Intel lanceert zijn Core Ultra (Series 2)-processors. De chips, beter gekend als Lunar Lake, moeten vooral concurreren met AMD op uithoudingsvermogen. De prestaties zouden ook top zijn, maar enkel aan lage voltages.
Intel kondigt officieel Lunar Lake aan. De formele naam van de nieuwe chipline-up wordt Intel Core Ultra (Series 2), let deze Core Ultra 200V-processors als eerste familie onder dat dak. Lunar Lake volgt zo Meteor Lake voor een stuk op, al hebben deze nieuwe chips niet helemaal dezelfde doelgroep.
Intel Core Ultra 200V is een rechtstreeks antwoord op de Qualcomm Snapdragon Elite. Intel trekt hier voluit de kaart van de verhouding tussen batterijleven en prestaties. De Core Ultra 200V-chips zijn stuk voor stuk zuinige en niet al te krachtige exemplaren, die toch goed moeten presteren met weinig stroom.
Geen heilige huisjes
Om dat te verwezenlijken, gooit Intel heel wat conventies door het raam. Zo verdwijnt multithreading helemaal, zowel in de P- als in de E-kernen. Ook uitbreidbaar geheugen bestaat niet meer: Intel verwerkt het RAM-geheugen op de Lunar Lake-chip. Je kiest met je CPU-model dus meteen hoeveel RAM je in huis wil halen.
Verder integreert Intel de nieuwste versie van zijn Arc-GPU-kernen op de chips. Die zouden krachtiger zijn dan ooit, en niet alleen zwaar overtreffen wat Qualcomm aanbiedt maar ook de geïntegreerde grafische capaciteiten van de nieuwste AMD-chips overtroeven.
Tot slot krijgt de NPU een flinke upgrade. In Meteor Lake was die relatief waardeloos, met onvoldoende rekenkracht om zelfs redelijk rudimentaire Copilot+-workloads van Microsoft lokaal te draaien. Daar komt nu verandering in: de NPU’s aan boord van deze nieuwe chips zullen ongeveer even krachtig zijn als die van de concurrentie.
RAM, GPU en in mindere mate de NPU zijn de belangrijkste differentiators voor deze nieuwe chips. Hoewel Intel negen nieuwe modellen lanceert, en vasthoud aan zijn zijn 5, 7, 9-verdeling, hebben alle processors acht rekenkernen met vier P-kernen en vier E-kernen.
Onduidelijke onderverdeling
De onderverdeling van Intel is meer dan ooit van de pot gerukt. De topcomponenten hebben zoals verwacht 32 GB RAM, wat meteen het maximum is. In het midden van de line-up vinden we de Intel Core Ultra 7 256V met 16 GB RAM. Daaronder zit de Intel Core Ultra 5 238V met 32 GB RAM. Beide processors hebben exact dezelfde rekenkernconfiguratie, met een kloksnelheid voor de Ultra 7 die een fractie hoger ligt. Voor kantoorwerk is de Core Ultra 5 op papier dus de krachtigere van de twee. Intel geeft die chip echter één grafische kern minder, wat slechts relevant is voor specifieke workloads. Op die kwaliteit wordt de CPU van de 7-club naar de 5-club gedegradeerd.
Daarmee willen we vooral aantonen dat je aan de naam niet meer echt kan weten hoe goed een CPU van de Lunar Lake line-up bij jouw past. De rekencapaciteit zal voor alle modellen relatief gelijkaardig zijn, met geïntegreerde RAM als tweede belangrijke factor. Het verschil in NPU is niet zo groot, laat staan relevant, en het aantal GPU-kernen is alleen van belang voor wie een dunne en lichte zakelijke laptop zoekt, maar toch een sterke mening heeft over de prestaties van grafische workloads. Eigenlijk zijn hier gewoon te veel SKU’s met te beperkte verschillen.
De ARM-mythe ontkracht
Belangrijker dan de interne verschillen binnen de Intel Core Ultra 200V-line-up, zijn die met grote concurrent Qualcomm. De Qualcomm Snapdragon Elite is een doorn in het oog van Intel, aangezien die ARM-gebaseerde chip de kern aanvalt van waar Intel voor staat. Qualcomm stelt immers dat de ARM-architectuur superieur is aan x86.
Intel is niet akkoord. De fabrikant haalt daarvoor tests aan uitgevoerd op identieke laptops met identieke specificaties, waarbij enkel de CPU verschilt. Intel zet zijn Core Ultra 7 268V tegenover de Qualcomm X1E-80-100 en laat er de Procyon Office Productivity-test op los. Die benchmark draait native op ARM en x86 en meet de prestaties van Microsoft Office. De test is dus best representatief.
Intel stelt vast dat de laptop met zijn Core Ultra het 20,1 uur uithoudt, langer dan de 16,4 uur van het ARM-toestel. Voor een test met Teams zijn de resultaten iets anders: de Intel-laptop haalt 10,7 uur, de Qualcommlaptop 12,7 uur. De test toont wel aan dat beide processors aan elkaar gewaagd zijn, en er geen de facto-voordeel is voor ARM.
Ook snel
Ook de prestaties zouden top zijn. Opnieuw op basis van eigen benchmarks stelt Intel vast dat zijn Core Ultra 9 288V sneller is dan de equivalenten van Qualcomm en AMD in de markt. Let wel: deze chip heeft standaard een hoger TDP dan de andere exemplaren uit de line-up. Uit de tests van Intel kunnen we niet afleiden of de batterij- en efficiëntieclaims met dezelfde configuratie zijn uitgevoerd als de prestatieclaims.
Of Core Ultra 200V effectief sneller en beter is dan de Qualcomm Snapdragon X Elite, is eigenlijk niet zo belangrijk. Zolang de prestaties dicht genoeg bij elkaar liggen, heeft Intel immers het voordeel. Het hele Windows-ecosysteem is al geoptimaliseerd voor x86, terwijl ARM voor compatibiliteit nog vaak op een emulator moet vertrouwen. Met oudere hardware speelt een ARM-laptop soms zelfs niet samen. Met Intel heb je die compatibiliteitszorgen niet, al is zeker niet alle software echt geoptimaliseerd om P- en E-kernen optimaal te benutten.
Mijlpaal voor eigen design, niet voor eigen fabricage
Intel Core Ultra (Series 2) 200V is een heel belangrijke lancering voor Intel. Ze moet aantonen dat de chipdesigner met de x86-architectuur in staat is om concurrentieel te blijven. Over de fabricagecapaciteiten van Intel zegt Lunar Lake echter niets. Op deze efficiënte chips op de markt te krijgen, moest CEO Pat Gelsinger voorbij de eigen fabrieken wandelen en aankloppen bij de concullega’s van TSMC, waar de processors van de hypermoderne N3B-node rollen.
De benchmarks van Intel zelf zijn indrukwekkend, maar mogen we niet blind vertrouwen. De Core Ultra (Series 2)-line-ups is al ietwat verwarrend met zijn negen gelijkaardige modellen, maar ook ieder individueel model kan heel variabel presteren. Zo hebben alle chips behalve het topmodel een TDP van 17 watt, maar zijn ze configureerbaar naar 8 watt tot 30 watt. Het spreekt voor zich dat de keuze van de fabrikant daar een immense impact gaat hebben op de werkelijke prestaties en efficiëntie.
Echte prestatiegerichte laptopchips staan trouwens ook nog op het programma, maar die zullen niet gebaseerd zijn op Lunar Lake. Daarvoor plant Intel een afzonderlijke lancering van een andere architectuur: Arrrow Lake.
Hoe dan ook houdt Intel de chipwereld interessant. Tests van echte laptops zullen uitwijzen of Lunar Lake zo concurrentieel is als Intel beweert.