De Amerikaanse presidentskandidaat Elizabeth Warren belooft Amazon, Google en Facebook op te breken, als ze wordt gekozen. De democrate beschuldigt de internetreuzen van machtsmisbruik.
“De grote technologiebedrijven van tegenwoordig hebben teveel macht over onze economie, samenleving en democratie. Bovendien hebben ze de concurrentie platgebombardeerd, privé-informatie gebruikt voor winstdoeleinden en het speelveld ten opzichte van iedereen gekanteld. Daarbij hebben ze kleine bedrijven gekwetst en innovaties onderdrukt”, aldus Warren afgelopen vrijdag in een blogpost. Ze beweert dat met name Facebook, Google en Amazon hun dominantie op één markt gebruiken om concurrentiebeperkende acties in andere markten uit te voeren .
In de nasleep van een reeks schandalen onderneemt Washington DC al maandenlang actie tegen grote technologiebedrijven. Toch is Warren de eerste persoon die er rechtstreeks voor pleit om de internetreuzen ook daadwerkelijk op te breken.
Platformhulpprogramma’s
Zo heeft ze de intentie om technologieplatformen door middel van wetgeving voortaan aan te duiden als ‘platform utility’, naar analogie met beheerders van nutsvoorzieningen. Eventuele andere diensten die weer op die platforms opereren, dienen daarvan losgekoppeld te worden. Platform utilities zouden volgens The Register namelijk geen gegevens mogen overdragen of delen met derden. De regelgeving zou van toepassingen zijn op bedrijven met een wereldwijde omzet van minimaal 25 miljard dollar, die een openbare marktplaats, uitwisseling of platform aanbiedt.
Dat zou betekenen dat Google Search voortaan als platform utility door het leven moet gaan en het bedrijf ‘Google ad exchange’ zou moeten opbreken. Hetzelfde geldt voor Amazon. De internetreus mag als het aan Warren ligt zijn e-commerceplatform blijven runnen, ook gezien goed voor 50 procent van de e-commerce handel in de VS. Maar het bedrijf zou afscheid moeten nemen van Amazon Basics en Amazon Marketplace-producten. Daarmee gebruikt Amazon immers gegevens die het krijgt van derden die verkopen op het platform, die het vervolgens gebruikt om eigen concurrerende producten te bevoordelen en die derden uit de markt te wippen.
Warren wil ook Facebook aanpakken. Ze haalt de vergaande ambitie van het social media-platform aan om ieder bedrijf dat zijn dominantie op de markt bedreigt, op te kopen en over te nemen. Als voorbeeld noemt ze WhatsApp en Instagram. Dat zou er toe hebben geleid dat mensen eenvoudigweg geen moeite meer doen om mogelijke alternatieven voor Facebook te creëren.
Blokkeren mededingingsbeperkende fusies
Verder zou Warren graag een aantal in haar ogen mededingingsbeperkende fusies willen blokkeren en in enkele gevallen terug willen draaien: “Ik zal toezichthouders benoemen die vastbesloten zijn om bestaande instrumenten te gebruiken om mededingingsbeperkende fusies op te lossen. Het ongedaan maken van deze fusies zal een gezonde concurrentie op de markt bevorderen, wat grote technologiebedrijven zal dwingen meer sympathie te krijgen voor de bezorgdheid van gebruikers en hun privacy.” Ze doelt hier vooral op de overname van onder andere WhatsApp en Instragram door Facebook.
Warren stelt een boete voor in dezelfde stijl als de Europese GDPR-wetgeving, maar dan gericht op 5 procent van de jaaromzet van een bedrijf. Hoger dan het GDPR-maximum van 4 procent. Zo kreeg Google onlangs nog een boete oppgelegd van 50 miljoen euro voor schending van de Europese privacywetgeving GDPR. Volgens de Franse overheidsinstantie Commission nationale de l’informatique et des libertés (CNIL) heeft Google twee bepalingen van de wet overtreden.
Tegengeluid
Technologiehandelsgroep NetChoise ervaart de plannen van Warren als schadelijk. “Prijzen voor consumenten worden door deze maatregelen verhoogt, zoekfuncties en kaarten verliezen hun waarde en de kosten voor kleine bedrijven die online adverteren worden verhoogd”, aldus een woordvoerder van NetChoise in een reactie aan The Register. Hetzelfde tegengeluid komt van denktank de ‘Competitive Enterprise Institute (CEI)’, die het idee een ‘gedoemd regulerend experiment’ noemt. CEI beweert ook dat er momenteel ook geen belemmeringen zijn voor toetreding tot de internetruimte.
Lees ook: 97 procent van organisaties wereldwijd voelt zich gebonden door GDPR