Intel lanceert nieuwe Xeon-processors op maat van workstations. De chips komen in twee grote families: Xeon W-3400 voor krachtige en professionele systemen en Xeon W-2400 voor een meer mainstream publiek. Intel loopt de laatste tijd een beetje achter op AMD. Zorgen deze chips voor de verlossing?
Intel lanceert voor het eerst sinds 2021 krachtige processors op maat van workstations. Het gaat op Xeon W-chips gebouwd op dezelfde Sapphire Rapids-architectuur als de eerder gelanceerde Xeon-serverchips van de vierde generatie.
Chaos in de line-up
Intel trekt naar goede gewoonte de kaart van de verwarring wanneer we het nieuwe portfolio analyseren. De Xeon W-chips worden immers opgedeeld in twee families: Xeon W-3400 en Xeon W-2400. Onder de 3400-reeks vallen de meest krachtige ‘expert’-chips op maat van krachtige professionele workstations. Deze chips komen met een 350 watt-TDP. De 2400-reeks is gebouwd voor wat Intel ‘mainstream’ noemt en heeft lichtere specificaties. Dat uit zich onder andere in het TDP van 225 watt. Deze chips lijken vooral gericht op wie graag extra veel geld betaald voor een processor.
Beide reeksen zijn onderverdeeld in subfamilies. Intel biedt w9, w7 en w5 aan in de 3400-reeks, en w7, w5 en w3 in de 2400-reeks. De naamgeving volgt zo min of meer de conventies van de Core-reeks, maar dan met de letter ‘w’ in de plaats van de letter ‘i’. In beide reeksen heb je dus Xeon w7- en Xeon w5-chips, die toch van een verschillend kaliber zijn. Gelukkig kan je aan de naam snel zien welk vlees je in de kuip hebt: de eerste twee cijfers van het typenummer verklappen de reeks. Kijk bijvoorbeeld naar Intel Xeon w5-3425 (3400-reeks) tegenover Intel Xeon w5-2445 (2400-reeks).
Alle nieuwe chips ondersteunen PCIe 5.0 en DDR5. De W-3400-processors krijgen 112 PCIe 5.0-lanes mee en ondersteunen tot 4 TB aan geheugen over acht kanalen, de W-2400 doet het met 64 lanes en maximaal 2 TB over vier kanalen.
15 nieuwe chips
Intel lanceert zeven nieuwe Xeon W-3400-chips met twaalf tot en met 56 cores. Voor Xeon W-2400 verschijnen er acht nieuwe chips met zes tot en met 24 rekenkernen. In onze aankondiging kan je de hele line-up bekijken.
lees ook
Intel lanceert Xeon w9, w7, w5 en w3: chips op maat van workstations en krachtige desktops
Intel richt zich met de chips op computers voor onder andere CAD- en 3D-design, game-ontwikkeling, architecten, ingenieurs, datawetenschappers en AI/ML-specialisten. Verschillende partners gaan met de Xeon-processors aan de slag, met op kop HP dat meteen een volledig vernieuwde line-up van Z-workstations uit een vliegtuig kieperde.
(Gelukkig) sneller
Intel claimt dat zijn nieuwe chips tot 120 procent beter presteren in multithreaded-prestaties vergeleken met de Xeon W-processors uit 2021. Single thread-prestaties klimmen ongeveer 28 procent. Intel vergelijkt voor de cijfers een Xeon w9-3495X (56 kernen) met een Xeon W-3275 (28 kernen).
Via de SPecWPC-benchmark die wij ook gebruiken voor onze reviews ziet Intel een verbetering van tot wel 140 procent tegenover de vorige generatie van Xeon, maar dat zou er nogeens aan mankeren denken we dan. De chip heeft immers dubbel zoveel kernen en is gebouwd op een veel modernere architectuur. Harde vergelijkingen met AMD-equivalenten blijven uit.
Geen pottenbrekers
Puur op het vlak van rekenkernen en kloksnelheid breekt Intel opnieuw geen potten. Het ultieme vlaggenschip van de reeks is de Xeon w9-3495X met zijn 56 kernen en een basiskloksnelheid van 1,9 GHz. AMD lanceerde vorig jaar al de Threadripper Pro 5000 WX-reeks voor workstations en de krachtigste chip uit die reeks is de Threadripper Pro 5995WX met 64 rekenkernen en een basiskloksnelheid van 2,7 GHz. Bovendien kan de chip van AMD die specificaties bolwerken met een TDP van 280 watt, terwijl Intel zoals vermeld 350 watt nodig heeft.
Puur op het vlak van rekenkernen en kloksnelheid breekt Intel opnieuw geen potten
Dat valt te verklaren door het gebruikte productieproces. Hoewel de Zen 3-architectuur van Threadripper iets ouder is, laat AMD de chips wel bakken op het 7 nm-proces van TSMC. Intels splinternieuwe chips rollen van een Intel 7-band, en Intel 7 is de marketingnaam voor wat vroeger 10 nm heette. Let wel: in de praktijk zijn beide bakprocedés best evenwaardig, maar het valt op dat Intel met een jaar vertraging geen noemenswaardige technologische voorsprong kan nemen.
Toch is Sapphire Rapids Xeon W geen verloren chipgeneratie. De CPU’s hebben een heel belangrijke troef: ze zijn compatibel met PCIe 5.0 en DDR5. De Threadripper Pro-CPU’s van AMD zijn nog gebouwd op de iets oudere Zen 3-architectuur en zijn daarom gelimiteerd tot PCIe 4.0 en DDR4-geheugen. Op Zen 4-threadrippers moeten we vermoedelijk nog tot de herfst van dit jaar wachten en dat geeft Intel eindelijk nog eens de sterkere hand.
Wat met Core?
Met Xeon W-2400 lijkt Intel zijn Core-gamma op de desktop een beetje te degraderen. Voor de Core-reeks koos Intel omwille van onverklaarbare redenen voor een Big.Little-architectuur, waarbij P-kernen gericht op prestaties gecombineerd worden met zuinigere E-kernen. De Intel Xeon w7-2495X heeft 24 Golden Cove-kernen aan boord die evenwaardig zijn aan de P-kernen van Alder Lake Core-chips. De Intel Core i9-13900KS doet het eveneens met 24 kernen, maar slechts acht daarvan zijn P-kernen. De rest zijn zuinige E-kernen zonder multithreading. In een laptop is die combinatie interessant, in een krachtige desktop vraag je je toch vooral af wat de meerwaarde van een E-kern is.
lees ook
Wanneer kernen en kloksnelheid betekenisloos worden: wegwijs door Intel Alder Lake
Intel kan Xeon nu voor mainstream-gebruik positioneren omdat het Core nodeloos heeft gekortwiekt. ‘Mainstream’ is wel een groot woord wanneer we naar de adviesprijzen kijken. Voorgenoemde Core i9 mag 699 dollar kosten, de Xeon w7-2495X ligt voor 2.189 dollar in de rekken. En dan moet je nog weten dat Xeon met z’n eigen socket en chipset komt, waardoor ook moederborden prijziger zijn.
Er zijn natuurlijk nog andere verschillen. De Core-chips pieken bijvoorbeeld op 128 GB aan RAM en hebben iets minder cache aan boord (45 MB versus 36 MB in ons voorbeeld). Core is verder beperkt tot 20 PCIe-lanes.
AMD Ryzen speelt ook mee
Wil je geen gedoe met P-kernen en E-kernen, maar volstaan de 20 PCIe-lanes en de 128 GB DDR5-RAM? Dan hoef je natuurlijk niet voor Intel te kiezen. De premium die de fabrikant vraagt voor die functies, is namelijk erg groot. Wanneer we ‘mainstream’ in het achterhoofd houden, lonkt immers ook AMD Ryzen. De Ryzen-reeks voor de desktop is al wel gebouwd met Zen 4, ondersteunt PCIe 5.0 en DDR5, en kost significant minder. Ryzen ondersteunt bovendien AVX-512, net als Xeon, maar in tegenstelling tot Intel Core.
lees ook
AMD kondigt nieuwe Ryzen 7000-processors aan
Een Xeon w5-2465 met zestien kernen komt bijvoorbeeld met een adviesprijs van 1.389 dollar. De AMD Ryzen9 7950X heeft evenveel cores en met 4,5 GHz een iets hogere basiskloksnelheid, maar is al voor 622 euro inclusief btw van jou. Daar komt nogeens bij dat de chip op het nieuwere en superieure TSMC 5 nm-proces gebakken is, en daarom een TDP van slechts 175 watt heeft tegenover de 200 watt voor de Xeon w5.
Genuanceerd verhaal
De lancering van Intel Xeon W-3400 en Xeon W-2400 is een genuanceerd verhaal. Aan de bovenkant van het spectrum voor erg krachtige workstations heeft Intel momenteel als enige een interessant aanbod van workstation-chips. De Threadripper Pro-CPU’s bieden veel rauwe kracht, maar Xeon kan DDR5- en PCIe 5.0-ondersteuning op tafel leggen. Meer mainstream-chips zoals Ryzen bieden slechts een fractie van de ondersteuning voor PCIe-lanes en geheugencapaciteit, waardoor het Intel-aanbod een schot in de roos zit.
Dalen we af in de line-up, dan wordt de meerwaarde van de Xeon-chips minder duidelijk. Puur naar de CPU-prestaties gekeken, zijn de Xeon W-2400 toch dure dingen voor wat ze bieden. De grote geheugencapaciteit over vier kanalen en de 64 PCIe-lanes blijven een troef, maar in veel scenario’s zijn die minder relevant. Wie een Xeon w3-2423 met zijn zes kernen met een berg GPU’s en 2 TB aan geheugen wil koppelen, is hier inderdaad aan het goede adres. We vermoeden echter dat een dergelijke chip doorgaans in een gebalanceerder systeem terecht zal komen, waardoor AMD’s Ryzen-aanbod plots lonkt als interessant alternatief.