Met low-code of zelfs no-code wordt applicatieontwikkeling eenvoudiger, sneller en veiliger. Hoe begin je er nu aan en welk platform is voor jou geschikt?
Low-code-platformen maken de ontwikkeling van applicaties meer visueel. Developers kunnen zich concentreren op business-logica, die vervolgens door software naar code wordt vertaald. Zo heb je minder mensen en minder gespecialiseerde kennis nodig om veilige toepassingen op maat af te werken. No-code gaat daarin nog een stapje verder. Een end-to-end-ervaring geeft zelfs enthousiastelingen zonder kennis van softwareontwikkeling de mogelijkheid om eenvoudige applicaties te bouwen: zogenaamde citizen developers’.
Lees ook: Wat is low-code en waarom is het interessant voor jou?
“Er zijn verschillende soorten low-code-platformen”, vertelt Jan Vermeulen, Director Custom Software Development bij Capgemini in België. Hij volgt de ontwikkelingen binnen de sector op de voet. “Mendix en OutSystems steken er met twee bovenuit”, argumenteert hij. Beide oplossingen bieden immers een full stack, end-to-end-platform dat klassiek programmeren vervangt. Je kan er vlotte mobiele, progressieve webapps mee bouwen en toepassingen integreren via API’s. Noch Mendix, noch OutSystems verwachten dat je toepassingen binnen een bepaald ecosysteem leven (zoals bijvoorbeeld de Microsoft- of Salesforce-omgeving). Je kan bouwen wat je wil en het resultaat naar believen integreren met je bestaande IT-omgeving.
Mendix en Outsystems
Vermeulen vindt de twee partijen erg aan elkaar gewaagd, al zijn er wel enkele verschillen. “Outsystems vertaalt je toepassingen naar .Net en React, en plaatst ze vervolgens op servers. Het is die .Net- en React-code die draait, naar analogie met een toepassing die je zelf zou schrijven. Mendix laat in contrast de ‘metacode’ staan op de server. Wanneer de toepassing wordt gedraaid, vertaalt de interpreter die metacode in realtime naar echte code.” Outsystems levert met andere woorden afgewerkte software af die je technisch gezien overal kan uitrollen. Bij Mendix blijf je meer gebonden aan het platform, dat als een soort emulator werkt.
Beide platformen liggen dicht bij elkaar.
Vermeulen benadrukt dat beide platformen dicht bij elkaar liggen. “OutSystems is iets transparanter, aangezien je de .Net code kan auditten en perfect weet wat er achter de schermen gebeurt. De emulatie-aanpak van Mendix is minder doorzichtig, maar Mendix werkt dan weer vlotter met containers. Verder kunnen citizen developers sneller uit de voeten met het platform.
Uiteindelijk gaat het om voorkeur. Voor beide platformen geldt wel dat je ze op voldoende schaal moet gebruiken. “Mendix en Outsystems werken allebei met een licentiemodel. Voor wie op te kleine schaal wil ontwikkelen, weegt de licentiekost te hard door waardoor het prijsvoordeel van low-code wegvalt.” De platformen zijn het meest uitgebreid, maar bijgevolg niet helemaal geschikt voor kleinere use cases. “Wil je uitzonderlijk een toepassing op maat ontwikkelen, dan blijft de bouw van traditionele applicaties in Java en .Net een goede optie. Een strategische keuze voor low code is nodig om de ROI te doen kloppen en voldoende waarde te genereren”
Microsoft Power Apps en Salesforce Lightning
Kleinere bedrijven die toch niet happig zijn op eigen ontwikkeling, hebben nog een andere optie met Microsoft Power Apps. “Power Apps is ook een low-code-oplossing, maar ze is gericht op het Microsoftportfolio. Het is in hoofdzaak de bedoeling van Power Apps om de functionaliteit van de PaaS en SaaS-oplossingen van Microsoft uit te breiden. Denk bijvoorbeeld aan de vervanging van spreadsheets door toepassingen.” Vermeulen ziet de functionaliteit van Power Apps uitbreiden naar RPA, aangezien het vaak de bedoeling is van de toepassingen om zaken te automatiseren.
Lees ook: Microsoft zet in op on premises RPA met Power Automate Desktop
“Bovendien zijn Power Apps-toepassingen vooral bedoeld voor intern gebruik, in contrast met applicaties gebouwd met Mendix of Outsystems die perfect voor klanten kunnen dienen.” Power Apps heeft echter één groot voordeel. “De instapdrempel is erg laag. Power Apps gaat echt richting no-code. Eigenlijk kan iedereen er mee aan de slag.” Microsoft wil met zijn oplossing businessgebruikers de kans geven om hun problemen zelf op te lossen, zonder dat daar ontwikkelaars bij komen kijken. Power Apps heeft bovendien een schaalbaar licentiemodel dat beter aansluit bij kleinere ondernemingen.
Als vierde grote speler ziet Vermeulen Salesforce. “Het Lightning-platform van Salesforce is net als de oplossing van Microsoft gericht op het eigen ecosysteem. In contrast met Power Apps is hier echter nog wel wat codekennis nodig.”
Wanneer is low-code interessant?
De vier opties zijn interessant en de bedrijven erachter worden door Gartner als leiders in het low-code-segment bestempeld. Of het voor jouw onderneming tijd is om low-code te omarmen, hangt met bovenstaande in het achterhoofd van meerdere factoren af.
Is de schaal van je project voldoende groot en wil je je onderneming digitaal transformeren? Dan zijn OutSystems en Mendix goede oplossingen. Je kan er mee bouwen wat je wil, en de toepassingen integreren in je bestaande infrastructuur. De platformen bieden de voordelen van een volledig op maat gebouwde oplossing met de snelheid van een pakket zoals SAP of Salesforce. Is het alternatief een pakket, dan is de licentiekost bovendien geen bezwaar. Die zal doorgaans lager liggen.
Met Mendix en OutSystems kan je bouwen wat je wil.
Wil je op kleinere schaal nieuwe toepassingen ontwikkelen, dan is het geen gegeven dat je intern aan de slag wil gaan met Mendix of Outsystems. Uitbesteding is hier een goede optie. Het verschil met de uitbesteding van een traditionele ontwikkel-opdracht is voor je onderneming vooral de prijs en de doorlooptijd.
Niet altijd de beste oplossing
Beide low-code-platformen zijn echter niet geschikt voor ondernemingen met beperktere applicatienoden. De licentiekost weegt dan te zwaar door. Voor kmo’s is de kans groot dat je het Microsoft-ecosysteem al op de één of andere manier omarmt. “Kleine ondernemingen met een Microsoft 365-licentie kunnen al beginnen met experimenteren met Power Apps”, aldus Vermeulen. Wil je vooral de interne workflow een boost geven met toepassingen op maat van businessnoden en zit je al in een Microsoft-omgeving? Ga dan zeker eens met Power Apps aan de slag.
Hetzelfde geldt voor bedrijven die al in een Salesforce-omgeving zitten. De tools zijn al voorhanden om daarin toepassingen op maat te bouwen. Bij Salesforce kan je wel klantgerichtere applicaties ontwikkelen, maar is het proces zoals gezegd complexer dan bij Power Apps. Je moet enkele DevOps-specialisten op de loonlijst hebben om er het meeste uit te halen.
Val je onder geen van bovenstaande gevallen, dan zijn er nog een heleboel nichespelers op de markt. Traditionele ontwikkeling is echter niet dood. Low-code en no-code zijn erg goede opties, maar niet voor iedereen. Wil je als kleiner bedrijf een specifieke oplossing op maat, dan is het misschien nog steeds de beste optie om daar een full stack-ontwikkelaar op te zetten.