Met de groei van het Internet of Things neemt ook het aantal malware toe. Volgens een IoT Lab-rapport van Kaspersky is gebleken dat dit in de eerste helft van 2018 is verdrievoudigd.
Alle verbonden apparaten die samen het Internet of Things vormen, bieden ontzettend veel mogelijkheden. Maar het is ook gevoelig voor inbraken. Niet alleen neemt het aantal aanvallen toe, het soort malware wordt ook steeds geavanceerder, waardoor het moeilijker te bestrijden is. Dat is niet gek; hackers worden zich meer en meer bewust van de financiële opportuniteiten die voortvloeien uit het hacken van IoT-apparaten.
“Mensen die denken dat IoT-apparaten niet krachtig genoeg zijn om de aandacht van cybercriminelen te trekken, en dat dit geen doelwit wordt voor kwaadaardige activiteiten, moeten dit onderzoek zien als een wake-up call,” vertelt David Emm, beveiligingsonderzoeker bij Kaspersky Lab aan ITPro.
Te weinig aandacht
Emm vertelt verder dat er door fabrikanten nog niet genoeg aandacht wordt besteed aan de beveiliging van hun producten. Hij zegt dat de beveiliging moet worden geïmplementeerd in de ontwerpfase, in plaats van als een bijzaak te worden beschouwd. Maar zelfs als de beveiliging van nieuwe producten wordt aangepakt, gaat het alsnog een tijd duren voordat oude, kwetsbare apparaten uit onze netwerken verdwijnen.
Emm voegt nog toe dat een van de grootste problemen van beveiligingsonderzoekers en fabrikanten de snelheid is waarmee aanvallen worden aangepast en nieuwe aanvallen worden ontwikkeld. “Terwijl eerder uitgebuite inbreuken nog niet zijn verholpen, ontdekken criminelen constant nieuwe inbreuken. IoT-producten zijn daarom een gemakkelijk doelwit voor cybercriminelen geworden, die van simpele machines krachtige apparaten maken voor illegale activiteiten, zoals spionage, stelen, chanteren en DDoS-aanvallen.”