Linux-oprichter Linus Torvalds is de limiet van 80 tekens per lijn code als programmeerstandaard beu. Hij wijst erop dat de nadelen groter zijn van de voordelen.
De standaardlimiet voor de lengte van een lijn code is 80 tekens. Die lengte dateert nog van de IBM punch card met zijn 80 kolommen en daarna de eerste videoterminals met een breedte maximaal 80 karakters. Al heel snel werd de weergavelimiet echter opgetrokken naar 132 en meer, maar de maximale lengte voor code bleef bestaan. De regel is frappant, aangezien zelfs Twitter meer flexibiliteit toonde doorheen de jaren met zijn tekenregel.
Linux-koning Linus Torvalds uit nu publiek zijn frustratie met de limiet, in de hoop dat er iets kan veranderen. Vandaag wordt de tekenlimiet vooral gehanteerd omdat die het mogelijk maakt om vele kleine vensters op één groot display te openen zonder dat de code wordt afgebroken. Torvalds vindt dat een slechte reden, die niet opweegt tegen de nadelen. “Overdreven line breaks zijn een slechte zaak”, schrijft hij. “Ze veroorzaken echte en dagelijkse problemen.”
Langer is natuurlijker
Hij verwijst onder andere naar de grep-tool in linux, die lijngebaseerd is. Hij aanvaart dat sommige mensen met beperkte hardware wel nadeel ondervinden wanneer de limiet verdwijnt, maar stelt dat niet iedereen mag achterblijven om te cateren aan die enkele uitzonderingen. “Langere lijnen zijn fundamenteel nuttig. Een monitor is breder dan hij hoog is, lettertypes zijn smaller dan ze hoog zijn. Lange lijnen zijn natuurlijk.”
In zijn pleidooi hoopt hij dat de arbitraire limiet verdwijnt, aangezien die vandaag niet meer relevant is. Bovendien maakt de verandering in mindset langere variabelen mogelijk wanneer dat de leesbaarheid van de code ten goede komt. Beknopt code schrijven en line breaks blijven belangrijk, volgens Torvalds. “Maar er is geen reden dat die breaks er na 80 tekens moeten komen.”