Met de bouw van een datacenterregio rond Brussel wil Microsoft zijn verankering in ons land verstevigen. Nog voor de Belgische datacenters hun deuren officieel openen, mochten wij al eens (met de hulp van VR-technologie) een wandeling maken door het hart van het Azure-ecosysteem.
Een datacenter wandel je als buitenstaander niet zomaar even binnen en buiten. De grote techbedrijven schermen hun geheimen doorgaans goed af voor de buitenwereld. Wanneer een uitnodiging vanwege Microsoft onze mailbox binnenrolt om eens bij Azure een kijkje te komen nemen, laten we die kans natuurlijk niet schieten.
De uitnodiging brengt ons in Zaventem. We banen ons een weg door de talrijke reizigers die ondanks de treinstaking hun weg naar de luchthaven wisten te vinden. Zij hebben anders dan wij maar weinig aandacht voor de rijzige kantoorgebouwen die omsingeld door landingsbanen een minimetropool vormen. In één van deze gebouwen nam Microsoft in 2018 zijn intrek.
Digital AmBEtion
Na het doorlopen van de standaard beveiligingsformaliteiten dalen we af naar het Microsoft Technology Center, waar de softwarereus demo’s organiseert voor klanten en geïnteresseerden. Opdat we zeker niet zouden vergeten bij wie we op bezoek zijn, zit het kleurrijke Microsoft-logo op alle mogelijke manieren verwerkt in het decor.
Ron Pooters staat klaar om ons te verwelkomen. Hij leidt binnen Microsoft het ‘Digital AmBEtion’ project. In november 2021 kondigde Microsoft de bouwplannen voor een eerste datacenterregio in België aan. Die zal bestaan uit drie Availability Zones die binnen een perimeter van 50 kilometer rond Brussel zullen worden opgetrokken: een flinke investering die Microsoft honderden miljoenen euro’s zal kosten.
Geheime locaties
De exacte locaties van de sites deelt Microsoft uit veiligheidsredenen niet mee, dus we nodigen je uit om zelf op zoektocht te gaan. Het uitkiezen van een geschikte locatie voor een datacenter is geen nattevingerwerk, verzekert Pooters ons. “De meeste grote bedrijven en overheidsdiensten in België hebben hun kantoren in of rond Brussel staan. We willen de datacenters dan ook zo dicht mogelijk bij het kloppende hart van het land neerzetten.”
De afstand is slechts een factor die de keuze van een locatie bepaalt. Pooters: “Je moet rekening houden met allerhande scenario’s. Zo proberen we te vermijden dat we een datacenter plaatsen in een gebied waar een verhoogde kans op natuurrampen is. Ook is het belangrijk dat elke site op eigen, onafhankelijke energiebronnen en netwerken kan draaien. Vindt er een storing plaats, kunnen we onmiddellijk omschakelen naar een andere zone en blijft de beschikbaarheid van de data gegarandeerd voor de klant”.
Door een dataregio in België te bouwen, willen we de data zo dicht bij mogelijk bij de klanten brengen.
Ron Pooters, Business Strategy Manager Microsoft BeLux
Bouwwerken nog volop aan de gang
Een jaar na de aankondiging staat Pooters te popelen om ons de voortgang van het project te tonen. Aan de koffiemachine spoelen we eerst nog onze gedeelde teleurstelling over de WK-prestaties van de Rode Duivels door. Voor we aan de rondleiding beginnen, deelt Pooters ons een niet onbelangrijk detail:
“De bouw van de datacenters is nog volop aan de gang. De grey space (generatoren, koelmachines, …)staat er en we gaan nu beginnen aan de white space (servers, kabels, …).” In andere woorden: als we vandaag naar de sites zouden rijden, zouden we daar niet veel te zien krijgen.
Pooters durft ook nog niet te voorspellen wanneer de bouwwerken afgerond zullen zijn, maar vermoedt dat het nog zeker een jaar zal duren vooraleer de datacenters klaar zijn voor gebruik. “We zullen de datacenters pas openstellen voor klanten als de drie zones operationeel zijn.”
Even lijkt het alsof we voor niets naar Zaventem zijn afgereisd en volgend jaar nog eens zullen moeten terugkomen, maar gelukkig heeft Pooters een verrassing in petto. Microsoft biedt namelijk virtuele rondleidingen in zijn datacenters aan. Die kan je overigens zelf vanuit je huiskamer beleven via deze interactieve tool.
Rondwandelen in een virtueel datacenter
Een vrijwilliger in de zaal mag de rondleiding leiden met een VR-bril op. Verrassend genoeg geen HoloLens maar wel een Meta Quest 2. Wanneer we Pooters hier attent op maken, herinnert hij ons aan een partnership dat beide bedrijven afsloten in oktober.
Wij laten de VR-bril links liggen en kiezen om de rondleding gewoon op het scherm te volgen. Na het overwinnen van een kleine hapering in de software zien we voor onze ogen een grondplan van een datacenter. Dit moet een realistisch beeld geven van hoe ook de toekomstige sites in ons land eruit zullen zien.
We voelen ons een beetje verdwaald als we naar het grondplan turen, maar gelukkig helpt Pooters ons de juiste weg te vinden om de rondleiding te starten. Beginnen doen we in de receptie. Ja, zelfs de virtuele wereld is niet vrij van veiligheidsregeltjes. We moeten nog net geen badge gaan afhalen, maar je komt niet in het datacenter zonder eerst langs de metaaldetector te passeren.
Daarna komen we in de controlekamer terecht. Hier zitten medewerkers, vermomd als avatars, aan de knoppen om ervoor te zorgen dat de boel blijft draaien. Pooters maakt hier een belangrijke nuance: “Medewerkers in de controlekamer hebben geen toegang tot de Azure-cloud. Zij controleren dus enkel de infrastructuur, maar niet wat er op die infrastructuur gebeurt.”
De temperatuur stijgt
Tijd om een luchtje te scheppen en de koelingssystemen te bezichtigen. Het voordeel aan een rondleiding in virtual reality is dat je met een simpele beweging plots buiten staat. De temperatuur regelen is zeer belangrijk in een datacenter om de servers tegen oververhitting te beschermen. Idealiter probeer je de temperatuur tussen de vijf en 25°C te houden.
Stijgt de temperatuur boven dat ideale punt, dan zal er in eerste instantie lucht worden geblazen in de serverruimte. Bij extreem hoge temperaturen, 35°C of meer, zal er water aan de pas komen dat wordt verdampt om de servers een douche te geven. In een gematigd klimaat zoals dat van ons land zijn dergelijke ingrepen gelukkig slechts zelden nodig.
Moest je ooit de kans krijgen om een datacenter van Microsoft te zien, kleed je dan zeker niet te warm aan. Microsoft draait de verwarming een beetje hoger dan in het gemiddelde datacenter (18° tot 27°C). Dat is niet omdat de werknemers koukleumen zijn.
“We hebben uitvoerige tests gedaan naar de ideale temperatuur voor onze datacenters, en kwamen tot de conclusie dat we met deze temperaturen het hoogste energierendement halen”, legt Pooters uit. Tijdens deze koude, donkere dagen voelt een datacenter zo plots als een tropische vakantiebestemming aan. Jammer dat VR-technologie nog niet zo ver staat om je de temperatuur te laten voelen.
Naast de koelingssystemen zien we de back-upgeneratoren. Datacenters hebben nu eenmaal een constante toevoer van stroom nodig. Omdat een stroompanne zich zelden aankondigt, dient er reservestroom ter beschikking te staan om het datacenter draaiende te houden.
Pooters legt uit wat er gebeurt als het licht plots uitgaat in het datacenter: “In eerste instantie nemen batterijen de stroomtoevoer over. Die hebben meestal voldoende capaciteit om korte stroompannes op te vangen. Diesel is een noodoplossing die enkel wordt ingezet wanneer het niet anders kan. In het kader van onze duurzaamheidsdoelstellingen willen we het gebruik van diesel tegen 2030 ook volledig uitfaseren.” Microsoft kijkt naar waterstof en extra batterijen als duurzamere alternatieven.
Het kloppende hart
De rondleiding is dan al aan zijn laatste halte toegekomen, maar eindigen doen we met het hoogtepunt: de serverruimte. Hier kan je tussen de eindeloze rijen van servers wandelen. Om ons even terug te brengen naar de fysieke wereld, haalt Pooters een serverbord tevoorschijn zodat we dit eens van dichtbij kunnen bekijken.
Pooters heeft duidelijk gewacht op dit moment om ons met een straf cijfer om de oren te slaan: “In al onze datacenters opgeteld beheren voor meer dan 40 exabytes aan data.” Aan de hogere wiskunde gaan we ons niet wagen, maar Microsoft telt vandaag meer dan 200 datacenters verdeeld over 59 regio’s wereldwijd. Die huisvesten in totaal maar liefst 4 miljoen servers. Twintig nieuwe regio’s, waaronder dus België, zullen daar op korte termijn bijkomen.
“Maar de serverruimte ziet er in elk van die datacenters eigenlijk exact hetzelfde uit”. Een kwestie van efficiëntie, vult Pooters daarop aan. Het bespaart ons alvast een wereldreis langs alle datacenters van Microsoft.
We wandelen nog even verder naar een achterkamer waar alle glasvezelapparatuur staat opgesteld. Meters aan fiberkabels zorgen voor een snelle overdracht van data. Elke ruimte in een datacenter vervult een belangrijke functie. Wie er geen genoeg van krijgt, kan hierna nog doorgaan naar de ‘Innovation Room’, maar Pooters besluit om de rondleiding hier te beëindigen en ook wij verlangen stilaan wel terug naar de echte wereld.
Ook al hebben we de Belgische datacenters nog niet in levende lijve kunnen aanschouwen, tijdens onze virtuele tour zijn we wellicht dieper in het Microsoft Azure-ecosysteem kunnen duiken dan dat in een fysiek datacenter had gekund. Ondertussen gaan de bouwwerken rond Brussel gestaag verder. Wie de mysterieuze locaties van de datacenters heeft weten ontcijferen, mag onze redactie een anonieme tip geven.