Duitsland heeft alles in stelling gebracht voor de ontwikkeling van een Europese cloudinfrastructuur, als tegenhanger voor de platformen van Amazon, Microsoft, Google en Alibaba. Het project krijgt de naam Gaia-X en moet vanaf eind 2020 operationeel zijn. Frankrijk steunt het initiatief.
De Duitse minister voor Economie, Peter Altmaier, zou de plannen dinsdag presenteren tijdens de Digital Summit in Dortmund. Hij raakte evenwel gekwetst na een val van het podium en moest worden afgevoerd naar het ziekenhuis, waardoor de voorstelling niet kon doorgaan. Ondertussen plaatste zijn ministerie wel een whitepaper online met meer details.
Het project gaat volgens de paper in de lente van 2020 van start, zodat het cloudplatform tegen het einde van het jaar operationeel kan zijn voor de eerste providers en gebruikers. “Ons doel is het ontwikkelen van de volgende generatie Europese data-infrastructuur voor Europa, zijn staten, zijn bedrijven en zijn burgers”, klinkt het.
Europese soevereiniteit
Duitsland maakt zich zorgen dat de belangrijke technologieën van de toekomst steeds meer gecontroleerd worden door Amerikaanse en Chinese leveranciers. Dat is nadelig voor Europese bedrijven, die hierdoor een achterstand kunnen oplopen.
Zo wordt de cloudmarkt vandaag gedomineerd door twee Amerikaanse bedrijven; Amazon en Microsoft. In een globale economie waar het belang van data alleen maar toeneemt, moet Gaia-X de Europese soevereiniteit en veiligheid van data waarborgen.
Franse bijval
Het initiatief van Duitsland kan op bijval rekenen van Frankrijk, en ook andere Europese landen worden uitgenodigd om een bijdrage te leveren. Daarnaast zijn diverse Duitse bedrijven betrokken bij het project, waaronder Bosch, Deutsche Telekom, Deusche Bank, Siemens en SAP.
Sabine Bendiek, CEO van Microsoft Duitsland, uitte reeds haar twijfels bij het voorstel van minister Altmaier. Ze spreekt volgens Telecompaper over een ‘staatscloud’ en denkt dat die geen innovatie zal brengen en slechts weinig gebruikers zal vinden. Klanten werken volgens haar wereldwijd en hechten geen belang aan nationale grenzen. Ze wijst er wel op dat staten een duidelijk kader kunnen opstellen met betrekking tot privacy en de bescherming van persoonlijke gegevens.