Het datacenter van morgen is klein, nuttig en staat in je woonwijk

Eurofiber bouwt via een consortium aan nieuwe, kleine datacenters. Decentralisatie moet ervoor zorgen dat workloads optimaal gebruik maken van beschikbare groene stroom, terwijl de impact van de kleinere sites op de omgeving verwaarloosbaar of zelfs positief wordt. Concrete tests van deze nieuwe visie zijn al aan de gang.

Binnenkort staat er misschien een klein datacenter in je woonwijk, zonder dat je het merkt. Of misschien merk je het wel, maar dan in positieve zin omdat je woonkamer verwarmd wordt met de restwarmte van de kleine site. Dergelijke kleine datacenters zijn vandaag niet de norm: serverparken zijn doorgaans grote en hongerige kolossen die niet bepaald in het landschap passen en veel energie vreten. In een wereld waar energie een schaars goed is en duurzaamheid voorop staat, is een andere strategie wenselijk. Daarin neemt Eurofiber het voortouw met een visie gebaseerd op virtualisatie en decentralisatie.

Grote datacenters vs. energie en duurzaamheid

“Op dit moment hebben we tien datacenters, waarvan zes in Nederland en vier in Frankrijk”, zegt Eric Kuisch, COO van Eurofiber. Hij schetst de situatie voor Eurofiber vandaag en tekent zo een beeld dat ook voor concullega-colocatiespecialisten accuraat is. “De datacenters staan op plekken waar genoeg stroom, ruimte en connectiviteit is om klanten te bedienen.”

“Er is echter een toenemende schaarste aan energie”, gaat hij verder. “Bovendien veranderen de behoeftes van klanten. Wie bezig is met AI heeft veel meer rekenkracht nodig. AI-servers verbruiken bijgevolg veel meer stroom. Het wordt zo moeilijker om de vierkante meters van een groot datacenter ten volle te benutten met de beschikbare elektriciteit.”

Virtualisatie en IaaS

Kuisch merkt verder dat klanten steeds minder behoefte hebben om gewoon vierkante meters te huren. In de plaats van de klassieke colocatie zijn ze meer geïnteresseerd om hun applicaties op een generiek platform te plaatsen. Eurofiber biedt daarvoor al een Infrastructure-as-a-Service-oplossing (IaaS) die het zelf ontwikkelde samen met Dell en VMware. “Dat platform is door ons gebouwd, maar draait in een private omgeving”, verduidelijkt hij. “Hyperscalers bieden zo’n oplossing publiek aan, en wij privaat.” Het resultaat is een gevirtualiseerde omgeving waarop klanten hun workloads kunnen draaien.

VMware komt sinds de afsplitsing door Dell en de daaropvolgende overname door Broadcom geregeld in het nieuws, en niet altijd heel positief. Van eventuele perikelen rond strategie en licenties heeft Eurofiber echter geen last, benadrukt Kuisch. “We zijn een grote partner van VMware met goede afspraken, ook met Broadcom.”

Vele kleintjes in de plaats van één groot

“Klanten die behoefte hebben aan AI, kijken al zeker naar gevirtualiseerde platformen”, gaat hij verder. Dat gaf de mensen van Eurofiber een idee. Kuisch: “Waarom zouden we geen modern IaaS-platform opzetten, dat niet draait op tien locaties maar op tientallen datacenters?”

Waarom zouden we geen modern IaaS-platform opzetten, dat niet draait op tien locaties maar op tientallen datacenters?

Eric Kuisch, COO Eurofiber

De visie van Eurofiber vertrekt vanuit Nederland. Daar wil het bedrijf tientallen kleine datacenters over het hele land verspreiden. Sommigen kunnen bijvoorbeeld aan de kust in het noorden staan, vlak bij windmolens, andere in het uiterste zuiden en overal daartussen. “Zo kan je gemakkelijk schakelen”, legt Kuisch uit. Met kleine datacenters ligt de energiebehoefte per site een stuk lager. Vervolgens kan je workloads verschuiven naar het kleine datacenter waar energie gegenereerd wordt.” Misschien waait het eerst in het noorden en draaien workloads financieel en ecologisch beter daar, maar gaat de wind na de middag liggen, terwijl de zon er in het zuiden nabij een andere site doorkomt.

Meerwaarde in de wijk

De datacenters die Eurofiber voor ogen heeft, zijn zo klein dat ze eigenlijk overal kunnen staan. Kuisch ziet bescheiden sites die misschien zelfs in woonwijken staan, waar ze niet opvallen, maar met hun restwarmte bijvoorbeeld wel een lokaal warmtenet kunnen voeden. “Datacenters nu zijn grote onpersoonlijke gebouwen met een grote impact op de stroomvoorziening van een regio. Deze edge-datacenters zijn veel kleiner, met een beperkte impact op de omgeving.”

Echt overal kunnen de edge-sites natuurlijk niet staan. Workloads flexibel verplaatsen kan immers alleen maar als het onderliggende netwerk dat toelaat en dat verklaart meteen waarom Eurofiber z’n schouders onder het project zet. “We zijn niet alleen datacenter-dienstverlener, maar we hebben ook zelf het glasvezelnetwerk in handen om al die edge-datacenters aan elkaar te koppelen”, zegt de COO.

Eurofiber heeft heel wat troeven in handen, maar niet allemaal. Daarom startte het bedrijf een consortium op. Daarin zitten onder andere softwareontwikkelaars en specialisten in hernieuwbare energie. “Die zaken zijn immers niet onze core business”, verduidelijkt Kuisch.

Meer dan een ideetje

De visie van Eurofiber is meer dan een interessant ideetje voor de toekomst. De praktische uitwerking ervan is volop aan de gang. “We hebben eerst een proefomgeving opgezet in aanloop naar de opstart van het consortium”, vertelt Kuisch. “Dat werkte, waarna we formeel gestart zijn. We hebben voor deze visie ook subsidies van de EU gekregen die dienstdoen als welkom startkapitaal.”

Dit jaar start Eurofiber met veldtesten. “We gaan aan de slag met een echte klant die voor dit soort toepassingen heel geschikt is. De minimale configuratie hiervoor werkt met drie locaties. Als alles succesvol werkt, breiden we verder uit.”

lees ook

5 miljard pagina’s in één archief: zwaar, sterk beveiligd, en enkel te digitaliseren met hulp van Eurofiber

Ook België heeft Kuisch in het achterhoofd. “Deze aanpak is heel eenvoudig uitbreidbaar naar België. We hebben immers geen twee jaar nodig om een nieuw groot datacenter te bouwen. Over de grens kunnen we snel op dezelfde manier locaties toevoegen. Bovendien kunnen we het aanbod perfect opsplitsen in aparte zones, voor wie bijvoorbeeld wil dat data zeker binnen de landsgrenzen blijven.”

Ook de groten blijven relevant

Kuisch predikt voor alle duidelijkheid niet het einde van het grote centrale datacenter. De visie van Eurofiber is relevant voor moderne workloads, maar klassieke grote sites blijven ook een belangrijke rol spelen. “Een iets groter datacenter voor bijvoorbeeld puur opslag blijft altijd nodig”, verduidelijkt hij. In ons land heeft Eurofiber zulke grote locaties voorlopig niet, maar dat hoeft geen bezwaar te zijn. “Dankzij het virtuele platform kunnen we perfect samenwerken met een bestaande partij.”

Loopt het testproject zoals gepland, dan heeft Eurofiber samen met zijn partners de sleutels in handen om een nieuwe architectuur voor datacenters uit te rollen die beter lijkt te passen bij Europese ideeën over dataprivacy, locatie en duurzaamheid. En als het project in Nederland, België en misschien ook Frankrijk van grond kan raken, waarom dan niet ook in andere landen? Wat ons betreft, lijkt de visie in ieder geval garant te staan voor mooie bijkomende differentiatie ten opzichte van klassieke hyperscalers.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.