Nvidia schudt zijn merkstrategie volledig door elkaar. Het traditionele onderscheid tussen Quadro en GeForce verdwijnt, bekende merknamen gaan de vuilbak in en het Studio-programma komt tegemoet aan kmo’s. Welke gpu doet wat en welke kaart stop je best in jouw systeem?
Met de introductie van de Nvidia RTX A6000 in de herfst van vorig jaar stapte Nvidia een andere weg in. De gpu is gericht op professionele visualisatieworkloads en volgt de Quadro RTX 6000 en Quadro RTX 8000 op. In theorie is de gpu dus een Quadro-kaart, maar de merknaam is helemaal verdwenen.
Dat is opvallend: Quadro was lang het professionele spiegelbeeld van GeForce. GeForce-kaarten waren gericht op gamers en kregen snelle driver-updates voor compatibiliteit met de nieuwste spellen, Quadro-gpu’s moesten professionele visualisatiesuites ondersteunen met stabiele drivers. We schreven eerder nog in detail over het verschil tussen de twee families.
Stroomlijnen
Achter die zet schuilt een nieuwe strategie. “We willen ons merk stroomlijnen”, vertelt Allen Bourgoyne, product marketing manager bij Nvidia. “Voor grote klanten is het merk voortaan gewoon Nvidia”. De gpu-specialist wil niet meer focussen op een onderscheid op basis van product maar wel op basis van workload. “We willen een breed gamma aan hardware bieden dat alle workloads dekt.”
Voor grote klanten is het merk voortaan gewoon Nvidia.
Allen Bourgoyne, product marketing manager Nvidia
Nvidia komt daarmee tegemoet aan de nieuwe realiteit. “Vandaag is bijna iedereen een creator”, ziet Bourgoyne. “Workloads situeren zich op een continue schaal. Of je nu een professionele blockbuster maakt of een filmpje voor Tick Tock in elkaar zet, in de basis doe je hetzelfde. Het grootste verschil zit in de omvang van de workload.”
Zeg niet Quadro of Tesla maar Nvidia
Nvidia wil dat professionals die een gpu zoeken voortaan de conversatie met het bedrijf aangaan. De insteek van dat gesprek is niet langer Quadro, Tesla of DGX maar de workload en de omvang ervan. Op basis daarvan heeft Nvidia volgens Bourgoyne steeds een oplossing in huis. Het gaat daarbij niet om drastisch verschillende producten maar om gpu’s op maat van die workloads. In dat opzicht zorgen verschillende merknamen voor onnodige differentiatie en verwarring.
Voortaan is het dus eenvoudig: ‘Nvidia GeForce’ is het merk voor consumenten en gamers, onder de ‘Nvidia’-noemer zit alles wat met enterprise te maken heeft. Dat gaat van lichte ex-Quadro-kaarten in workstations over accelerators in servers tot supercomputerhardware.
Studio voor de professionele massa
Tussen consument en enterprise zit natuurlijk nog een brede kloof. Wat met prosumers? Of kmo’s met visualisatienoden? Wat heeft een zelfstandige creatieveling nodig? Nvidia beseft dat heel wat mensen in dat gat dreigen te sukkelen. Volgens Bourgoyne was dat ook voor de nieuwe merkstrategie al het geval. “Veel mensen gebruiken tools die compatibel zijn met gpu-acceleratie, maar ze benutten dat voordeel niet.” Voor die grote middenklasse introduceerde Nvidia het Studio-programma.
Met Studio neemt Nvidia opnieuw afstand van het verleden. Zoals gezegd was het grootste verschil tussen GeForce en Quadro destijds de optimalisatie, stabiliteit en updatestrategie achter de drivers. Quadro-drivers zijn stabieler en genieten ondersteuning van ontwikkelaars van professionele software (Independent Software Vendor of kortweg ISV), GeForce-kaarten krijgen hun ‘Game Ready’-drivers telkens wanneer er een nieuw populair spel uitkomt.
Zocht je stabiliteit, dan moest je voor de duurdere Quadro-kaarten kiezen. Kleinere ondernemingen met een beetje kennis van zake ontdekten echter al snel dat GeForce-hardware eigenlijk hetzelfde kan. Ter illustratie: een RTX 5000 kost ongeveer 2.200 euro vandaag. De GeForce RTX 2080 heeft iets minder geheugen maar verschilt verder nauwelijks onder de motorkap en biedt heel gelijkaardige prestaties. Prijskaartje: 800 euro tot 1.500 al naargelang het model. Een beetje gepruts met drivers was een kleine prijs om te betalen voor een grote financiële korting, dus bouwden ze workstations en renderdesktops met GeForce-gpu’s.
Stabiliteit voor GeForce
Nvidia lost dat probleem op met Studio. Onder het Studio-programma lanceert de gpu-bouwer zogenaamde Studio-drivers. Dat zijn alternatieve drivers voor GeForce-kaarten die de stabiliteit bieden die destijds voor Quadro was gereserveerd. Wie vandaag een workstation met een gaming-kaart koopt, kan daar voor exact hetzelfde geld een professionele driver aan koppelen zonder gaming-gerichte updates.
“Studio is een platform voor het significante deel van creators dat we niet bereikten”, zegt Bourgoyne. “Zij werken niet aan miljoenenprojecten en hebben geen directe ondersteuning van ISV’s nodig. Als er toch eens een probleem de kop opsteekt, is dat geen financiële ramp.”
Meer dan een driver
Studio is meer dan een alternatieve driver voor GeForce-kaarten, al is die welkome vernieuwing een erg zichtbare. “Met Studio willen we een end-to-end-platform bieden. Het omvat alles van een kleine draagbare laptop tot een zware workstation met het equivalent van een Quadro-kaart in.”
Voor enterprise hoopt Nvidia dus dat ze een conversatie aangaan om de juiste hardware uit het Nvidia-portfolio te kiezen. Met Studio wil het bedrijf hetzelfde doen voor professionals en kleinere ondernemingen. Bourgoyne: “Binnen het studio-programma zit een heel gamma dat aan ieders noden kan voldoen.”
De strategie in een notendop
Vatten we de strategie opnieuw samen, dan ziet die er als volgt uit:
- Nvidia GeForce: het GeForce-merk blijft bestaan. Het omvat gpu’s die speciaal voor gamers zijn ontwikkeld, met bijhorende drivers. De kaarten gaan van instapmodellen tot extreem krachtige raytracing-gpu’s en zijn allemaal gericht op visualisatie.
- Nvidia Studio: Studio is een programma gericht op creatieve professionals en kmo’s. Onder de Studio-vlak zit zowat het hele visualisatie-portfolio van Nvidia. Denk daarbij aan (ex-)Quadro-kaarten maar ook GeForce-gpu’s. Dankzij de nieuwe Studio-drivers brengen die immers stabiliteit naar de consumer-georiënteerde kaarten zodat ze geschikter zijn voor professioneel gebruik. Met Studio wil Nvidia alle professionals bedienen. Dat kan in een stijlvolle laptop om af en toe mee te renderen of in een workstation voor geavanceerde visualisatie in bijvoorbeeld een klein architectenbureau.
- Nvidia: Naar enterprise-klanten stapt Nvidia voortaan exclusief met de eigen merknaam, zonder onderscheid. GeForce-kaarten zijn niet geschikt in een enterprise-context en zijn dus niet van tel. Alle andere gpu’s werpen hun vroegere merknamen af en passen zo netjes onder de Nvidia-noemer. Het bedrijf dekt met de gpu’s opnieuw het hele spectrum aan workloads, van visualisatie en renderdesktops tot AI-servers.
Verschillend binnenwerk
Bourgoyne wijst er nog op dat de verschillende gpu’s wel degelijk veel verschillen onder de motorkap. “De krachtige A100 is volledig gericht op compute en niet op visualisatie. De kaart heeft HBM-geheugen aan boord en zit boordevol reken- en AI-kernen. Grafische componenten ontbreken omdat ze overbodig zijn in die context.”
“De A40 en A6000 komen met meer geheugen dat iets trager is. Die kaarten moeten wel data visualiseren dus hebben grafische componenten aan boord die ontbreken op de A100. De kaarten krijgen een uitgebreide professionele ondersteuning en zijn daarom iets duurder. Beschikbare connectoren zijn meer gericht op servers.”
“GeForce-gpu’s zijn gebouwd voor gamers. Er is een limiet aan wat zij willen uitgeven en daar komen we aan tegemoet door bijvoorbeeld minder in te zetten op ondersteuning. Ook het geheugen op een GeForce-kaart zal iets minder snel of uitgebreid zijn om zo de prijs te drukken.”
In de praktijk is het verschil tussen GeForce-kaarten en (voormalige) Quadro-gpu’s hardwarematig dus niet zo groot. Dat geeft ook Bourgoyne aan. Het was altijd al een financieel interessant idee om GeForce boven Quadro te kiezen buiten een enterprise-context. Tenzij je de rechtstreekse Nvidia-support, ISV-ondersteuning of het extra geheugen echt nodig hebt, is GeForce een erg goed idee. De Studio-drivers op maat valideren die keuze nu.
De verschillende kaarten in het portfolio hebben met andere woorden andere sterktes. Dat is erg duidelijk wanneer je een AI-gpu vergelijkt met een visualisatie-gpu en iets minder zichtbaar wanneer je twee visualisatie-gpu’s gericht op een ander doelpubliek bekijkt. Samen moeten de gpu’s voor iedereen een oplossing bieden. Wat die precies is, hangt af van je workload. Tesla en Quadro mag je daarbij stilaan vergeten, maar nog niet helemaal. “Het zal nog wel een tijdje duren voor de Quadro-naam echt helemaal verdwenen is”, vermoedt Bourgoyne.