De Arizona-regering zet de deur opnieuw open voor auteursrechten voor digitale beroepen vanaf 2026. Wat betekent dit voor werknemers en werkgevers in de IT-sector?
Auteursrechten zijn vanaf 2026 weer terug van heel eventjes weggeweest voor de IT-sector. Nadat de regeling drie jaar geleden werd afgeschaft, zet het Zomerakkoord van regering-De Wever de deur weer wagenwijd open. Voor werknemers betekent dat goed nieuws, maar wat voor werkgevers? “Ik betwijfel of de sector hier dankbaar voor is”, zegt Bart Hollebekkers, Managing Consultant en expert auteursrechten bij HR-dienstverlener SD Worx.
lees ook
Arizona digitaliseert: AI, datamining, cyberbeveiliging en 6G
Morele en economische rechten
Auteursrecht is een juridisch concept om de makers van ‘creatief werk’ te beschermen. Dit kan gaan van teksten tot kunstwerken of videoproducties. Binnen de IT-sector kan auteursrecht onder meer toegepast worden op softwarecode of grafische creaties.
Hollebekkers legt uit dat er twee vormen van auteursrechten bestaan. “Eerst is het morele recht. Dit blijft altijd bij wie het werk gecreëerd heeft en is niet overdraagbaar. Het economische recht om het werk te gebruiken of te verkopen om er inkomsten uit te halen, kan wel tussen de maker en de werkgever worden overgedragen”.
“De wetgeving werd in 2008 geïntroduceerd om ervoor te zorgen dat creatieve beroepen met onregelmatige inkomsten niet werden benadeeld door het belastingsysteem. Een schrijver of kunstenaar is soms lang bezig aan een werk zonder inkomsten, tot hij plots een grote som krijgt. Meer inkomsten betekende meer belastingen”, zegt Hollebekkers.
Fiscale gunst
Het systeem van auteursrechten kan je zien als een fiscale gunst van de overheid. Auteursrechten worden onder roerende inkomsten gerekend die in een lagere belastingschijf zitten. Als werknemer betaal je maximaal 15 procent op inkomsten uit auteursrechten. “De eerste 20.000 euro zijn zelfs maar aan 7,5 procent belast”, voegt Hollebekkers toe.
“Rond 2018 begonnen de eerste IT-bedrijven het ook in te zetten. Vooral voor softwareontwikkeling, al werd het vaak zo ruim mogelijk toegepast om wrevel te vermijden”, gaat hij verder. “Een voorwaarde is dat je een ‘creatieve bijdrage’ moet hebben geleverd. Testen en debuggen vallen daar bijvoorbeeld niet onder, maar bij kleine bedrijven wordt dit vaak gedaan door dezelfde persoon die de software gemaakt heeft. Het is vaak moeilijk te bepalen hoe ‘creatief’ iemand is geweest, en hoe groot diens bijdrage is”.
Er werd dan ook hoe langer hoe creatiever omgesprongen met auteursrechten door IT-bedrijven. Hollebekkers: “Auteursrechten werden een wapen in de ‘war for talent’. Zo ontstond een sneeuwbaleffect waar kleine bedrijven ook in moesten meegaan om potentiële kandidaten te kunnen aantrekken. ‘Creatieve fiscalisten’ zagen er een manier in om meer loon toe te kennen zonder de loonkosten mee te laten stijgen”.
Hervorming
Eind 2022 haalde de Vivaldi-regering de grove borstel door de auteursrechtwetgeving. De IT-sector werd daarbij expliciet uitgesloten en er werd een ‘70/30’-regel ingevoerd, die vastlegt dat auteursrechten niet meer dan 30 procent van de totale beroepsinkomsten mogen uitmaken. “Je kan zeggen dat de klepel in de verkeerde richting was overgeslagen. Het originele doel ging voorbij omdat auteursrechten zo breed werden toegepast”, zegt Hollebekkers.
De oude regeling veroorzaakte wrevel. Hollebekkers: “Een punt van discussie in de sector was dat het vooral was weggelegd voor grote bedrijven die het juridisch kunnen dichttimmeren, terwijl kleine bedrijven het veel moeilijker konden blijven betalen. Maar ook binnen de grote bedrijven ontstond er discussie, omdat IT’ers een veel hoger nettoloon kregen in verhouding tot andere profielen, aan dezelfde loonkost voor de werkgever”.
De afschaffing ging niet van de ene op de andere dag. Hollebekkers legt uit: “De regering voorzag een overgangsperiode tot en met 2024. Dit is eigenlijk pas het eerste volledige jaar zonder. Op misschien enkele ‘cowboys’ na die eraan vasthouden, zijn auteursrechten zo goed als verdwenen in de sector. Specifieke beroepsgroepen blijven wel in aanmerking komen, zoals ontwikkelaars van videogames en grafische designers”.
Het Grondwettelijk Hof leek de deuren naar auteursrechten in oktober 2024 definitief te sluiten voor IT-bedrijven door een klacht vanuit de sector te verwerpen. De wetgeving zou naar zeggen van de aanklagers te onduidelijk zijn geweest. De afschaffing werd daarmee juridisch bevestigd.
Van overgangsfase naar overgangsfase
Volgens een studie van Hudson begin 2024 was de impact van de weggevallen auteursrechten op de lonen in de sector meteen voelbaar. Dat valt volgens Hollebekkers nog wel mee. Hij wijst eerder op een stijging van de loonkosten voor werkgevers.
“In de meest extreme gevallen is dat maal drie, maar gemiddeld eerder maal twee. We zien ook dat werkgevers naar andere ‘optimalisaties’ zoeken om netto te kunnen compenseren, zoals thuiswerkvergoedingen of bonussen die er voorheen niet waren. Net omdat de sector zo competitief is, moeten bedrijven naar creatieve oplossingen zoeken. Take it or leave it zeggen, is zelden een optie als je personeel wil houden”.
Nieuwe bazen, nieuwe regels. Het Zomerakkoord van de regering-De Wever draait de klok weer terug en lijkt zelfs een extra gunst te doen door de sociale bijdragen op auteursrechten af te schaffen, wat werkgevers niet slecht uitkomt. Hollebekkers nuanceert: “Een extra voorwaarde in de nieuwe wetgeving is dat er sprake moet zijn van ‘publieke mededeling’ van het werk”.
De nieuwe wetgeving gaat in vanaf 2026. Zo zit de IT-sector weer in een overgangsfase, terwijl de overgangsfase nog maar net afgelopen is.
Persoonlijke strijd
Voor Hollebekkers is er nog veel onduidelijkheid in de nieuwe wetgeving. “Hoe ga je publieke mededeling toepassen op computerprogramma’s? Is software die je op maat van een klant ontwerpt publiek? Zelfs over wat de term ‘publiek’ inhoudt, kan je discussiëren. Het wordt krap om dit tegen 2026 in wetgeving te gieten die duidelijk onderscheid maakt tussen wie wel in aanmerking komt en wie niet”.
“Ik ben heel benieuwd hoe de sector zal reageren. Bedrijven hebben zich nog maar net aangepast. De onduidelijkheid kan ervoor zorgen dat het deze keer minder breed zal worden toegepast dan vroeger. Georges-Louis Bouchez (MR) heeft van auteursrechten zijn persoonlijke strijd gemaakt, maar of de sector hem dat in dank zal afnemen, valt nog af te wachten”, besluit hij.