Castrol gaat zich verdiepen in immersiekoeling. Het Britse bedrijf is vooral gekend van motorolie, maar heeft intussen al ervaring met vloeistoffen geschikt voor de technologie.
Castrol gaat investeren in een testlaboratorium voor de ontwikkeling van technologie voor immersiekoeling. Immersiekoeling is een relatief nieuwe vorm van vloeistofkoeling waarbij een server wordt ondergedompeld in een niet geleidende vloeistof.
Met de alsmaar stijgende vraag naar meer pk’s worden servercomponenten warmer, terwijl hun dichtheid in het datacenter stijgt. Om dat geheel efficiënt fris te houden, lijkt immersiekoeling een uitstekende oplossing.
Castrol werkt al samen met Submer: een bedrijf dat het voortouw probeert te nemen in immersietechnologie. Submer was zo bijvoorbeeld aanwezig tijdens de ISC High Performance-beurs in Hamburg, waar thermische beperkingen en oplossingen daarvoor een grote rol speelden.
Op zoek naar juiste vloeistoffen
In navolging van die samenwerking wil Castrol nu in Pangbourne in het VK een testcentrum bouwen, bij het eigen hoofdkwartier. In het labo moeten ingenieurs sleutelen aan technologie zoals nieuwe vloeistoffen. Idealiter is werkt een koelvloeistof immers passief (zonder extra ventilatoren), heeft ze geen negatieve impact op de levensduur van hardware en is ze niet nefast voor het milieu.
Castrol ontfermt zich zo over een technologietak met veel potentieel. Immersiekoeling zal naar alle waarschijnlijkheid deel uitmaken van de datacenters. Wie daar de beste, efficiëntste en milieuvriendelijkste technologie voor heeft, mag flink wat bestellingen en samenwerkingen verwachten. Ook Intel zet er daarom sterk op in.