Een rechtstreekse vergelijking tussen de nieuwe ARM-gebaseerde M1-chip van Apple en bestaande hardware van Intel en AMD is niet vanzelfsprekend. Architectuurverschillen maken rechtstreekse conclusies onmogelijk.
De Apple M1 is een straffe chip. Dat blijkt uit benchmarks en ervaringen van reviewers die al aan de slag gingen met de nieuwe MacBooks van de fabrikant. Uit tests bleek dat de M1 het beter doet dan x86-chips van Intel en AMD maar Wccftech wijst er nu op dat rechtstreekse vergelijkingen tegen een fundamenteel probleem aanstoten.
Single thread vs. multithread
Dat heeft te maken met de verschillende architectuur. De Apple M1-chip is een ARM-processor met bijhorende voor- en nadelen. Eén van de belangrijkste voordelen van chips gebaseerd op de architectuur is de efficiëntie waarmee ze iedere klokcyclus instructies decoderen en over de beschikbare rekenkernen verdelen. De Apple M1 is zo heel efficiënt in de verwerking van één thread per rekenkern.
Bij x86-chips geldt het omgekeerde. De cpu’s zijn minder goed in de aanvoering van één enkele thread naar één rekenkern. Daarom voorziet AMD en Intel hun processors van multithreading. Dat betekent dat ze per klokcyclus instructies van twee verschillende threads kunnen uitvoeren. Een rekenkern in een x86-processor werkt eigenlijk pas optimaal wanneer die minstens twee threads moet verwerken.
Groot verschil
Wccftech stelde vast dat cpu’s van Intel of AMD ongeveer 20 tot 30 procent beter presteren wanneer workloads gebruik maken van de multithreadingcapaciteiten. In de praktijk is software vandaag veelal geoptimaliseerd voor de manier van werken.
lees ook
ARM in een MacBook: lost Apple de verwachtingen in?
In benchmarktests gebeurt het wel geregeld dat een cpu een enkele thread moet verwerken. Als je aan een kern in de Apple M1 vraagt om zo één thread te bolwerken, functioneert die op 100 procent van zijn kunnen. Vraag hetzelfde aan een x86-cpu, en die werkt maximaal aan 80 procent van zijn capaciteit. Een vergelijking tussen de resultaten zegt in dat opzicht weinig over de capaciteiten van de rekenkernen zelf.
Optimalisatie
In de praktijk wordt x86-software geoptimaliseerd voor x86 en multithreading, en ARM-software voor ARM waarbij één kern één thread aanpakt. In een ideaal scenario werken beide processors dus naar best vermogen. De vergelijking op basis van de artificiële benchmarks geeft de Apple M1 zo een voordeel in de cijfers dat niet overeenstemt met de werkelijke capaciteiten van chips van Intel en AMD.
Dat gezegd zijnde blijft de Apple M1 wel een fenomenale chip. Gekeken naar prestaties per watt, doet de processor het nog steeds beter dan de concurrentie van Intel en AMD. Stroomverbruik buiten beschouwing gelaten, is het verschil echter iets minder groot dan aanvankelijke tests lieten uitschijnen. De M1 lijkt hoe dan ook een ARM-revolutie te ontketenen waarop AMD en Intel een antwoord moeten vinden.