GitLab wil zichzelf in de verf zetten als expert inzake de structurele organisatie van teams binnen een organisatie. Daartoe lanceert het bedrijf een nieuw buzzword met bijhorende cursus.
GitLab wil de buzzword-bingo-kaart uitbreiden met een eigen term: TeamOps. Onder die noemer stopt het bedrijf een set van zelf ontwikkelde best practices voor organisaties. Die bieden een raamwerk voor samenwerking in een hybride context zowel binnen teams als tussen teams onderling. GitLab wil zo een handvat bieden met best practices waarop bedrijven hun organisatie kunnen richten. Het opzet van TeamOps ligt zo een beetje in de lijn met dat van DevOps.
Vier principes
TeamOps bestaat uit vier principes. Bedrijven die daar rekening mee houden, zouden meer uit hun teams halen.
- Resultaten: Alle medewerkers van een tream moeten kunnen bijdragen aan betekenisvolle resultaten voor de business, los van te strikte KPI’s die resultaat tot een éénmalig event omvormen.
- Single source of truth: alle teams moeten samenwerken binnen een objectieve realiteit, waarin kennis gedeeld wordt en voor iedereen identiek is.
- Iedereen draagt bij: het is de bedoeling dat iedereen direct kan pingpongen over kleine veranderingen om zo snel vooruitgang te boeken. Dat staat volgens GitLab in contrast met de huidige manier van werken, waarin plannen voor veranderingen of aanpassingen vaak te veel afgewerkt worden voor er feedback komt.
- Snel beslissingen maken: Volgens GitLab spelen teams het vaak te veilig en wordt er voor ieder probleem een consensus gezocht. Dat vertraagt het hele proces en maakt de organisatie complexer. Binnen TeamOps is het de bedoeling om snel meer beslissingen te maken en vooruit te gaan.
TeamOps van GitLab gaat gepaard met een gratis cursus die iedereen kan volgen om teams te certifiëren. GitLab wijst erop dat het de methodiek zelf al vijf jaar lang gebruikt en winsten in productiviteit heeft vastgesteld. Mensen zouden ook tevredener zijn in hun functie.