s is al groot genoeg. Als Intel niet ook in staat is een CPU-GPU-tandem aan te bieden, dan dreigt het aan relevantie te verliezen ten voordele van de twee techreuzen die wel staan te springen met een aanbod vol synergie.

Dat beseft Intel maar al te goed. De processorboer sleutelt daarom al enkele jaren aan de Xe-architectuur: een eigen GPU-architectuur die zich moet meten met de technologie van Nvidia en AMD. Vandaag lanceert de fabrikant zijn allereerste volwaardige losse grafische kaart: de Intel DG1. Dat openingssalvo in de hernieuwde GPU-oorlog verrast omwille van het lage kaliber: Intel mikt op zijn tegenstanders met een tweedehands BB gun.

Sluipen via de achterpoort

In een markt waar Nvidia domineert met kaarten als de RTX A6000 en de GeForce RTX 3000-reeks, forceert Intel zich een weg naar binnen via de achterpoort. De DG1 imponeert met de bescheidenheid van zijn specificaties. De kaart is gebaseerd op de eerder gelanceerde Xe Max voor laptops. Die GPU was al aan de slappe kant en moest net iets meer pk’s bieden dan geïntegreerde graphics. De Intel DG1 is als desktopversie verrassend genoeg nog slechter voorzien.

Waar de Xe Max 96 Xe-gebaseerde Execution Units (EU) heeft, moet de DG1 het stellen met 80 exemplaren. Het is te zeggen: de GPU krijgt er wel 96 mee maar slechts 80 EU’s zijn actief. Intel heeft met andere woorden een bestemming gevonden voor de suboptimale versies van de Xe Max-chip. Geen enkel fabricageproces heeft perfecte yields en er zijn altijd wel wafers met chips waarvan niet iedere kern even goed presteert. In processors worden die chips gebruikt voor een lagere klasse van CPU, voor de GPU’s stopt Intel ze in de DG1.

Slapper dan een laptopkaart

Zo heeft de DG1 minder EU’s dan de geïntegreerde graphics op de beste mobiele Intel Tiger Lake-chips. De impact op de prestaties is onduidelijk aangezien de Intel DG1 met 4 GB eigen grafisch geheugen komt en een hogere kloksnelheid meekrijgt (om en bij de 1.650 MHz vergeleken met 1.350 MHz in de geïntegreerde Iris Xe-graphics op de Tiger Lake-processors).

Intel DG1Intel Xe MaxIntel Iris Xe
EU’s809696
Geheugen4 GBGedeeldGedeeld
Kloksnelheid (MHz)1.650 (vermoedelijk)1.6501.350

De intrede van Intel in de markt van losse grafische kaarten gebeurt in ieder geval met een kaart die evenwaardig is aan de geïntegreerde graphics van een laptop. Extra geheugen zou een meerwaarde kunnen zijn voor professionele workloads, maar met de 4 GB die Intel voorziet moet je ook daar niet teveel verwachten.

Specifiek doel

Voor wie is deze kaart dan? Intel verkoopt ze in ieder geval niet aan de massa. Hardwarefabrikanten zullen de GPU exclusief voor OEM’s in elkaar vijzen. Denk daarbij aan kant-en-klare desktopsystemen van HP, Dell en Lenovo. De Intel DG1 brengt extra aansluitingen voor 4K-schermen mee en heeft extra hardware-ondersteuning voor een handvol codecs. De GPU lijkt vooral nuttig voor mensen die bijvoorbeeld drie 4K-schermen willen aansturen maar verder geen workloads draaien die van een grafische kaart profiteren. In dat opzicht heeft de DG1 zeker en vast bestaansrecht.

Het valt nog op dat de gpu enkel moederborden met Intel B460, H410, B365 of H310C-chipsets ondersteunt en alleen wil samenspelen met Coffee Lake S en Comet Lake S-processors van Intel zelf. High end Intel-moederborden en AMD-hardware vallen dus uit de boot, al lijkt dat geen ramp gezien het doelpubliek van de kaart. Hopelijk heeft de beperking te maken met de bescheiden plannen van Intel met deze kaart, en gaat het niet om een dwaze policy die zich ook in latere kaarten zal doorzetten.

Onder de indruk van de DG1 is niemand, maar dat hoeft ook niet. Intel kiest niet voor een frontale aanval op de GPU-markt, maar eerder een subtiele infiltratie. De verwachtingen voor prestaties liggen laag en Intel hoeft niet met softwarespecialisten zoals Autodesk of Adobe te werken voor verregaande ISV-ondersteuning. Verder houdt de fabrikant de controle over vraag en aanbod door exclusief met partners en OEM’s te werken.

Ervaring opbouwen

De Intel DG1 is zo de perfecte sonde om niet alleen de markt mee af te tasten, maar ook om het eigen productieproces en de bijhorende logistiek uit te testen. Intel kan leren van de DG1 zodat het niet aan zijn proefstuk toe is wanneer uiteindelijk de grotere kanonnen van de band rollen.

lees ook

Arm en Nvidia: de chipwereld zal nooit meer dezelfde zijn

Vergis je immers niet: het is wel degelijk de bedoeling van Intel om op het scherp van de snee te concurreren. De fabrikant wil high-end GPU’s en accelerators bouwen voor workstations, servers en zelfs de gaming-markt laat Intel niet onberoerd. Wanneer de fabrikant uitpakt met de hardwarecomponenten om die visie te verwezenlijken, zijn fouten geen optie. De DG1 lijkt zo een onderdeel van het oefenproces.

Spectaculair is het niet. We hadden liever een rechtstreekse concurrent voor de Nvidia GeForce RTX 3080 gezien. Slim is het natuurlijk wel: wanneer die er eindelijk komt, kan Intel al verwijzen naar de ervaring die het heeft en de systemen waarin reeds grafische kaarten draaien. Sleutelt Intel in afwachting nog aan de architectuur, dan kan het meteen van een nieuwe generatie Xe spreken. Wanneer de high end-chips eindelijk verschijnen, lijkt Intel zo geen absolute nieuwkomer meer maar een producent met GPU-ervaring.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.