Zowat iedere grote onderneming lijkt plots te investeren in de metaverse. Gelooft iedereen in de visie van Mark Zuckerberg, of is er meer aan de hand?
Toen Facebook-oprichter Mark Zuckerberg eind vorig jaar de hypeterm metaverse lanceerde, kon zijn visie op veel bijval van grote ondernemingen rekenen. Microsoft wil met Teams een stukje van de metaverse wegkapen, SAP onderzoekt de B2B-mogelijkheden, Adobe werkt aan tools om voor het metaversum te ontwikkelen en Dell denkt aan de bijhorende hardware. Meta zelf wil binnenkort 10.000 Europeanen werven voor de creatie van de metaverse. De interesse komt niet alleen uit de technologiesector: supermarktketen Carrefour kocht al een virtueel stuk land in de metaverse.
Misschien vind je dat aannemelijk. Gerenommeerd analysebureau Gartner voorspelde immers dat één op de vier mensen tegen 2026 dagelijks één uur van zijn of haar tijd in de metaverse zal spenderen. Grayscale berekende dan weer dat de metaverse het potentieel heeft om jaarlijks één biljoen dollar aan omzet te genereren, onder andere via advertenties, e-commerce, digitale evenementen maar ook ondersteunende hardware.
Metawat?
Dat ziet er allemaal rooskleurig uit, maar wat is dat metaversum nu precies? Zuckerberg zet een toekomstvisie uit van een gedeelde digitale wereld die deels, maar niet exclusief, virtueel is. Die virtual reality-wereld (VR) zou via augmented reality (AR) integreren met de echte wereld. In de metaverse is vervolgens alles mogelijk.
De Meta-CEO ziet mensen afspreken voor sociale activiteiten, samen films zien op een virtueel scherm of gezelschapspellen spelen rond dezelfde virtuele tafel terwijl iedereen toch thuis zit. Je zal ook in de metaverse werken achter virtuele schermen en praten met virtuele collega’s.
Brillenprobleem
Die visie is problematisch, en niet alleen omdat Zuckerberg zijn virtuele wereld vernoemt naar het dystopische metaversum uit het boek Snow Crash uit 1992. Eerst en vooral heb je voor deze invulling van de metaverse steeds een bril op je hoofd. In de promovideo’s gaat dat om een klassieke bril (of zelfs niets) maar in de praktijk moet je een headset boordevol sensoren dragen. Dergelijke headsets zijn al een tijdje op de markt, maar bereiken voorlopig vooral enthousiastelingen.
lees ook
Facebook wordt Meta: zelfde monopolist, nieuwe naam, huiveringwekkend toondoof
Ter illustratie: in 2021 werden er zo’n 11,2 miljoen VR-headsets verkocht volgens IDC. In diezelfde periode gingen er ongeveer 17,3 miljoen PlayStation 5-consoles over de toonbank (ondanks het wereldwijde chiptekort). Er is dus een markt voor VR, maar we zijn nog heel ver van een realiteit waarin mensen van allerlei pluimage op frequente basis een bril op hun hoofd zetten. Nemen we de voorspelling van Gartner er even bij: één op vier mensen staat gelijk met iets minder dan 2 miljard dagelijkse bezoekers aan het metaversum. De verkoop van hardware en het aanbod zal tegen 2026 flink de hoogte in moeten.
Metaverse door een klein venster
De populariteit van brillen zal ongetwijfeld stijgen wanneer ze lichter en comfortabeler worden en evolueren richting de marketingdesigns. De technologie om een volledige headset in een bril te verwerken, bestaat echter (nog) niet. Wie al eens de kans kreeg om een logge Hololens van Microsoft of een Magic Leap op te zetten, weet dat er van totale immersie weinig sprake is. In het beste geval kijk je door een klein venstertje naar een digitale wereld vol pixels.
Een lichte klassieke bril met VR/AR-functionaliteit is ongetwijfeld technologisch mogelijk, maar voorlopig toonden bedrijven zelfs nog geen prototype van een geschikt exemplaar met een hoge resolutie en brede field of view. Technologische ontwikkeling gaat snel maar niet zo snel: ligt er binnen tien jaar een betaalbare versie in winkelrekken, dan zal dat snel zijn.
Moore moet werken
Daarmee is het probleem bijlange niet opgelost: Intel schat dat het metaversum zoals voorgesteld door Zuckerberg 1.000 keer meer computerkracht nodig heeft dan wat vandaag beschikbaar is. Daarbij gaat het niet enkel om snellere computerchips met hogere grafische prestaties. De metaverse moet een gedeelde en sociale ervaring worden. Vandaag bestaan gedeelde digitale werelden al in computerspellen. Daaruit blijkt dat meer dan 128 mensen in één wereld duwen al een technologisch huzarenstukje is. Ook die technologie zal zich door ontwikkelen, maar opnieuw moet je de komende jaren geen mirakels verwachten.
lees ook
Intel: ‘1.000 keer meer computerkracht nodig voor metaversum’
De Wet van Moore is al sinds jaar en dag de vuistregel wat betreft technologische evolutie. Moore loopt tegen zijn limieten aan, maar dat negeren we even. De wet zegt dat het aantal transistors op een microchip iedere twee jaar verdubbelt. Kort door de bocht associëren we dat met een verdubbeling van hardwarecapaciteiten over dezelfde periode. Volgens die logica hebben we nog zeker 20 jaar aan moordende groei nodig voor we aan factor 1.000 zitten.
Leven in Facebook
Laten we er even vanuit gaan dat we een binnenweg vinden van droom naar realiteit die praktische bezwaren omzeilt, en dat een metaversum zoals voorgesteld door Zuckerberg toch mogelijk is. Wat betekent dat dan precies? Voor Meta gaat het om een geconnecteerde digitale ervaring die netjes gekoppeld is aan de eigen diensten. Beeld je in dat Facebook evolueert van platform naar een heuse digitale wereld. Zuckerberg wil dat we een bril opzetten en in Facebook gaan leven.
Dat mag je letterlijk nemen. De man denkt wel aan privacy en stelt ons gerust. Wanneer je even geen zin hebt in (digitale) sociale interacties, kan je mensen weren of je terugtrekken in je eigen digitale bubbel. De metaverse bestaat nog niet, maar Zuckerberg is al vergeten dat je de bril ook kan afzetten. Facebook ontwikkelde al de eerste tools: Horizon Home als je digitale huis en Horizon Worlds waarin je eenvoudige VR-werelden kan bouwen.
Metaverse-hipsters
Andere bedrijven zoals Microsoft laten verstaan dat ze wel geloven in een VR/AR-wereld, maar niet noodzakelijk in de allesomvattende versie van Zuckerberg. Ze werken aan innovatieve oplossingen en stoppen de term metaverse maar mee in hun persbericht omdat ze zo kunnen meesurfen op een hype die ze niet zelf moesten creëren.
Dat blijkt ook voor een stuk uit onderzoek van Sortlist, dat vorige maand een studie uitvoerde bij 200 Europese bedrijven die al op de één of andere manier met de metaverse bezig waren. 66 procent van hen had er al over nagedacht om er tijd en geld in te investeren nog voor Facebook zijn naam in Meta veranderde en de hypetrein het station verliet.
Ervaringen zonder Zuckerberg
Dat impliceert dat Zuckerberg met zijn metaversum voor een stuk een bestaande ontwikkeling heeft gekaapt. Bedrijven wereldwijd beseffen al geruime tijd dat er een toekomst zit in VR en AR. Zo ondersteunt Microsoft toepassingen in Windows, bouwt HP kwalitatieve brillen en heeft Apple AR-kit voor ontwikkelaars. Organisaties gebruiken die tools om boeiende VR- en AR-ervaringen te ontwikkelen.
Een mooi voorbeeld vinden we bij Salesforce, dat tijdens de pandemie een systeem uitwerkte om vergaderingen in VR te organiseren. We woonden zo’n virtuele bijeenkomst bij en reisden van de Salesforce Tower in San Francisco via een conferentiecentrum op een bergtop naar een virtueel festivalletje in een bos. Die ervaring lijkt de natte droom van Zuckerberg. Alleen: Salesforce ontwikkelde zijn digitale hoofdkwartier met een eigen partner toen Meta nog Facebook heette.
Internet 3.0
Het metaversum van Meta is er één van platformen. Meta wil de wereld de tools bieden om richting een voorlopig ongrijpbare visie te werken. Denk daarbij aan de manier waarop Facebook synoniem probeert te worden met het internet: het platform staat centraal en is het vertrekpunt richting andere content op het internet. In de mobiele versie van de dienst blijf je steeds in de app en bezoek je websites via de browser van Facebook zelf.
Metaverse is de naam voor Web 3.0, waarbij AR en VR een grote rol spelen.
Een andere visie op het metaversum is minder hip, maar bestaat zonder Meta. Die kan je vergelijken met het internet zonder Facebook, waarin mensen via hun favoriete browser naar hun favoriete websites surfen. Aan die versie sleutelen bedrijven al lang door eigen VR- en AR-ervaringen te ontwikkelen. In deze context is het metaversum helemaal open. Dit is de metaverse van Salesforce, Microsoft en Apple. In dit scenario is de metaverse gewoon de naam voor Web 3.0, waarbij AR en VR een grote rol spelen. Je surft daarin niet alleen naar websites via je computer of smartphone, maar bezoekt ook 3D-plekken via een headset.
Evolutie boven revolutie
Om daarin mee te stappen, hoef je als organisatie geen enorme sprongen te maken. Je kan gewoon mee evolueren met bestaande technologie en eenvoudige toepassingen in VR of AR ontwikkelen wanneer daar relevante businesscases voor zijn.
Dat tempo sluit beter aan bij de verwachtingen van klanten. Een tweede studie van Sortlist geeft immers aan dat meer dan de helft (54 procent) van de bevraagden de metaverse niet zou vertrouwen. Kabbelende innovatie is minder spannend dan de Zuckerberg-versie van de Matrix, maar sluit beter aan bij de verwachtingen en de realistische evolutie van relevante hardware.
Kiezen voor afhankelijkheid
Dat houdt organisaties niet tegen om wilde investeringen te doen en zwaar in te zetten op het metaversum. Wat koopt Carrefour nu precies wanneer het echt geld neertelt voor een virtueel stuk land? In dit specifieke geval gaat het om een stukje land in Sandbox: een toepassing die net als Horizon Worlds een startpunt voor metaverse-ervaringen wil zijn. Carrefour gokt hiermee op de explosie van niet alleen het metaversum, maar ook Sandbox als platform.
Organisaties die intekenen op een metaversum gebouwd rond een platform, hangen hun kar nodeloos vast aan een externe partij. VR- en AR-ervaringen kunnen perfect werken zonder platformdienst, zoals Salesforce vandaag al bewijst.
De metaverse is een hypeterm waarachter normale innovaties binnen VR en AR schuilen. Omwille van de beperkte interesse van het grote publiek maar vooral de onbestaande hardware, kan de hype alleen maar tot teleurstelling leiden. Als organisatie heb je niets te zoeken in de hype-versie van het metaversum.
Technologie met toekomst
AR en VR als technologie hebben wel toekomst. De populariteit daarvan zal effectief gestaag toenemen, gedreven door toepassingen die een meerwaarde bieden. Niemand wil een bril op z’n hoofd zetten om naar een virtuele tv te kijken terwijl je in de echte wereld naar een echt toestel kan kijken, hoezeer Zuckerberg ook het tegendeel beweert. Een lichte 3D-bril opzetten is voor veel mensen al te veel gevraagd, zoals de flop van 3D-tv’s aantoont.
lees ook
NFT’s zijn dwaas en ieder serieus bedrijf blijft er best vanaf
Gerichte ervaringen, gesteund door bedrijven, kunnen VR wel een boost geven. 3D-ruimtes voor vergaderingen met mensen in verschillende landen zijn een mooi voorbeeld, aangezien ze een stuk fijner zijn dan een klassieke videocall. Ook entertainment is tot op zekere hoogte interessant, vooral om te interageren met mensen die niet meteen voor je deur kunnen staan. Heeft je bedrijf een idee voor een leuke VR- of AR-ervaring met meerwaarde, laat je dan gaan. Noem de ervaring desnoods zelfs een stap richting het metaversum indien je dat wil, maar blijf weg van de beklemmende en onrealistische versie die de ongeduldige CEO van Meta adverteert.
Lege marketingterm
Daar zit tot slot het risico. Laat je Mark Zuckerberg dicteren wat de metaverse is aan de hand van afgelikte marketingvideo’s die valse beloftes maken, dan zal je enkel teleurstelling vinden. Dat metaversum, dat zo lijkt weggelopen uit Ready Player One, kan eerstdaags gewoon nog niet bestaan. Wie zegt van wel, slaat binnenkort een mal figuur wanneer klanten de zeepbel doorprikken. AR en VR zijn boeiende technologieën met een toekomst, de metaverse is vandaag een lege marketingterm en niets meer dan dat.