Nutanix viert pas dit jaar zijn tiende verjaardag, maar de hyperconverged-specialist vindt zichzelf momenteel al voor de tweede keer opnieuw uit. Hardware is niet meer belangrijk, traditionele softwarelicenties moeten eruit en investeerders verslikken zich. Toch blijft de organisatie de koers richting SaaS-provider vol vertrouwen vasthouden.
Nutanix is een verzamelnaam voor wat over de afgelopen tien jaar in essentie drie verschillende bedrijven waren. Het bedrijf, opgericht door huidig CEO Dheeraj Pandey, zag het levenslicht als bouwer van hyperconverged-toestellen (lees hier onze gids rond hyperconverged). “Toen Apple de iPhone uitbracht, dachten we allemaal dat de innovatie van mobiele telefonie gestoeld was op hardware”, vertelt Pandey. “Zo was het ook in de hyperconverged-wereld.” Nutanix probeerde de markt te kapen met toestellen, voorzien van eigen software.
Van hardware naar software
Enkele jaren later besefte Pandey dat die aanpak al gedateerd was. Hij illustreert: “Na de iPhone kwam Google met Android. Het begon iedereen te dagen dat de echte vernieuwing in de software zit. Het open besturingssysteem, compatibel met een breed scala aan hardware, was een katalysator die de markt van de mobiele telefonie drastisch vergrootte.” Zo vormde Nutanix zich een eerste keer om. De focus verschoof van hardware naar software, en die software zou zo agnostisch mogelijk zijn.
Het begon iedereen te dagen dat echte vernieuwing in de software zit.
Vandaag draait het hyperconverged-portfolio van Nutanix op x86-hardware van alle grote OEM’s. Door hardware een bank achteruit te schuiven, werden samenwerkingen met spelers als HPE mogelijk. Vandaag verdeelt Nutanix Proliant-servers met eigen software. Ook Dell EMC, Lenovo, Fujitsu en anderen verkopen via resellers toestellen waarop Nutanix-software draait.
De lijm tussen on premises, cloud en edge
De transformatie naar een platform-agnostische speler had ook een cloud-aspect. Vandaag kunnen klanten hun hyperconverged-noden vervullen met Nutanix op AWS, GCP en Azure. Het hele platform wordt gemanaged via één enkele centrale console van waaruit Nutanix-clusers beheerd worden, of die nu in de publieke cloud staan, on premises of een combinatie daarvan. Daar zit de toekomst volgens Pandey.
“Data moet zo dicht mogelijk bij de rekenkracht staan, en die rekenkracht staat idealiter zo dicht mogelijk bij de relevante toestellen”, aldus Pandey. “Dat is zeker in België belangrijk”, voegt Luc Costers, Sales Manager van Nutanix Belux, daaraan toe. “Telecomkosten zijn redelijk hoog bij ons. Door rekenkracht naar de netwerkrand te brengen, verhoogt de efficiëntie en kan een organisatie flink besparen op netwerkkosten.”
Door rekenkracht naar de netwerkrand te brengen, verhoogt de efficiëntie en kan een organisatie flink besparen op netwerkkosten .
Het is de ambitie van Nutanix om achterliggende hardware-infrastructuur onzichtbaar te maken, om welke toestellen het ook gaat en waar die ook staan. Het Nutanix-hyperconverged-platform moet IT-beheerders een console geven waarachter één datacenter lijkt te schuilen, ook al staat de infrastructuur misschien verspreid over 1.000 private en publieke locaties. Die hybride omgeving moet vervolgens beheerd worden met de eenvoud die een publieke cloudprovider vandaag biedt.
Flexibel kostenmodel
Nutanix werkt er hard aan om die simpliciteit naar de complexe hybride hyperconverged-omgevingen te brengen. Verregaande automatisering moet de infrastructuurlaag onzichtbaar maken, terwijl samenwerkingen met bijvoorbeeld ServiceNow een kant en klare portaalomgeving biedt voor gebruikers. Wat je wil, wanneer je het wil, waar je het wil, met een druk op de knop: dat is de ambitie.
Die ambitie heeft echter een impact op het financiële model van Nutanix zelf. Het kan niet zijn dat Pandey en de zijnen operationeel een flexibele cloud-geïnspireerde workflow aanbieden, maar dat het verkoopmodel gebouwd blijft aan op traditioneel licentiemodel waarbij klanten hardware voor drie tot vijf jaar kopen, samen met een servicecontract.
Dat model van servicecontracten wordt nu met enige hoogdringendheid naar de vergeetput gerangeerd. Een abonnementsmodel neemt de plaats in. Nieuwe klanten worden steevast aangemoedigd om in een systeem met maandelijkse kost te stappen. Dat garandeert meer schaalbaarheid en flexibiliteit, naar analogie met de functionaliteit van de producten die Nutanix aanbiedt.
Investeerders twijfelen
Het zorgt er ook voor dat de inkomsten van Nutanix veel meer gespreid worden en dat ziet er niet fraai uit in de kwartaalcijfers. De tweede grote transformatie van Nutanix zorgt voor een boekhoudkundig akkefietje. Groeiprognoses van analysten worden niet gehaald en hoewel de ommezwaai naar het subscriptiemodel dat verklaart, zijn investeerders er niet gerust op. Het aandeel van Nutanix kelderde van een hoogtepunt van bijna 62 dollar in de zomer van 2018 tot minder dan 25 dollar op dit moment van schrijven.
Noch Costers, noch Pandey liggen daar echt wakker van. “Het is natuurlijk spijtig”, vertrouwt Costers Techzine toe, “maar ik ben ervan overtuigd dat investeerders opnieuw vertrouwen zullen krijgen wanneer de ommezwaai naar het subscriptiemodel binnen enkele kwartalen rond is.” Zodra dat het geval is, zullen de financiële cijfers in theorie opnieuw stabiliseren. Tegen de elfde verjaardag van het bedrijf moet Nutanix in principe een volwassen SaaS-speler zijn met een uitgewerkt subscriptiemodel dat voor het gros van de inkomsten zorgt.
Hardware-as-a-Service
Een eindstation is dat allesbehalve. Software en licencing zijn immers flexibel, de onderliggende hardware is dat momenteel nog niet. “Hardware die over vijf jaar wordt afgeschreven is na drie jaar een last”, illustreert Costers. Klanten willen nieuwere en modernere toestellen, maar kunnen oude exemplaren die nog niet afbetaald zijn, moeilijk aan de kant schuiven.” In de praktijk kopen klanten die een on premises-oplossing willen momenteel een flexibel software-aanbod op een rigide hardwaredoos.
Ook daar wordt aan gewerkt. De duidelijkste illustratie is de samenwerking met HPE Greenlake. Op Nutanix .Next in Kopenhagen kondigde het bedrijf aan dat HPE Nutanix als oplossing zal verkopen via zijn Greenlake-portfolio. Greenlake laat klanten toe om hardware voor on premises-datacenters tegen een maandelijks bedrag as-a-service te kopen. In combinatie met Nutanix-software ontstaat er zo een 360°-aanbod van hyperconverged-as-a-Service, van begin tot eind.
Costers ziet daar toekomst in en denkt actief aan modellen in de Belgische markt waarbij Nutanix samen met bijvoorbeeld distributeurs een gelijkaardig model kan opzetten voor andere OEM’s. De producten die Nutanix aanbiedt en de partners die het bedrijf erop nahoudt, illustreren hoe Pandey zijn bedrijf in sneltreinvaart richting een totaal servicemodel wil loodsen waar klanten ook echt iets aan hebben.
Speelkameraad van iedereen
Keuzevrijheid blijft daarbij essentieel. In heel de transformatie zorgt het bedrijf ervoor dat er geen sprake is van vendor lock-in. On-premises werkt de software zoals gezegd met alles wat x86 is. “Een IT-beheerder kan in theorie een server uit de Aldi gaan halen en onze software daarop draaien, als hij dat een goed idee vindt”, aldus Costers.
Langs de cloud-kant probeert Nutanix evenzeer geen favorieten te kiezen. Het Nutanix-platform draait op AWS, GCP en Azure en ook de meeste randfunctionaliteit deelt die openheid. Zo kwam Frame, de VDI-oplossing van Nutanix zelf, pas nog beschikbaar op Googles cloudplatform. Verder probeert Nutanix niet te veel te concurreren met andere grote spelers.
“Frame is in theorie concurrentie voor Citrix en VMware”, geeft ook Nikola Bozinovic, VP voor desktop services van Nutanix toe. “We raden zonder schroom oplossingen van bijvoorbeeld Citrix aan wanneer die beter passen en hebben zelf experts in huis om klanten daarbij te ondersteunen.” Kiest een klant voor Nutanix en Citrix, dan is dat immers geen ramp. In dat geval draait de VDI-oplossing van de concurrent immers nog steeds op Core-hyperconverged-software van Nutanix.
AHV en ESXi
Een ander duidelijk voorbeeld vinden we bij de AHV-hypervisor. Die geautomatiseerde hypervisor is gratis voor Nutanix-klanten en laat hen toe hun workloads te draaien zonder dat daar hypervisor-management aan te pas komt. AHV is rechtstreekse concurrentie voor VMware ESXi, maar Nutanix wil niet ten strijde trekken tegen VMware. AHV is dan ook compatibel met ESXi en kan ernaast draaien. Workloads tussen de twee hypervisors migreren, is bovendien geen probleem.
Vandaag heeft een bedrijf geen concurrenten meer, enkel partners.
In de IT-wereld vandaag heeft een bedrijf geen concurrenten meer, enkel partners. Daar is natuurlijk niets van aan maar het is een boutade die iedere grote speler steevast herhaalt. Zelden is dat duidelijker dan bij Nutanix.
Duidelijke visie
Tien jaar Nutanix staat vandaag synoniem voor een boeiende reis van hardwarebouwer en nichespeler naar abonnementsgebaseerde SaaS-provider die met plezier met alles en iedereen in zee gaat. Het bedrijf kent zijn sterktes en weet waar het naartoe wil. Dat investeerders niet vanaf dag één mee zijn, wordt meer als vervelend ervaren dan als een echte ramp. Nutanix zelf is er in ieder geval rotsvast van overtuigd dat de toekomst rooskleurig is.
“Het grootste probleem in België is dat prospecten niet geloven hoe eenvoudig onze oplossing is”, aldus Costers. “We zijn nog relatief onbekend en IT-verantwoordelijken durven niet altijd het risico te pakken. We bereiken gelukkig stilaan een kritieke massa van tevreden klanten die op hun beurt andere klanten overtuigen.”
Dat Costers niet overdrijft, zien we duidelijk. Kinepolis heeft zich bijvoorbeeld vrijwillig ontpopt tot evangelist voor Nutanix, met CIO Bjorn Van Reet als keynotespreker op de conferentie in Kopenhagen. “De samenwerking met HPE is in dat opzicht een zegen. België is een HPE-land, als prospecten zien dat HPE met ons in zee gaat, doet dat wonderen voor het vertrouwen.”