Grote taalmodellen staan hoog op de Europese digitale agenda, dat bewijst het met een nieuw initiatief: OpenEuroLLM.
Het nieuwe initiatief van de EU, genaamd OpenEuroLLM, moet voor meer digitale soevereiniteit zorgen. Dit programma dient om een reeks open-source taalmodellen te ontwikkelen die alle Europese talen omvatten. Hiermee wil de EU niet alleen de 24 officiële talen ondersteunen, maar ook talen van landen die binnenkort toetreden, zoals Albanië.
Strategisch voordeel
OpenEuroLLM is een initiatief van 20 organisaties en wordt geleid door Jan Hajič, linguïst aan de Universiteit van Praag, en Peter Sarlin, CEO van het Finse AI-lab Silo AI. AMD kocht dat lab vorig jaar op voor 665 miljoen dollar. Europa wil digitaal onafhankelijk worden, en net zoals techreuzen die investeren in lokale cloudinfrastructuur en OpenAI dat Europese dataverwerking mogelijk maakt, bouwt de EU met OpenEuroLLM aan een eigen AI-toekomst.
Volgens Sarlin heeft OpenEuroLLM voldoende middelen omdat veel kosten, zoals rekenkracht, al worden gedekt door EuroHPC. Daarnaast richt het project zich op de ontwikkeling van een fundament voor AI-modellen en niet op een kant-en-klare chatbot zoals ChatGPT.
lees ook
InvestAI: EU investeert 200 miljard euro om AI-voorsprong op te bouwen
OpenEuroLLM hoeft geen directe concurrent te zijn van de techgiganten. Het doel is een Europees alternatief dat AI-infrastructuur biedt voor bedrijven en instellingen binnen de EU. “Wat we bijdragen is een open source foundation model dat functioneert als de AI-infrastructuur voor bedrijven in Europa om op voort te bouwen. We weten wat er nodig is om modellen te bouwen. Het is niet iets waar je miljarden voor nodig hebt,” aldus Sarlin in een gesprek met TechCrunch.
In een wereld waarin AI steeds meer wordt gedomineerd door grote spelers, is een onafhankelijk Europees model broodnodig. Zelfs als OpenEuroLLM niet het beste model op de markt wordt, is een betrouwbaar, Europees alternatief een strategisch voordeel. Zoals Hajič aangeeft: “Zelfs als ons model niet nummer één is, hebben we nog steeds een volledig Europees model. Dat is al een winst op zich.”