Hyperconvergence: wat is het en waarom is het belangrijk?

Lego blokken

Hyperconvergence is aan een opmars bezig. Hypergeconvergeerde systemen zijn goed voor meer dan 50 procent van totale markt van geconvergeerde datacentersystemen, goed voor een totale waarde van 2,5 miljard dollar. We spitten in dit artikel uit waar het allemaal om draait.

Dit stuk is een onderdeel van onze ‘IT uitgelegd’-reeks, waarin we belangrijke begrippen en technologieën achter producten en innovaties vandaag op een begrijpelijke manier uitleggen. We houden dit stuk periodiek up-to-date met de nieuwste ontwikkelingen. Recentste update: 9 februari 2022. 

Hypergeconvergeerde systemen werden in het leven geroepen om de complexiteit in het datacenter te verminderen en de schaalbaarheid te vergroten. Om dat te realiseren worden de opslag-, reken- en netwerkcapaciteiten in een enkel systeem gecombineerd.

Hoewel het tegenstrijdig lijkt dat een single-vendoroplossing voor meer flexibiliteit zorgt, is dat precies de belofte die hyperconvergence maakt. Het biedt de wendbaarheid van de public cloud, zonder dat je de controle over de hardware moet afstaan.

In de recentste cijfers van IDC zien we dat in de wereld van geconvergeerde systemen hypergeconvergeerde systemen in marktaandeel winnen. In 2018 was het goed voor één op drie installaties, terwijl we vandaag op 54 procent zitten. Van 2019 naar 2020 de categorie met 7,4 procent, terwijl de algemene categorie van geconvergeerde systemen status quo bleef. Belangrijke hardwarespelers in de hypergeconvergeerde wereld zijn Dell Technologies (32%), HPE (13,5%) en Nutanix (10,3%). Kijken we naar de software, dan zien we vooral VMware (38,7%) , Nutanix (23,4%), Huawei (6,3%) en Dell Technologies (5,6%). Opnieuw gaat het hier over de cijfers van 2020. Data over 2021 worden pas later in 2022 meegedeeld.

(Hyper)convergence

Om goed te begrijpen hoe hypergeconvergeerde systemen tot efficiëntiewinst leiden, nemen we eerst een stapje terug. Bestaande datacenterinfrastructuur is doorgaans in silo’s opgebouwd. Eén set middelen – compute, opslag en netwerk – is gewijd aan een bepaalde technologie of applicatie en wordt meestal gekozen volgens het ‘best of breed’-principe.

De verschillende elementen zijn vaak afkomstig van verschillende fabrikanten en worden beheerd via verschillende software. Er is nauwelijks of geen sprake van integratie. Bovendien wordt in deze silo-aanpak uitgegaan van een aantal vooronderstellingen en kan de hardware niet zomaar opnieuw worden geconfigureerd om andere werklasten te ondersteunen.

Hyperconvergence stapt af van een hardware-gedefinieerde infrastructuur ten voordele van een software-gedefinieerde omgeving.

Dat heeft geleid tot een wildgroei aan hardware in het datacenter die nooit ten volle wordt benut. Gevolg: minder flexibiliteit, veel verspilde middelen en stijgende operationele kosten om de infrastructuur te blijven onderhouden.

Om uit die silo’s los te breken en de efficiëntie te verhogen, kwam de markt met geconvergeerde infrastructuur op de proppen. Dat zijn vooraf geïntegreerde systemen waarbij serverhardware, schijfopslag en netwerkapparatuur in één pakket wordt aangeboden, en via een gecentraliseerd softwareplatform wordt beheerd. De middelen worden in poules gegroepeerd en op een efficiënte manier aan werklasten toegewezen, waardoor de wildgroei aan hardware kan worden ingeperkt.

Waar bij geconvergeerde infrastructuur de reken-, opslag- en netwerkcomponenten nog van elkaar kunnen worden gescheiden, en tot op zekere hoogte door de klant zelf samengesteld, is dat bij hypergeconvergeerde systemen niet langer het geval. Hier wordt doorgedreven abstractie van de hardware gemaakt en zijn alle middelen (compute, opslag en netwerk) via een hypervisor gevirtualiseerd.

Hyperconvergence stapt af van een hardware-gedefinieerde infrastructuur ten voordele van een software-gedefinieerde omgeving. Het is een kant-en-klare oplossing – of node – met standaard off-the-shelf hardware, die eenvoudig schaalbaar is door meerdere nodes in een cluster samen te voegen.

Efficiënt en flexibel

Hyperconvergence wordt door experts als een dramatische vooruitgang in het datacenter beschouwd, en daar zijn goede redenen voor. We overlopen de vier voornaamste voordelen van hypergeconvergeerde infrastructuur die leiden tot een verhoogde efficiëntie en flexibiliteit.

  1. Consolidatie

In een hypergeconvergeerd model wordt het Storage Area Network (SAN) volledig geschrapt. Dat betekent dat ook de bijhorende storage controllers en de volledige storage array verdwijnen. Ze worden vervangen door een compacte hypergeconvergeerde appliance, waardoor data wordt geconsolideerd en complexiteit uit het datacenter wordt gehaald.

  1. Lagere kosten

De verminderde complexiteit brengt ook lagere kosten met zich mee. De Total Cost of Ownership gaat naar beneden. Hypergeconvergence biedt een meer gestroomlijnde en goedkopere oplossing, wat zeker voor kmo’s met beperktere middelen bijzonder interessant kan zijn.

  1. Hoge redundantie

Hyperconvergence maakt gebruik van software-defined storage, wat betekent dat alle harde schijven in een cluster worden behandeld als één opslagsysteem met hoge beschikbaarheid en hoge redundantie. Als één schijf of node uitvalt, kan de werklast zonder problemen op de overige nodes verder blijven draaien.

  1. Schaalbaarheid

Hypergeconvergeerde systemen zijn bijzonder schaalbaar. Nieuwe nodes kunnen snel aan een cluster worden toegevoegd om de opslag- en rekencapaciteit te vergroten. In een hybride cloudmodel kan bovendien een abstracte opslagomgeving worden gecreëerd die dynamisch schaalt naargelang de eisen van het moment, zonder de centrale controle op te geven.

Een potentieel nadeel van hyperconvergence is vendor lock-in. Omdat de verschillende componenten in één appliance gecombineerd zijn, is er slechts één leverancier voor compute, opslag en netwerk. Dat verhelpt aan de ene kant eventuele problemen met compatibiliteit en integratie, maar betekent ook dat je gedurende de levensduur van de infrastructuur van een enkele partner afhankelijk bent.

Kiezen is niet verliezen

Wanneer kies je beter voor een geconvergeerde of hypergeconvergeerde oplossing, in plaats van de traditionele infrastructuuraanpak? Kiezen hoeft niet verliezen te zijn, als je weet waar je voor kiest. We onderscheiden een aantal typische gebruiksscenario’s voor (hyper)convergence die de mogelijkheden illustreren.

Consolidatie van het datacenter

We haalden het al even als voordeel aan: hyperconvergence zorgt voor consolidatie in het datacenter. Als antwoord op de almaar uitdijende datacenterinfrastructuur, is het idee om opnieuw te kunnen snoeien in de hardware een aantrekkelijke gedachte.

Eén geconsolideerde infrastructuur leidt tot een optimaal gebruik van de beschikbare middelen en helpt kosten te besparen in beheer, onderhoud en administratie. Uitbreidingen of aanpassingen van het datacenter kunnen bovendien sneller en goedkoper.

Private of hybrid cloud opzetten

Hypergeconvergeerde infrastructuur leent zich perfect tot de uitbouw van een hybride of private cloudomgeving dankzij de blokkenstructuur waaruit het is opgebouwd.

De ‘stapelbare’ nodes maken het bijzonder eenvoudig om de capaciteit uit te breiden of opnieuw in te krimpen afhankelijk van de noden, zonder je zorgen te hoeven maken over hardware-integratie en infrastructuurbeheer.

Werklasten optimaliseren

Doordat de volledige infrastructuur centraal wordt overzien, kan snel worden geschakeld wanneer de werklast van applicaties verschuift. Reken- en opslagcapaciteit kan op vraag worden herverdeeld tussen applicaties, maar ook tussen clusters. De middelen die voorhanden zijn kunnen op elk moment op de meest optimale manier worden ingezet.

VDI ondersteunen

De mogelijkheid om werklasten te ondersteunen is ook erg dankbaar voor bedrijven die werken met een Virtual Desktop Infrastructure (VDI). Daarbij is de pc van een werknemer gevirtualiseerd en dient de hardware louter als een terminal. De software draait ergens anders in een virtual machine. Een VDI-aanpak is niet in elke situatie ideaal, maar kan wel helpen om hardware- en onderhoudskosten te verlagen en systemen beter te beschermen tegen malware.

Veiligstellen van data

In een (hyper)geconvergeerde infrastructuur kunnen back-up- en herstelfuncties van de opslagsystemen centraal worden beheerd. Dat zorg voor een consistente toepassing van het back-upbeleid. Het centrale beheer vereenvoudigt onder meer ook dataretentie en het naleven van bepaalde locatieverplichtingen. Gegevens kunnen bovendien eenvoudig worden gededupliceerd, wat zorgt voor een efficiënter gebruik van de beschikbare opslagcapaciteit.

Samengevat

Hypergeconvergeerde systemen drijven de consolidatie van geconvergeerde systemen verder door. Ze blinken uit in gebruiksgemak en flexibiliteit dankzij de software-gedefinieerde aanpak. Reken-, opslag- en netwerkhardware zit verpakt in één appliance – of node – en wordt beheerd vanuit één software-interface.

Er kunnen naar believen nodes worden toegevoegd of weggehaald om de capaciteit te schalen, als Lego-blokjes die netjes in elkaar passen. Die eenvoudige schaalbaarheid leent zich ideaal voor het opzetten van een hybride of private cloudomgeving.

Nodes kunnen worden toegevoegd of weggehaald, als Lego-blokjes die netjes in elkaar passen.

Er is bovendien geen gespecialiseerde infrastructuurkennis nodig, zoals dat wel het geval is bij de traditionele silo-aanpak of zelfs bij geconvergeerde systemen. Dat maakt het een interessante oplossing voor kleine IT-departementen met beperktere middelen.

Voor die eenvoud boet je wel in aan aanpasbaarheid. Hyperconvergence is de facto een single-vendoroplossing, wat het gevaar van lock-in met zich meebrengt. Infrastructuurbeheerders die zelf meer inspraak willen hebben in de hardware en verschillende leveranciers willen combineren, opteren liever voor een geconvergeerde of klassieke infrastructuuraanpak.

nieuwsbrief

Abonneer je gratis op ITdaily !

  • This field is for validation purposes and should be left unchanged.
terug naar home