Recent werden we benaderd voor een gesprek met NTT-CTO Ettienne Reinecke over disruptieve technologieën. Het bedrijf stelt namelijk vast dat een hybride compute-model, wat het ook wel aanduidt met ‘adaptive computing’, steeds breder omarmd wordt door organisaties. Volgens NTT is het model een ideale basis voor moderne applicaties.
Een gesprek over disruptieve technologieën staat op voorhand vaak garant voor een buzzword bingo. Wanneer NTT over adaptive computing begint, merken we echter een technologie op die niet in de gebruikelijke lijstjes voorbijkomt. Het van oorsprong Japanse telecombedrijf, dat uitgegroeid is tot een hele brede dienstverlener, wilde bij het inzoomen op disruptie namelijk kijken naar welke technologieën klanten al omarmen. Op basis van eigen harde cijfers ziet NTT dat adaptive computing aan een opkomst bezig is.
Reinecke geeft aan dat adaptive computing in zijn puurste vorm niet nieuw is. Bij dit model kunnen bedrijven compute resources herconfigureren. Om de gewenste performance te realiseren, zijn tijdens het uitvoeren van taken componenten aan te passen. Vaak zijn het chips waar nieuw programmeerwerk op plaatsvindt, geeft Reinecke aan.
Deze benadering lijkt interessanter te worden voor bedrijven, aangezien applicaties nieuwe deploy-modellen aannemen. Ze worden bijvoorbeeld opnieuw geschreven om er een cloud-oplossing van te maken. Voor deze verplaatsing is adaptive computing een goede basis. Reinecke geeft dan ook aan adaptive computing te gebruiken als een overkoepelende term, waar meerdere compute benaderingen onder kunnen vallen.
Verspreid compute landschap
De verschuiving wordt met name in gang gezet doordat applicatieomgevingen tegenwoordig heel erg variëren. Fysieke servers zijn nog altijd erg populair onder bedrijven, we horen nog genoeg bedrijven de voorkeur uitspreken voor een on premise locaties. Het gegeven dat hierbij alles in eigen beheer is, geeft hen soms een prettiger gevoel dan bij andere compute-opties.
Met de opkomst van virtualisatie is de manier waarop fysieke servers ingezet worden inmiddels echter flink veranderd. De capaciteit is nu al jaren op te splitsen, zodat er meerdere virtuele omgevingen inzetbaar zijn. Voor applicaties zijn gevirtualiseerde omgevingen uitgegroeid tot een betrouwbare basis.
Het compute landschap is nog wat verder uitgebreid na de opkomst van containers. Veel applicaties kunnen tegenwoordig overweg met Kubernetes. Een tool wordt geïnstalleerd op een Kubernetes-omgeving en draait vervolgens op een cluster. Daarna is de applicatie te draaien op de gewenste locatie, bijvoorbeeld in een private of public cloud. Dat flexibele karakter maakt van containers een interessante derde optie.
Daarnaast heeft de opkomst van cloudtechnologie serverless populairder gemaakt. Vanuit computing-oogpunt is serverless best interessant, aangezien ontwikkelaars hierbij kunnen coderen zonder dat ze na hoeven te denken over de servers. De cloud-provider zorgt ervoor dat de juiste compute resources geleverd worden.
Hybride model dat past bij applicaties
Mede dankzij de opkomst van de cloud is er vanuit applicatie-oogpunt veel keuze uit compute resources. Deze verschillende opties hangt NTT dus onder de term adaptive computing en moeten ervoor zorgen dat iedere applicatie draait op de meest geschikte omgeving. Hierdoor ontstaat er dus een hybride compute model, waarbij het adaptive karakter behouden blijft omdat er ook herconfiguratie plaatsvindt.
Bedrijven doen er volgens Reinecke dan ook verstandig aan om goed te kijken welke computation modellen goed passen bij hun business. De aanname dat containers en serverless het modernst en dus de meest geschikte keuze zijn, is snel gemaakt. Containerisering brengt immers voordelen met zich mee die als toekomstbestendig worden gezien, zoals onafhankelijkheid en schaalbaarheid.
Toch moet je je afvragen welke applicaties het beste op fysieke servers, virtuele omgevingen, containers of serverless draaien. Bij containers en serverless moeten applicaties namelijk herschreven worden, wat een tijdrovend proces kan zijn. Misschien is een on premise applicatie helemaal niet geschikt om opnieuw te schrijven.
Volgens Reinecke vinden er daardoor een aantal verschuivingen plaats. Soms blijven applicaties gewoon op de fysieke server draaien, soms vindt er een combinatie van een fysieke en virtuele omgeving plaats en andere applicaties worden herschreven voor containers en serverless. Het kan echter ook zijn dat het herprogrammeren overgeslagen wordt, om direct een SaaS-model te omarmen. Samen met IaaS en PaaS zorgt SaaS wel degelijk ook voor een verschuiving in het compute-landschap, al worden deze termen niet direct onder het hybride adaptive computing model geschoven.
Toekomstige ontwikkelingen
Hoewel Reinecke ons erop wijst dat er de afgelopen tijd best wat verschuiving heeft plaatsgevonden vanuit compute gezien, zegt hij tegelijkertijd ook nog veel te verwachten op dit gebied. Verwacht wordt dat de markt met quantum computing nog een technologie erbij krijgt die het model meer hybride kan maken. NTT doet uiteraard ook onderzoek naar quantum computing, zodat het op dit gebied ook een betrouwbare dienstverlener kan worden voor bedrijven.
Kijken we puur naar de potentie van quantum computing, dan is het niet meer dan logisch dat NTT hier een grote rol in wil spelen. Het zou immers complex berekeningen kunnen uitvoeren en mogelijk antwoord geven op vragen waar compute resources nu nog geen antwoord op hebben. Hiervoor zet quantum computing qubits in: een bit kent niet meer uitsluitend de waarde één óf nul, maar kan zowel één als nul zijn. Hiervoor zijn veel krachtigere compute resources nodig.
Bij het bespreken van deze technologie wordt echter wel een slag om de arm gehouden. Dit vanwege het feit dat er tot op heden nog niet een inschatting is te maken wanneer organisaties wereldwijd op grote schaal gebruik kunnen gaan maken van quantum computing. Desalniettemin bestempelt NTT het wel als een disruptieve technologie die het hybride computing-model interessanter en uitgebreider kan maken.
Modern applicaties kiezen een mix
Het hybride computing model dat NTT waarneemt zorgt ervoor dat bedrijven het compute-model kiezen dat het best bij de applicaties past. Fysieke servers zijn de komende jaren nog steeds een gewenste basis voor verschillende applicaties, terwijl virtuele omgevingen, containers en serverless ook in populariteit blijven groeien. Daar komt straks quantum computing nog bij. Bij NTT omschrijft men dit hybride model ook wel als adaptive computing, en wordt het tevens als een disruptieve technologie bestempeld.
Dat is op zich best interessant, aangezien computing niet vaak benoemd wordt als disruptieve technologie. We zijn dan ook benieuwd hoe computing in de toekomst voor meer disruptie gaat zorgen.