Hoeveel vSphere+ en VSAN+ precies moeten kosten, gaat VMware niet transparant publiek delen. Abonnementen starten vanaf 16 kernen.
Vorige maand kondigde VMware vSphere+ en VSAN+ aan. Dat zijn varianten van gelijknamige oplossingen met het zwaartepunt in de cloud. Met vSphere+ behoudt je bijvoorbeeld alle on-premises capaciteiten, maar kan je lokale installaties ook via de een cloudportaal beheren.
De grootste vernieuwing voor de plus-diensten is echter voor VMware zelf: klanten die erop intekenen, kunnen hun licenties converteren naar een abonnementsmodel. Dat past in het plan van VMware om net als vele andere softwarebedrijven meer nadruk te leggen op een as-a-Service-prijssysteem gebouwd rond een vast maandelijks bedrag.
Onduidelijke prijs
Om welk bedrag gaat het precies? Dat hangt VMware niet aan de grote klok. Partners krijgen volgens The Register wel richtcijfers mee. VMware geeft wel mee dat vSphere+ een licentiemodel per core kent, beginnende aan zestien rekenkernen. Verder betaal je vooraf een vast bedrag op basis van het verwachtte verbruik, en komt daar maandelijks een kost bij voor het geval je meer verbruikt.
lees ook
VMware lanceert vSphere+ en vSAN+: cloudcontrole voor on-prem installaties
VMware verwacht van klanten een verbintenis van één, drie of vijf jaar. Het bedrijf verklapt verder wat er precies onder vSphere+ valt. Het gaat eigenlijk om zowat het hele portfolio op NSX na.
Broadcom
De geheimzinnigheid rond de prijs is een beetje vreemd. Vaak zijn gecommuniceerde prijzen hoger en is er marge voor personalisering ervan in onderhandeling met partners, maar is er wel een publieke richtprijs. Zeker in het licht van de vooropgestelde overname van VMware door Broadcom zou wat transparantie niet volstaan. Klanten vrezen immers dat Broadcom zich zal focussen op grotere klanten en gaat inzette op prijsverhogingen binnen een as-a-Service-context. Met vSphere+ doet VMware alvast weinig om het publiek op zijn gemak te stellen.