Leden van het Europese Parlement zien heil in een Europese FBI om verkeerd gebruik van spionagesoftware aan te pakken.
Spionagesoftware, met name Pegasus van NSO, wordt al te vaak ingezet voor verkeerde redenen. Tot die conclusie zijn leden van het Europees Parlement gekomen. Ze vragen dan ook meer macht voor Europol, de Europese politie. Op 8 november verschijnt een rapport over de spyware waarin de parlementsleden vragen om de striktere toepassing van de Europese wetgeving inzake spionagesoftware.
Pegasus
In het voorjaar richtte het Europees Parlement een commissie op om het (mis)bruik te onderzoeken van spionagesoftware. Het ging dan in de eerste plaats over het Israëlische Pegasus. Het onderzoek kwam er na klachten over het malafide gebruik van de software, hoofdzakelijk door autoritaire overheden. Het was de European Data Protection Supervisor (EDPS) die de kat de bel aan bond.
De commissie kwam tot de conclusie dat er sprake was van misbruik. Het Israëlische NSO, ontwikkelaar van Pegasus, gaf toe dat meer dan vijf Europese lidstaten gebruik maakten van de controversiële software. Het onderzoek bracht onder meer aan het licht dat Pegasus was gebruikt om telefoons te hacken van onder andere de Spaanse premier Pedro Sanchez.
Pegasus en andere spyware dringen binnen in een mobiele telefoon en kopiëren de versleutelde inhoud. Volgens het onderzoek was Pegasus het voorbije jaar gebruikt om smartphone aan te vallen van journalisten, mensenrechtenactivisten en prominente figuren. Die aanklacht heeft NSO altijd ontkent trouwens. Het rapport zal nog meer praktijken aan het licht brengen. Zo zou de software gebruikt zijn in Griekenland, Spanje, Hongarije en Polen tegen journalisten en leden van oppositiepartijen.
lees ook
7 belangrijke trends binnen cybersecurity
Nood aan handhaving
De parlementsleden vragen bijkomende wetten en vooral meer macht aan Europol. Ze zien heil in een rol zoals de FBI in de Verenigde Staten. Eerst is het woord aan de Europese Commissie. Die moet een aantal wetsvoorstellen doen in onderhandeling met het parlement en de lidstaten. “Er is weldegelijk een probleem. Het gaat niet over een handvol overheden die hun burgers bespioneren. Alle overheden gebruiken deze software en sommigen maken er misbruik van”, zegt Sophie In ’t Veld aan de Financial Times.
“De Verenigde Staten hebben twee grote aanvallen gekend op de democratie, namelijk Watergate en 6 januari. Maar zij hebben de federale instituties zoals FBI en het congres om daar mee om te gaan. We kunnen geen open Europese Unie hebben zonder die supranationale instrumenten om de wetten te handhaven”, gaat In ’t Veld verder.
Nog volgens het Nederlandse parlementslid is het gebruik van spyware gevaarlijk voor elk individu en bedrijf. “Het is een vergif voor onze democratie. In elk geval dat we te zien kregen, was er een link met Rusland. Maar het gevaar komt ook van binnenuit en op dit moment staan we daar machteloos tegenover”, besluit Sophie in ’t Veld.