Zeewater geeft alert fatigue: hoe IoT de vissen in de beek in leven houdt

Meer dan honderd sensoren houden de kwaliteit van onze waterwegen in het oog. De data van die sensoren krijgen nu een nieuw platform: goed voor de mailbox van de mensen van de VMM, goed voor de efficiëntie van de sensoren, en goed voor de kwaliteit van ons water. ITdaily gaat van dichtbij kijken in Aalst.

De Aalsterse straten ogen nog redelijk verlaten wanneer we ons rond elf uur een weg banen richting de Zwarthoekbrug. Deze stilte kondigt een storm aan: de praalwagens voor carnaval staan overal klaar. Een opvallende steampunk-stier aan de hoek van de brug wordt vakkundig genegeerd door een groepje mensen dat zich aan de Denderkaai verzameld heeft rond een paal met daarop een zonnepaneel. Allen kijken ze gebiologeerd naar Philippe Vertonghen, Verantwoordelijke beheer MPS & Teamlead van de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM), die net een buis aan een ketting uit de Dender heeft opgehesen. Hiervoor zijn ook wij gekomen.

De watertrol houdt de wacht

“Dit is de In-Situ Aqua Troll 600”, zegt Vertonghen. “De sensor is verbonden aan deze paal.” Hij opent een kastje aan de paal en toont de inhoud: een bakje met wat IT-apparatuur. “Het zonnepaneel levert stroom aan deze lithium-ion-batterij. Het voorziet ook de sensor en deze modem van stroom. De sensor heeft zelf twee D-batterijen, zoals in een dildo, en als die leeg zijn, werkt het ding niet.” Vertonghen brengt zijn verhaal kleurrijk over. We stellen ons geen verdere vragen bij de Aalsterse batterijgewoontes.

De Aqua Troll maakt deel uit van een netwerk van meer dan honderd sondes die de waterkwaliteit monitoren. Het exemplaar aan de Zwarthoekbrug verzamelt, net als de andere Aqua Troll-sensoren, data op intervallen van enkele seconden. Ieder uur worden die dan via de modem en een 3GPRS-IoT-netwerk naar de servers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) gestuurd. Het systeem wordt bewonderd door een gezelschap van mensen van de VMM zelf, van het Gentse Geoparc, dat een nieuw platform ontwikkelt voor de sensordata, en een delegatie van de universiteit van Lille die voor dat platform intelligentie wil ontwikkelen.

Vertonghen opent de sonde voor ons en wijst naar het uiteinde van de staaf. “Hier zitten de vier sensoren. Eén meet hoe geleidend het water is, een andere kijkt naar het aantal partikels erin, een derde meet de PH-waarden en de laatste sensor kan het zuurstofgehalte meten. Tot slot is er een borsteltje dat alle sensoren schoonmaakt.” “Of stukmaakt” valt zijn collega Nico Van Hove, Verantwoordelijke beheer MPS bij de VMM hem bij. “Als er te veel rommel in zit.”

Van sensor naar server naar mailbox

Net als de inwoners van Aalst wordt de steampunk-stier achter ons stilaan wakker. De eerste carnavalsbeats klinken voorzichtig door enkele luidsprekers. Van Hove laat de sensor opnieuw in het water en we steken de Dender over op weg naar het labo van de VMM. Daar worden de sensoren onderhouden en gekalibreerd.

In het volgestouwde labo neemt Van Hove plaats achter een computer en schetst hij het probleem dat Geosparc en de mensen van Lille moeten oplossen. “De data van de sensoren komen binnen op de servers van de VMM, en op basis van de milieuregels hebben we een aantal alerts ingesteld”, legt hij uit. “Zodra sensorwaardes boven of onder een bepaalde grens terechtkomen, krijgen we een notificatie. Helaas kunnen we die notificaties niet in detail aanpassen, en gelden ze voor alle data.”

Spam van de Noordzee

Hij verduidelijkt: “Als een sensor in de Dender een zoutgehalte boven de 1.400 microsiemens per centimeter (µS/cm) meet, is dat problematisch genoeg om een alarm te laten afgaan. Daar staat de alarmdrempel ook. Maar de sensoren in het brakke water aan de kust meten natuurlijk veel hogere waardes van 20.000 µS/cm. Dat is volstrekt normaal, maar veroorzaakt wel notificaties.”

Op dit moment komen die notificaties niet binnen op een platform, maar nemen ze de vorm aan van een gruwelijke spam-campagne. De mailbox van Van Hove is overstelpt met waarschuwingen over overschreden drempelwaardes die eigenlijk irrelevant zijn. “Het zijn te veel notificaties om zelfs te filteren”, zucht hij. Manueel door de sensordata ploegen op zoek naar echte anomalieën blijkt de enige oplossing op dit moment.

We ontvangen te veel notificaties om zelfs te filteren.

Nico Van Hove, VMM

Alert fatigue loert om de hoek. We denken meteen aan IT-beheerders of security-specialisten die verdrinken in een stortvloed aan data en alarmen van verschillende applicaties. In die context is het belangrijk om alle data efficiënt in één dashboard te bekijken, prioriteiten te geven en loze meldingen tot een minimum te beperken. In Aalst is dat niet anders.

Zelfde data, nieuw platform

“Dat gaan wij aanpakken”, zegt Tars Morel, Software Consultant bij Geospact. “Geosparc bouwt een platform waarin de data van de sensoren beter te beheren zijn. Zo zullen medewerkers verschillende alarmen kunnen instellen op basis van de regio waarin een sensor zich bevindt.” Het wordt ook mogelijk om data van een sensor even het zwijgen op te leggen, of alarmen een prioriteit toe te wijzen. “Dat is handig wanneer je weet dat er iets mis is, maar er toch even niets aan kan doen, zoals bij de overstromingen in de Westhoek”, verduidelijkt hij.

Het basisopzet van het nieuwe platform is even helder als noodzakelijk. Via een kaart krijgen medewerkers van de VMM de sensoren te zien en kunnen ze zelf aan de slag met de alarmen. Bovendien is het de bedoeling om het platform aan werkorders te koppelen, zodat een lokaal team snel kan gaan kijken wanneer de sensordata daarom vragen.

Dat klinkt simpel, maar is het niet. “Technische monitoring in realtime is een complex data proces”, vertelt Tom De Kegel van GeoSparc ons achteraf. “Het is een kunst en een uitdaging voor IT-bedrijven om informatie helder, eenvoudig en behapbaar over te brengen naar de gebruiker, met achterliggend een complexe motor van monitoring en algoritmes.”

Geen reden tot alarm

Geosparc wil meteen ook intelligentie inbouwen, waarbij combinaties van data reden tot alarm kunnen geven. “We werken pragmatisch en ontwikkelen eerst eenvoudige, maar waardevolle alarmen, zodat de VMM meteen geholpen is”, verduidelijkt Morel. “Daarna voegen we met voortschrijdend inzicht complexere logica toe.” Zo is het vandaag niet mogelijk om data van meerdere sensoren te combineren om inzichten te verkrijgen. Dat zou in de nieuwe omgeving wel kunnen.

Omgekeerd zijn sommige overschrijdingen van drempelwaardes geen reden tot alarm. “Als het na lange droogte hard regent, komt er veel grondwater in de rivier. Dat registreren de sensoren en kan alarmen laten afgaan, terwijl het om een natuurlijk fenomeen gaat”, licht Morel nog toe. “Zo’n alarmen kunnen we in het platform eenvoudig voorkomen, zeker wanneer de sensordata gecorreleerd worden met andere gegevens zoals het weer.”

Ruimte voor intelligentie

De architectuur van het platform wordt flexibel, want het is de bedoeling om snel meer te gaan doen met de data. Morel legt uit: “Voor geavanceerde intelligentie op basis van bijvoorbeeld machine learning, werken we samen met de Universiteit van Lille. Onderzoekers daar kunnen slimme systemen ontwikkelen, bijvoorbeeld om incidenten te voorspellen voor ze duidelijk zichtbaar zijn, of onderhoud te plannen net voor een sensor stuk gaat. Wanneer zo’n functie klaar is, kunnen we ze in het platform klikken.”

De hoeveelheid sensoren die de VMM kan uitrollen, beheren en onderhouden is beperkt door het beschikbare personeel. Een efficiënter platform kan de sensorcapaciteit flink opkrikken.

Terwijl de carnavalsvreugde buiten toeneemt, peilt Rochdi Merzouki, Professor aan de Polytech-universiteit van Lille naar concrete noden. “Welke data zijn relevant voor jullie?”, vraagt hij. “Wij kunnen allerhande inzichten aanleveren, maar ze moeten relevant zijn voor jullie dagelijkse werk.” GeoSparc, de VMM en de universiteit beslissen om iedere twee weken samen te zitten om de evolutie van de ontwikkeling te bespreken.”

Koploper

Wanneer de delegatie uit Lille richting de broodjeslunch wordt geleid, kaarten wij nog even na met Morel. Hij geeft toe dat de samenloop van het carnaval en het bezoek niet opzettelijk is, al zullen de Fransen na vandaag ongetwijfeld meer hebben om over te reflecteren dan sensoren alleen. Buiten dansen kinderen van alle leeftijden in hun traditionele kostuums. Vrouwen duwen kinderwagens gevuld met bier en mannen steken hun gelegenheidsboezem goed. Gelukkig staan de Voil Jeanetten pas voor morgen op het programma, want dat uitleggen aan de Fransen wordt misschien moeilijk. “Zelfs buiten Aalst begrijpen ze het niet goed”, bedenkt Vertonghen zich.

“Eigenlijk staan we in België ver met de monitoring van onze waterlopen”, besluit Morel. We mogen ons niet laten misleiden door de spamtoevloed die vandaag de norm is. “We hebben hier veel meer data dan in andere landen. Dat moet ook wel, met zo’n drukbevolkt en bebouwd gebied.” Die data worden binnenkort ontsloten met een toekomstbestendig platform. Alert fatigue is dan hopelijk verleden tijd voor Van Hove en Vertonghen, die eindelijk echt aan de slag kunnen met de data van hun sensoren.

Meer met minder

Bovendien zal de VMM meer kunnen doen met minder mensen. Van Hove: “Met vijf à zes mensen kunnen we zo’n 150 sensoren onderhouden, meer is op dit moment moeilijk, omwille van het frequente onderhoud.” Zo moeten de eerder vermelde D-batterijen op tijd en stond vervangen worden. Als dat onderhoud efficiënter gestuurd wordt door het dataplatform, zodat mensen alleen ter plekke gaan wanneer dat nodig is, is de meerwaarde van het platform meteen voelbaar.

Intussen is het karnaval helemaal op gang gekomen. De steampunk-stier bij de Zwarthoekbrug is klaar voor de stoet, net als de mensen. De NMBS voert wagon na wagon aan feestvierder aan en de straten lopen vol. Niemand kijkt nog naar de paal naast de brug, of is zich bewust van de Aqua Troll 600 die plichtsbewust de kwaliteit van het water blijft meten, feest of geen feest.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.