Kies de juiste NAS: welke specificaties heb je nodig?

Nas qnap on desk

Een NAS bestaat in tal van formaten, met ruimte voor veel of weinig schijven, voorzien van een diversiteit aan aansluitingen en aangedreven met alles van lichte ARM-processors tot serverchips van AMD of Intel. Hoe kies je het juiste model?

Wie op zoek is naar een NAS (Network Attached Storage), heeft heel wat afwegingen te maken. Een NAS is veel meer dan een harde schijf met een netwerkaansluiting. De toestellen nemen vandaag de vorm aan van servers die kleine teams of bedrijven kunnen ondersteunen, niet alleen met pure opslag en back-up maar ook met virtualisatie van applicaties.

Om de juiste NAS te kiezen, moet je weten welke specificaties relevant zijn voor de beoogde workloads. Wil je een back-up-oplossing? Of een centrale server voor je kmo? Moet het toestel uitbreidbaar zijn? Hoe belangrijk is snelheid? Wij zetten de belangrijkste specificaties op een rijtje.

1. Bays voor de HDD’s

Een NAS wordt voor een stuk gedefinieerd door het aantal schijven dat je er in kwijt kan. Een 2-bay-toestel met ruimte voor twee schijven is doorgaans het minimum, al bestaan er zeldzame NAS-toestellen met slechts ruimte voor één harde schijf.

Een iets ruimer uitgerust toestel zal al snel ruimte hebben voor vier of vijf drives. Heb je echt veel opslagcapaciteit nodig, dan bestaan er modellen met acht bays.

Houd er rekening mee dat de harde schijven in een NAS doorgaans in een RAID-configuratie geplaatst worden. Dat impliceert dat data gereconstrueerd kunnen worden als er één drive uitvalt, maar ook dat je rekening moet houden met een hogere schijfcapaciteit dan wat je op het eerste gezicht nodig hebt.

Heb je erg veel opslag nodig, dan kan je voor een NAS met acht bays of meer gaan. vier tot vijf bays is echter voldoende voor de meeste scenario’s, terwijl lichte gebruikers voor een compacter toestel kunnen kiezen. (Afgebeeld: Qnap TS-832X)

Twee bays zijn goed voor bescheiden gebruik, vier of vijf is toch snel de norm voor wie grotere hoeveelheden data wil beheren in een professionele context. Vul je een 5 bay-NAS met 6 TB-schrijven in RAID 5, dan heb je toch 24 TB aan capaciteit beschikbaar. Nog meer bays kan, en wordt interessant voor grotere teams, of gebruikers die erg veel data genereren. Denk bijvoorbeeld aan videografen.

Je kiest de hoeveelheid bays rekening houdend met de hoeveelheid opslag die je nodig acht, en de schijven die je erin wil steken. Je kan voor enkele immense drives van 20 TB gaan, maar dan verlies je veel tijd (en geld) wanneer er één stuk gaat. Kleinere schijven verspreid over meerdere bays zijn vaak interessanter. Hoewel er geen regel bestaat, suggereren wij volgende richtlijn:

  • 2-bay met drives tot en met 4 TB, in RAID-1, voor 4 TB maximale ruimte. Handig voor bescheiden gebruik.
  • 4- to 6 bay met drives tot en met 8 TB in RAID-5, voor 30 TB maximale ruimte
  • Meer bays voor het geval je meer ruimte dan 30 TB nodig hebt. In dat geval kan je ook voor grotere drives kiezen.

De keuze voor 8 TB is ingegeven door de hersteltijd van een drive in een RAID-5-configuratie: grotere schijven nemen heel veel tijd in beslag.

2. Rek of schap

Een klassieke NAS is een desktoptoestel. Je plaatst het ding als een minicomputer op een kast of schap. Dat is handig voor kleine kantoren of thuissituaties. Grote en zwaardere NAS-toestellen zijn ook populair bij kmo’s met iets meer IT-infrastructuur.

lees ook

Qnap lanceert compacte TS-h765eU voor ondiepe rekken

Voor dat scenario bestaan NAS-apparaten ook in servervorm, klaar voor montage in een rek. Dat is een meerwaarde voor wie rekruimte ter beschikking heeft. Over de prestaties of de capaciteit van een NAS zegt de vormfactor niets.

  • Een rek is handig voor bedrijven die er al één hebben staan, bijvoorbeeld voor een andere server of firewall.
  • Een desktopmodel is prima wanneer er geen rack beschikbaar is. Je kan het kwijt op een schap of in een (geventileerde) kast.

3. Flash en cache

Een NAS is traditioneel bedoeld om 3,5 inch-HDD’s te huisvesten via een SATA-aansluiting. Kleinere SATA-SSD’s passen doorgaans ook. Sommige toestellen zijn echter gebouwd met flash-opslag in het achterhoofd. Zij bieden enkel ruimte voor SSD’s.

Dat kan handig zijn voor gebruiksscenario’s waar de opslag supersnel toegankelijk moet zijn. Denk aan een NAS die een database zal huisvesten, of nog een toestel van waarop monteurs rechtstreeks 4K-video willen bewerken.

Andere NAS-apparaten hebben ruimte voor één of meer M.2-aansluitingen. Een M.2-NVMe-SSD kan dienen als extra opslag, of als cache om toegang tot de NAS te versnellen. Je kan bijvoorbeeld enkele containers op de flash-opslag draaien, maar de data op de HDD’s bewaren.

  • All-flash is handig voor specifieke doelen, zoals videomontage of krachtige databases.
  • Flash-cache of een bescheiden flash-volume kan een meerwaarde zijn om het gebruik van je NAS te versnellen.
  • Voor gewone back-ups of gebruik als netwerkmap is flash niet relevant.

4. Aansluitingen

Hoe vaak versluis je data van en naar de NAS, en hoe snel moet dat gaan? 2,5 GbE-aansluitingen worden stilaan de norm. Qnap biedt ze op alle toestellen aan, andere fabrikanten volgen (deels). 2,5 GbE volstaat om data snel van en naar een netwerkmap te verhuizen, of om back-ups te maken.

2,5 GbE wordt stilaan de norm, behalve bij instaptoestellen. Ook 10 GbE tekent soms standaard present, zoals op deze Qnap TS-432X.

Zit je met een groter team op een NAS, en moet het toestel grotere volumes aan data verwerken, dan wordt een 10 GbE-aansluiting relevanter. Sommige NAS-toestellen hebben zo’n aansluiting al aan boord, maar dat is niet standaard. Voor echt professionele doeleinden kan je voor 25 GbE of sneller gaan, al mik je dan op niche-workloads.

  • 1 GbE volstaat voor een kleine 2-bay-NAS, maar raakt stilaan gedateerd.
  • 2,5 GbE is voldoende snel voor gewoon gebruik.
  • Intens gebruik met meerdere mensen kan 10 GbE of meer verantwoorden.

5. De juiste CPU

Wil je een NAS voor de back-up van enkele computers, dan heb je niet veel rekenkracht nodig. Een lichte processor kan zo’n taak prima verwerken. Voor dergelijke gebruiksscenario’s brengen fabrikanten NAS-toestellen met lichte ARM-processors op de markt. Die verbruiken bovendien weinig en dat is mooi meegenomen, aangezien een NAS gebouwd is om permanent aan te staan.

Wanneer je een NAS wil inzetten voor multimedia-capaciteiten of video-surveillance, zorg je best voor een geschikte CPU die media hardwarematig ondersteunt. Ook een ingebouwde NPU voor AI-gerelateerde taken zoals beeldherkenning kan handig zijn.

lees ook

Qnap TS-432X review: efficiënt maar krachtig waar het telt

NAS-fabrikanten gaan er echter steeds meer vanuit dat klanten meer geavanceerde taken rechtstreeks op de NAS willen draaien. Denk aan een mediaserver, containers of zelfs virtuele machines. In dergelijke gevallen heb je een straffere processor nodig. Exemplaren van AMD of Intel zijn dan interessanter. De x86-architectuur zorgt immers voor een bredere compatibiliteit. Dat geldt ook voor beschikbare apps binnen het ecosysteem.

Zijn containers of virtuele machines echt een hoofddoel, en wil je dat meerdere gebruikers vlot aan de slag kunnen met applicaties op je NAS? Dan mag je een heuse serverprocessor overwegen zoals een Intel Xeon-chip of een AMD Epyc-CPU.

  • Voor licht gebruik als netwerkmap of voor back-up kan je een lichte en zuinige processor kiezen. Dat mag gerust een ARM-chip zijn.
  • Wil je meer applicaties gebruiken, dan zorgt een x86-chip voor een breder ecosysteem. Dat mag een lichte Intel Celeron of AMD Embedded zijn. Daar kom je al een eind mee.
  • Om enkele containers te draaien of meerdere applicaties consequent simultaan te gebruiken, is een krachtigere chip van Intel of AMD handig.
  • Pas voor zwaar gebruik met meerdere containers en virtuele machines, en veel gebruikers, zijn serverchips zoals een AMD Epyc of Intel Xeon belangrijk. Die zijn minder zuinig, dus selecteer ze alleen als het nodig is.
  • Zijn media of surveillance belangrijk? Zorg er dan voor dat de CPU mediataken hardwarematig ondersteunt en eventueel een NPU aan boord heeft. Dat is relevanter dan pure CPU-rekenkracht.

6. RAM

De hoeveelheid aanwezig RAM-geheugen is vooral belangrijk in scenario’s waarin de NAS ook dient voor virtualisatie, of voor gebruikers die het app-ecosysteem ten volle willen benutten. 4 GB is genoeg voor basisgebruik zoals back-ups en gedeelde opslag. Met 8 GB kom je al een heel eind wanneer de focus op applicaties uit het NAS-ecosysteem ligt. Meer wordt relevant bij geavanceerdere toepassingen waaronder virtualisatie.

NAS-fabrikanten zijn doorgaans karig met de hoeveelheid RAM die ze in hun toestel stoppen, en mikken daarbij eerder op basisgebruik. Vrijwel altijd is het RAM-geheugen wel uitbreidbaar. Je kan dus gerust meer RAM installeren wanneer je tegen een muur aanloopt.

  • Netwerkopslag heeft niet veel RAM nodig. 4 GB is genoeg voor licht gebruik.
  • Met 8 GB kan je al heel wat apps uitvoeren of containers draaien.
  • Meer dan 8 GB is relevant wanneer containers en virtuele machines van groot belang zijn.

7. Uitbreidbaarheid en aansluitingen

De externe uitbreidbaarheid is een laatste belangrijk punt om de NAS op te beoordelen. Veel toestellen hebben één of meerdere USB (A)-poorten aan boord. Die kunnen dienen om externe schijven aan te koppelen, maar ook om bijvoorbeeld een UPS te laten communiceren met de NAS.

Verschillende RJ-45-poorten laten dan weer toe om de NAS op redundante netwerken aan te sluiten. Veel iets grotere NAS-toestellen, zeker vanaf vier bays of meer, hebben ruimte voor een PCIe-kaart. Daarmee voeg je bijvoorbeeld extra M.2-SSD-capaciteit toe, of netwerkaansluitingen tot en met 100 GbE.

Ingebouwde PCIe-poorten laten je toe om de functionaliteit van een NAS naar je hand te zetten, bijvoorbeeld met een extra NVMe-slot (afgebeeld), maar ook 25 GbE of zelfs 100 GbE, of ruimte voor extra opslag.

Tot slot kan je ook een hele NAS uitbreiden. Blijken vier bays onvoldoende, dan kan je een toestel met extra bays bijkopen. Dat koppel je via een kabel (en eventuele PCIe-aansluiting) aan je NAS. Zo’n uitbreidingsbay is goedkoper dan een nieuwe NAS, en heeft geen extra CPU of RAM aan boord.

  • Wil je grote toekomstbestendigheid, zorg dan voor de mogelijkheid om een expansie-unit met extra bays aan te sluiten.
  • PCIe laat je toe om extra netwerkfunctionaliteit of een SSD te installeren.

Waarvoor dient je NAS?

Zoals je ziet, zijn er heel wat opties. Denk vooraf goed na over het doel van je NAS, zodat je weet hoe straf de CPU moet zijn en hoe relevant RAM is. Probeer je voor de keuze van het aantal bays voor te stellen hoe snel je opslag doorheen de jaren zal groeien, en denk eraan dat een oplossing met meer bays met kleinere schijven vaak interessanter en robuuster is.

Verder is de software nog van belang. Een eenvoudige NAS moet niet veel kunnen, maar voor geavanceerd gebruik is zijn OS en ecosysteem heel relevant. Die bepalen welke extra functionaliteit je kan benutten, maar ook hoe eenvoudig je meerdere gebruikers kan beheren.