Vorig jaar begon Orange met de uitrol van een 5G-netwerk in de Antwerpse haven. De provider maakt nu de balans na enkele maanden testen. Daaruit ontdekken we waar de focus voor de nieuwe technologie in de praktijk ligt.
In december van vorig jaar kondigde telecomprovider Orange de uitrol van een 5G-testnetwerk aan in de haven van Antwerpen. Dat netwerk, onderdeel van de experimentele Industry 4.0-campus, moet bedrijven mee klaarstomen voor een toekomst waarin 5G alomtegenwoordig is. Orange trok verschillende industriepartners uit de haven aan om aan de slag te gaan met de unieke capaciteiten van 5G. Het bedrijf maakt nu enkele maanden na de oprichting van de Industry 4.0-campus de balans op met een overzicht van de eerste experimenten. Die tonen meteen wat de mogelijkheden van 5G zijn en hoe ze verschillen van een klassiek 4G-netwerk.
5G-sleepboten
De eerste partner is de Antwerpse haven zelf. Die rustte bij wijze van experiment één van de sleepboten uit met 5G-connectiviteit. De hoge bandbreedte van de draadloze verbinding laat het schip toe om in realtime beelden en andere data zoals radar en sonar door te sturen naar de controlekamer. Zo kunnen verschillende sleepboten rond een groot schip beter samenwerken. Port of Antwerp wil die informatie inzetten om de efficiëntie te verhogen en zo op een veilige manier meer vrachtschepen toegang te geven tot de haven.
De hoge bandbreedte en de lage latency is ook belangrijk voor Covestro, dat in het havengebied polymeren maakt. Covestro combineerde de toegang tot 5G met tablets en AR-brillen om techniekers toegang te geven tot een schat aan data. Technici moeten tijdens de inspectie van de complexe installaties heel wat informatie bij de hand hebben. 5G maakt het mogelijk om die data digitaal te streamen en zelfs weer te geven via de AR-bril. Daarmee kan de expert bovendien vanop afstand externe hulp inroepen.
Betrouwbaar netwerk voor de chemie
Voor Borealis en BASF, twee andere chemiegiganten in het havengebied, is ingebouwde netwerk-slicing belangrijk. Die technologie laat providers toe om een enkel fysiek netwerk op te splitsen in meerdere virtuele netwerken. Problemen op één virtueel netwerk hebben geen impact op het andere, wat de betrouwbaarheid verhoogt. Bovendien kan een provider een slice van het netwerk reserveren voor een klant en daar extra beveiliging aan toevoegen.
Borealis gebruikt die mogelijkheid om de fabrieksmachines op een veilige manier met de cloud te verbinden. Daar zijn ze gekoppeld met AI-algoritmes voor kwaliteitscontrole. Voordien maakte de fabriek gebruik van bekabelde infrastructuur maar met network slicing kan Borealis profiteren van een draadloos geïsoleerd en veilig netwerk.
BASF hoopt dan weer om op termijn alle medewerkers uit te rusten met één enkel 5G-geconnecteerd toestel dat instaat voor alle bedrijfskritische communicatie. Network slicing voorkomt in dit geval overbelasting bij noodgevallen, zodat de interne beveiligingsteams van BASF goede communicatie behouden. De chemiereus overweegt om 5G-toestellen te koppelen aan andere toepassingen zoals bodycams of draagbare gasdetectoren gekoppeld aan een overzicht voor de dispatcher.
Drones
Tot slot is er de samenwerking met Helicus. Orange werkt mee aan het HAI-SCS-project dat staat voor ‘Helicus Aero Initiative – Scheduling, Connectivity and Security’. Het project moet onder andere een veilige netwerkverbinding garanderen voor drones die kritieke vracht vervoeren. Denk aan medische apparatuur of zelfs organen voor transplantatie.
De hoge bandbreedte, lage latency en slicingcapacitieten maken 5G uitermate geschikt voor het project. Dankzij netwerkslicing is er steeds een prioritaire verbinding, de hoge bandbreedte zorgt ervoor dat de drone rechtstreeks camerabeelden kan verzenden en de lage latency maakt het mogelijk voor operatoren om het toestel in realtime te bedienen wanneer nodig. In tegenstelling tot de vorige cases is dit project nog in ontwikkeling. Concrete resultaten volgen pas eind volgend jaar.
5G voor de industrie
Orange is niet de enige die de haven als de ideale testplek ziet voor 5G. Proximus rolde in februari van dit jaar zijn industrieel testnetwerk uit, nicheprovider iSea kondigde pas nog aan in samenwerking met Ericsson hetzelfde te doen. De haven is de ideale testsite voor 5G: de enorme bedrijven zijn één van de belangrijkste doelgroepen voor de nieuwe capaciteiten van de mobiele netwerkstandaard. Bovendien is de Antwerpse haven uitgestrekt, goed beveiligd en wonen er geen malloten die 5G-masten in brand willen steken.
De haven is de ideale testsite voor 5G.
De eerste testprojecten illustreren goed waarvoor 5G echt belangrijk is. De technische specificaties achter de standaard maken een enorme capaciteit mogelijk, waardoor bedrijven naar believen toestellen met het netwerk kunnen verbinden. Via netwerk slicing kan een provider verschillende prioriteits- en betrouwbaarheidsbanden voorzien. Een eenvoudige sensor die af en toe een temperatuurmelding stuurt, moet bijvoorbeeld niet op hetzelfde netwerk zitten als de brandweer. De hoge bandbreedte en vooral lage latency maken tot slot realtime-interactie mogelijk. Met 4G kan je ook video op hoge resolutie streamen, maar de responstijd ligt doorgaans te laag voor interactie in realtime.
lees ook
Staar je niet blind op 5G: waarom het onbeminde Wifi 6 belangrijker is
De focus ligt weinig verwonderlijk op industrieklanten. Hoewel de marketingdepartementen van netwerkproviders je misschien anders willen doen geloven, is de meerwaarde van 5G voor consumenten in eerste instantie erg beperkt. Behalve op massa-evenementen zal je niet meteen een verschil merken. De gebruikte radiofrequenties zijn immers gelijkaardig, waardoor 5G geen beter bereik heeft. De focus van de technologie ligt volledig op zakelijke toepassingen en dan specifiek real-time controle op afstand en structurele implementaties van IoT-systemen.