Fiber of glasvezel is hip, maar niet nieuw. Bedrijven vertrouwen al vele jaren op glasvezel voor snelle verbindingen. We polsen bij Eurofiber over wat de evolutie naar meer fiber in ons land precies betekent, en welke rol de infrastructuurprovider daarin speelt.
Overal ter lande verschijnen er glasvezel-aansluitingen voor particulieren en ondernemingen. Tussen 2020 en 2021 steeg het aantal aansluitbare gebouwen met 109 procent: een Europees record. Niet verwonderlijk, want ons land heeft op dat vlak nog iets goed te maken. In vergelijking met andere landen is het aantal beschikbare glasvezelverbindingen immers aan de lage kant.
Hans Witdouck, Managing Director van Eurofiber in België, begrijpt hoe dat komt: “Zowat ieder huis heeft toegang tot Coax en een DSL-koperlijn. DSL ondersteunt tot 200 Mbit/s, Coax kan zelfs tot één gigabit aan. Beide netwerken bieden dus toch wel wat bandbreedte. Andere landen die vandaag al grote fiber to the home-spelers zijn, hadden die netwerken niet.” Witdouck noemt het de wet van de remmende voorsprong. “Zij hebben vroeger geïnvesteerd met een rede, want om residentiële klanten te bedienen moesten ze wel.”
Pioniersrol
Witdouck benadrukt dat glasvezel ook bij ons al geruime tijd beschikbaar is voor organisaties die toch extra bandbreedte en een lagere latency nodig hebben. Daar zorgt zijn bedrijf voor. “Eurofiber is in 1998 in België gestart als Fibercore”, weet hij. “Nota bene door Laurens van Rijen, die later LCL oprichtte.”
Fibercore startte vrij snel met de uitrol van glasvezellijnen, vooral tussen grote hubs in België en Nederland. Het bedrijf werkte samen met grote klanten zoals Verizon en Worldcom die afnamegaranties boden in ruil voor investeringen in netwerkinfrastructuur. “Toen de internetbubbel spatte, konden die bedrijven hun overeenkomsten niet meer nakomen. Fibercore zocht nieuwe investeerders en smolt samen met een Nederlandse partij tot Eurofiber.”
Open netwerk
Vandaag hanteert Eurofiber een ander businessmodel. “We werken puur op de essentie”, zegt Witdouck. “Eurofiber is een leverancier van connectiviteit over glasvezel ter ondersteuning van kritieke infrastructuur maar ook een digitale maatschappij.” Het bedrijf legt met andere woorden enkel de glasvezellijnen, die vaak passief zijn. Denk daarbij aan de fysieke fiber die onder de grond zit, en niet veel meer.
Partners en klanten kunnen ons netwerk gebruiken en inkleuren zoals ze dat willen.
Hans Witdouck, Managing Director Eurofiber België
De glasvezelnetwerken die Eurofiber aanlegt zijn sinds het begin helemaal open. “Partners en klanten kunnen ons netwerk gebruiken en inkleuren zoals ze dat willen.” Witdouck verduidelijkt: “Doordat wij enkel de glasvezel voorzien, bieden we eigenlijk een half product aan. Klanten kopen eindproducten, dus werken we samen met partners. Zij kunnen de connectiviteit over het glasvezelnetwerk inrichten zoals ze willen.”
Sporen, treinen en luxewagons
Hij trekt de analogie met treinverkeer. “Eurofiber bouwt spoorwegen. Providers die met ons samenwerken kunnen hun treinen en wagonnetjes zelf kiezen. Dat kunnen luxueuze treinen zijn met restaurantwagens in, zoals bijvoorbeeld Dstny dat doet, maar ook meer rudimentaire treinen.” Vertaaldt naar het netwerk zelf voorzien providers hun eigen back-end boven op de glasvezelbekabeling. Ze brengen de passieve infrastructuur tot leven. “De omringende hardware kan extreem performant en dus wat duurder zijn, of misschien wat meer prijsgericht voor een partij die daarop wil inspelen.”
“Andere spelers werken op bitstream-niveau. Daarbij krijg je niet gewoon toegang tot de spoorweg, maar meteen ook tot de treinen die er allemaal hetzelfde uitzien. Er is behalve prijszetting geen manier om je te differentiëren.”
Het valt op dat de verbinding bij professionele glasvezel niet dezelfde is als wat je via een lijn van een klassieke provider zou krijgen. “Je krijgt een eigen glasvezellijn”, legt Witdouck uit. “De vezel wordt niet gedeeld met andere klanten, zoals bij andere partijen wel het geval is.”
Uitgebreid netwerk
Terwijl glasvezel nu nauwelijks weg te slaan is uit het nieuws, heeft Eurofiber al vele jaren klanten, voornamelijk via partners. Witdouck: “Ons netwerk ligt over gans België, zeker in de driehoek Brussel, Gent, Antwerpen hebben we een sterk verspreid netwerk. Ook in de kustzone, rond Kortrijk en verschillende delen van Limburg is Eurofiber erg actief. Eigenlijk zijn de meeste industriegebieden in Vlaanderen goed bediend.”
In Wallonië is het Eurofiber-netwerk nog iets beperkter. “Ons backbone-netwerk ligt wel overal, maar de glasvezel tot aan de voordeur van de bedrijven niet”, aldus Witdouck. Dankzij een verse samenwerking met SOFICO kan Eurofiber intussen ook in het Zuiden van het land de industrieparken bedienen.
Het backbone-netwerk herbergt een extra kracht van Eurofiber. Het bedrijf verbindt immers niet alleen ondernemingen met het internet, maar ook datacenters met elkaar. “Ieder bedrijf in een businesspark of op een andere belangrijke locatie kan vrijwel rechtstreeks met de datacenters van AWS, Azure en Google verbinden”, verduidelijkt Witdouck. Eurofiber zorgt ook voor connectiviteit tussen de meeste Belgische datacenters onderling.
Het valt nog op dat het netwerk van Eurofiber bij onze Noorderburen iets beter vertakt is. Verrassend, gezien de Belgische roots van het bedrijf met Fibercore. Witdouck legt uit hoe dat komt. “In België hebben de mobiele operatoren de backbone van hun netwerken zelf aangelegd. In Nederland hebben T-Mobile, Tele2 en Vodafone niet zelf geïnvesteerd in eigen glasvezel om hun sites te verbinden. Bijna alle antennes in Nederland zijn aangesloten op het netwerk van Eurofiber. We hebben dat destijds slim aangelegd, en zijn proactief met de glasvezel door industriegebieden gepasseerd om zo naar antennemasten te gaan.”
Focus op de kmo
In Wallonië, waar de meeste ruimte voor uitbreiding is in ons land, werkt Eurofiber nu samen met Proximus voor een verdere glasvezel-uitrol via de joint venture Unifiber. Die extra vertakking komt van pas, aangezien Witdouck de nood aan fiber ziet groeien. Waar vroeger vooral grotere bedrijven snelle connectiviteit en een lage latency nodig hadden, komen nu ook de kmo’s in het vizier.
In België is het concept van de onafhankelijke infrastructuurprovider met daarop een partner die de diensten effectief aanbiedt, minder gekend.
Hans Witdouck, Managing Director Eurofiber België
“We staan daar nog voor belangrijke uitdagingen”, stelt Witdouck vast. “We moeten glasvezel meer kenbaar maken bij middelgrote bedrijven. In België is het concept van de onafhankelijke infrastructuurprovider met daarop een partner die de diensten effectief aanbiedt, minder gekend. Bedrijven denken sneller aan een one stop shop, dus gaan ten rade bij telecom-leveranciers.”
Volgens de Managing Director is het tijdperk van glasvezel nu echt wel hier, ook voor de kmo en het brede publiek. “Coax is eindig, de limieten van glasvezel kennen we vandaag nog niet.”
Sneller, robuuster en toch zuiniger
De voordelen gaan veel verder dan de hogere doorvoercapaciteit, zet hij nog in de verf. “Zo is het netwerk veel robuuster. In vergelijking met coax en twister pair (DSL) heb je veel minder componenten nodig voor de link van A naar B. Omdat er geen repeaters nodig zijn om het signaal te versterken, ligt ook de latency een stuk lager.”
Speelt snelheid minder, dan haalt Witdouck nog een groen argument boven. “Bij coax staan er al snel tien versterkers tussen de laatste glasvezel-node aan de back-end en de voordeur. Die verbruiken allemaal energie. Een glasvezelnetwerk verbruikt dus al snel tien keer minder.”
En waarom dan professionele glasvezel van een onafhankelijke provider kiezen? Ook dat haalde Witdouck eerder al aan. Je kan als bedrijf de partner kiezen met de interessantste treinen en krijgt een privéspoorlijn tot in je datacenter of op kantoor. Nieuw is dat allemaal niet: Eurofiber biedt het al jaren aan. Met de opkomst van fiber-to-the-home en de hype daarrond, is het echter een goed moment om even te kijken wat glasvezel precies kan betekenen, en welk smaakje het interessantst is.