Meta verhoogt de temperatuur van zijn datacenters. In combinatie met een lagere luchtvochtigheid verwacht het bedrijf zo flink wat water te besparen.
Meta wil een ‘waterpositief’ bedrijf worden en zijn waterverbruik dus stevig aan banden leggen. Daartoe test het bedrijf en verhoging van de temperatuur in zijn datacenters naar 32 graden. De luchtvochtigheid daalde eerder al naar dertien procent. De klimaatswijziging is goed voor een waterbesparing van miljoenen liters op jaarbasis.
De nieuwe temperatuur ligt enkele graden hoger dan voordien. Meta voerde de wijziging door na uitgebreide tests, waarin delen van datacenters in een ander klimaat werkten dan anderen. Zo kon het bedrijf zien of de aanpassing een impact had op de levensduurte van de hardware. Dat blijkt niet het geval.
Minder koelen
Een hogere temperatuur betekent in eerste instantie dat koelsystemen minder moeten werken. Dat zorgt dan weer voor een lager verbruik van water, aangezien de datacenters van Meta op directe en indirecte verdamping vertrouwen als koeltechniek.
Ook andere datacenterreuzen zoals Google en Microsoft experimenteren met hogere temperaturen. Vroeger draaiden servers traditioneel in erg frisse ruimtes, met twintig graden Celcius als de norm. Daar is de laatste decennia verandering in gekomen, aangezien blijkt dat gecontroleerde warmere temperaturen geen negatieve impact hebben op de betrouwbaarheid van moderne serverhardware.