De boete van 4,34 miljard euro die Google kreeg opgelegd van de Europese Commissie in 2018, is nog steeds niet betaald. Google is momenteel de uitspraak dan ook in beroep aan het aanvechten voor het Hof van Justitie van de Europese Unie.
In 2018 werd Google veroordeeld tot het betalen van een miljardenboete. Volgens de Europese Commissie werden fabrikanten van Android-apparaten en netwerkoperatoren gedwongen om Google Search en Chrome al te installeren op toestellen die nog in verkoop moeten gaan. Op die manier kon de zoekgigant de dominante positie die het bedrijf inneemt op de markt behouden.
Drie soorten beperkingen
Margrethe Vestager, de commissaris die waakt over Mededinging in de EU, ontdekte toen dat Google drie soorten beperkingen oplegde. Hierdoor verliepen zoekopdrachten op Android-apparaten per definitie via Google.
Zo werden fabrikanten verplicht zowel de app van Google te installeren als Chrome. Deden ze dit niet, dan kreeg het toestel geen toegang tot Google Play Store. Verder betaalde Google sommige mobiele netwerkoperatoren en fabrikanten om de Google Search app als enige zoek-app te installeren op een toestel. Tot slot werden fabrikanten met toestellen die alternatieve versies van Android draaiden, verzocht geen Google-applicaties te installeren.
Niemand verplicht tot installatie
Google werd schuldig bevonden in 2018. Daarom zou het bedrijf 4,34 miljard euro moeten neertellen, de hoogte antitrustboete die de Europese Commissie ooit heeft gegeven. Momenteel loopt de rechtszaak opnieuw. Google probeert onder de boete uit te komen of het gevraagde bedrag te verminderen.
Volgens het bedrijf Android en de Play Store geen al te dominante positie. De Commissie zou daarom de marktpositie van de zoekgigant verkeerdelijk hebben beoordeeld. Om dit te beargumenteren vertelde Google dat de concurrent Apple buiten beschouwing wordt gelaten. Bovendien beweert het bedrijf dat het zijn dominante marktpositie niet misbruikt om bedrijven tot installatie van specifieke apps te dwingen.
lees ook