Oracle wil zich onderscheiden van andere grotere cloudproviders met zijn Oracle Cloud Infrastructure. Daartoe breidt het bedrijf zijn aanbod uit, zonder de focus op eenvoud uit het oog te verliezen.
Volgens Oracle is het al te eenvoudig om het overzicht te verliezen als klant van andere (grotere) cloudproviders. Bovendien ontbreekt het hen ondanks de overvloed aan opties aan flexibiliteit, aldus OCI. Oracle geeft virtuele machines als voorbeeld, waarbij je bij pakweg Microsoft, Google of AWS voor een optie met een aantal kernen moet kiezen, maar je bij Oracle exact kan afnemen en betalen wat je nodig hebt. Denk aan een VM met 30 kernen, waar de standaard 32 is.
Autotuning voor block storage
In een reeks nieuwe aankondigingen bouwt Oracle voort op die flexibiliteit. De belangrijkste nieuwigheid vinden we bij OCI Storage. Daar introduceert het bedrijf auto-tuning van block volumes op basis van prestaties. Die vernieuwing is uniek in de sector.
Auto-tuning zorgt ervoor dat de opslag automatisch de juiste prestatiecapaciteit krijgt toegewezen. Wordt een toepassing veel gebruikt, dan schaalt Oracle de prestaties op. Wanneer de piek voorbij is, wordt de capaciteit opnieuw op een lager pitje gezet zodat je als klant niet teveel betaalt. Denk serverless, maar dan niet serverless.
lees ook
Oracle wil je tweede cloudprovider zijn
Auto-tuning ondersteunt immers een veelvoud aan applicaties. Zelfs apps die klanten zelfs via lift and shift naar de cloud migreerden, kunnen van auto-tuning profiteren. Dat is belangrijk volgens Oracle, aangezien de meeste organisaties niet van plan zijn om hun applicaties meteen te herschrijven om bijvoorbeeld van een serverless-aanbod te profiteren. Met auto-tuning hoopt OCI op een eenvoudige maar snelle en unieke manier een meerwaarde te bieden in de cloud.
Voor zijn opslagtak kondigt Oracle verder nog high availability-opties voor ZFS aan. Die optie moet on-premises klanten die het bestandssysteem gebruiken aanspreken. De onderliggende opslag komt van OCI Block Volumes.
Compute
Langs de compute-kant introduceert Oracle eerst en vooral Container VM’s. Die optie komt bovenop de bestaande ondersteuning voor Kubernetes. De Container VM’s zijn gericht op ontwikkelaars die niet de hele omgeving nodig hebben, maar bijvoorbeeld snel enkele containers willen opzetten om te testen.
Verder zet Oracle in op AMD. De AMD E4 Dense Instances zijn nieuwe bare metal instances op basis van AMD met een super lage latency en hoge prestaties. In samenwerking met VMware voorziet Oracle vervolgens Oracle Cloud VMware op AMD-hardware. Daar krijgen klanten extra flexibiliteit in de keuze van de onderliggende AMD-clusters. De opties gaan van 32 kernen over 64 tot 128.
Eigen CDN
Tot slot zien we heel wat vernieuwingen langs de kant van het netwerkaanbod. Oracle introduceert zijn eigen Content Delivery Network met partners die de PoP’s voorzien. Terwijl stapt het bedrijf ook met een CDN Interconnect in de Bandwith Alliance van Cloudflare. Dat betekent concreet dat klanten geen vergoeding meer moeten betalen om data te versluizen naar een deelnemend content delivery network.
lees ook
Meer dan de som van de delen: waarom Oracle zich uniek voelt met zijn SaaS-aanbod
Verder pakt Oracle uit met een verbeterde web application firewall, een vTAP-oplossing om data out of band te inspecteren en een nieuwe Network Visualizer.
Alle nieuwigheden komen nog dit jaar naar de Oracle Cloud Infrastructure. De CDN Interconnect en ZFS High Availability-functionaliteit staat eerst op het programma.