Data en Formule 1 gaan hand in hand. De innovaties en zelfs de strategie waar de raceteams op vertrouwen, steunen echter op dezelfde principes die een modern bedrijf moet omarmen. Red Bull Racing verduidelijkt.
“Data is het levensbloed van Formule 1”, zegt Zoe Chilton. Als Head of Partnerships bij Red Bull Racing is ze te gast op de virtuele Citrix EMEA Work Summit. Ze ziet duidelijke parallellen tussen de rol die data en technologie speelt in de autosport, en de uitdagingen waarmee bedrijven te maken krijgen. Eerst en vooral illustreert ze het belang van data.
Buikgevoel
“Keek je in de vorige eeuw naar Formule 1, dan zag je hele vreemde wagens met speciale vleugels en aerodynamische oppervlakken. Ingenieurs probeerden nieuwe concepten uit, integreerden nieuwe onderdelen en keken dan naar de stopwatch wanneer de aangepaste racewagen rond het circuit scheurde. Ging de wagen sneller? Dan was de toevoeging goed.”
De aanpak die Chilton omschrijft vertrouwde op kennis en buikgevoel. Rudimentaire basisgegevens zoals de snelheid van de wagen rond het circuit toonden de impact van verandering, maar meer niet. Naar de precieze werking van een nieuw onderdeel, de impact op het succes en het complexe samenspel van alle componenten bleef het raden. Je kan de manier van werken vergelijken met de strategie van organisaties die data niet benutten. Slimme zaakvoerders kunnen het één en ander optimaliseren, maar de eigenlijke impact is moeilijk te voorspellen en het ‘waarom’ achter succes blijft vaak beperkt tot een gevoel.
Meten is weten
Vandaag is Formule 1 een datasport. Chilton: “Duizenden sensoren in de wagen vertellen wat er precies gebeurt. We meten niet alleen wat er in de auto gebeurt, maar kijken ook naar de optimalisatie naar de hele business er achter. Met de hulp van data zien we wel hoe aanpassingen interageren en hoe een verandering de wagen uiteindelijk sneller laat gaan. Opnieuw ziet ze een vergelijking met de manier waarop je een bedrijf kan runnen. Een analogie verduidelijkt.
De bolide is het product, de coureur is de klant en het circuit is de markt.
Zoe Chilton, Head of Partnerships Red Bull Racing
“In de context van Formule 1 kan je de bolide als het product bekijken. De coureur is de klant, en het circuit is de markt. Ieder circuit is een beetje anders. Een warme locatie dicht bij het zeeniveau heeft dikkere lucht en meer downforce, terwijl een racebaan in de bergen met ijle lucht minder downforce voorziet en minder lucht door de motorkoeling stuurt. Voor iedere race moeten ons product een beetje aanpassen aan de markt: de wagen wordt geoptimaliseerd voor het circuit.”
Product op maat van de markt
Wat de ingenieurs van Red Bull Racing en de andere teams precies moeten doen, weten ze dankzij meer dan 15 jaar aan telemetrie op bestaande parcours. Data over de helingsgraad, het wegdek, de verhouding tussen bochten en rechte stukken, de warmte, de luchtdruk en meer geven de experts een beeld van de omstandigheden waarin hun product moet presteren. Dankzij de data weten ze heel precies met welke uitdagingen de wagen wordt geconfronteerd.
“Dezelfde auto kan niet overal racen”, vertelt Chilton. “De kernelementen zoals het chassis, de versnellingsbak en de motor blijven gelijk, maar heel wat andere zaken kunnen we veranderen. Denk aan aerodynamische componenten die meer of minder downforce genereren of de luchtinlaten voor de koeling.” Als een F1-team iets verandert, dan gebeurt dat op basis van data over het circuit enerzijds en een grondige kennis over de impact van de aanpassing van een componenten aan de wagen anderzijds.
Virtuele F1-bolide
Met haar analogie maant Chilton organisaties aan om de verhouding tussen product, markt en klant op dezelfde manier te benaderen. Enkel door data te verzamelen en te analyseren kan je immers beslissingen nemen gebaseerd op feiten. Bovendien hoef je niet met de spreekwoordelijke stopwatch klaar te staan vooraleer je een idee krijgt van de impact van een aanpassing aan bijvoorbeeld je product of de logistieke ketting.
“De ingenieurs bouwen CAD-modellen van de wagens die we via computational fluid dynamics (CFD) in een virtuele windtunnel testen. Dankzij het gevirtualiseerde design kunnen we sneller ontwikkelen en evolueren.”, zegt Chilton. “Tijdens de race hebben we een virtuele digitale tweeling van de wagen ter beschikking.” Uiteindelijke aanpassingen worden nog steeds fysiek getest, maar Red Bull Racing heeft dankzij het digitale model al een heel goed idee van de impact van deze of gene aanpassing voor een onderdeel wordt gefabriceerd.
Dat model van digitale tweelingen van hardware wint steeds meer aan belang, vooral in de industrie. Met een digitale kopie van complexe installaties en fabrieken kunnen bedrijven de aanpak uit F1 volgen. Gedetailleerde digitale modellen gebaseerd op actuele data laten iedereen toe om aanpassingen virtueel uit te proberen om een idee te krijgen van de impact voordat een knoop wordt doorgehakt.
Supersnel analyseren
Het grootste verschil tussen een doorsnee organisatie en een F1-team is de snelheid waarmee alles gebeurt. Chilton: “Per seizoen testen we 30.000 nieuwe designs. Voor elk circuit weten we intussen wat belangrijk is en wat werkt.” Het model is geoptimaliseerd om op amper een week tijd lessen te trekken uit een gereden race en daarop gebaseerd gericht aanpassingen door te voeren bij de volgende wedstrijd die soms al een week later plaatsvindt.
Ook tijdens de race zelf is snelheid van levensbelang, en niet enkel bij de wagens. “De 80 tot 100 werknemers ter plaatse maken slechts tien procent uit van het totale team. In de fabriek in Milton Keynes in het VK kijken ingenieurs van Red Bull Racing in realtime mee naar de telemetrie om zo problemen op te sporen nog voor die zichtbaar zijn.”
Edge-datacenter in de pit
Dat brengt zijn eigen uitdagingen met zich mee. Het is immers niet vanzelfsprekend om data in realtime door te sturen van het parcours naar de fabriek. De oplossing die de Formule 1-wereld daar hanteert, leert ons dan weer iets over het belang van bandbreedte-optimalisatie en edge-computing.
“Volgend jaar racen we op 23 verschillende locaties over de hele wereld”, zegt Chilton. “We sleuren 45 ton aan materiaal mee de wereld rond, waaronder een eigen datacenter.” Dat datacenter wordt terplekke opgebouwd en verzamelt de telemetriedata van de F1-bolides. Al die gegevens rechtstreeks naar de fabriek sturen, kost erg veel bandbreedte en brengt onvermijdelijk een vertraging met zich mee. “Dat kunnen we ons niet veroorloven. Soms maken enkele seconden het verschil tussen een succesvolle reparatie en een podiumplaats, dan wel een laatste plaats.”
De data komen dus terecht om het mobiele datacenter, maar het gros van de realtime-analyse gebeurt wel in de fabriek. Dat kan omdat de ingenieurs in het VK via Citrix inloggen op workstations op locatie. Zo zien ze live de data binnenkomen, zonder dat die allemaal van pakweg Abu Dhabi naar Milton Keynes gestreamd hoeft te worden.
Voor iedereen
Er wordt een stuk meer data geproduceerd en snelheid is belangrijker dan bij veel bedrijven, maar F1 en de bedrijfswereld worden hier met gelijkaardige problemen geconfronteerd. Organisaties met verschillende locaties willen weten wat er zich allemaal afspeelt, maar het is niet efficiënt om de data van duizenden sensoren naar een centraal datacenter te sturen voor verwerking.
De eerste analyse gebeurt beter via edge-apparatuur, net zoals in de F1-context. Dat drukt de kosten en zorgt bovendien voor een snellere reactietijd. Als een parameter van een machine in het rood komt, wil je immers dat die automatisch wordt bijgestuurd of de machine zich uitschakelt voor er schade is. Het heeft geen zin om de relevante sensordata de halve wereld rond te sturen om dergelijke data te interpreteren: dat doe je beter op de relevante site.
Innovatie op topniveau
Dankzij het belang van data drijft Formule 1 vandaag niet alleen de ontwikkeling en innovatie van autotechniek, ook IT profiteert ervan. Chilton geeft nog een voorbeeld: “Onze ingenieurs wilden 3D HDX-data vanop Simplivity-hardware van HPE via Citrix bekijken op twee 4K-monitors. Die capaciteit bestond niet maar Citrix heeft die speciaal voor ons ontwikkeld. Nu is ze voor iedereen beschikbaar.
Als bedrijf is het interessant om te kijken naar de manier waarop de sport met data omgaat. De basisprincipes betreffende het belang van data, datagedreven aanpassingen, digitale tweelingen van hardware en edge-computing zijn in vrijwel elke context relevant.